KPM
Geplaatst: 14 feb 2007 20:59
Mijn reizen met het "ms SINABANG"
Dit was mijn 2de schip bij de KPM als leerling, 5de Wtk en zelfs 11 dagen als Tijdelijk 3e Wtk.
Het was een hele vooruitgang qua accomodatie in vergelijking met de Karsik waar we met 4 man in een hut waren opgeborgen.
Hier had ik een privé hut al was het wel een hut beneden welke eigelijk bestemd was voor de "Stuurman Locaal vaart" die niet aanwezig was.
In de plaats hiervan hadden we een 4de stuurman aan boord.
Die had samen met een ander Leerling Wtk, die al voor mij aan boord was, een passagiershut tot hun beschikking.
Ik mocht douchen boven bij de officieren en niet in de douche van de smid en de ladingklerken beneden.
Enkele reizen gemaakt tussen Bangkok en Pare-Pare op Celebes, nu Sulawesi.
Voor Bangkok gingen we ten anker in de nabijheid van het eiland "Ko-Si-Chang" om daar de loods op te pikken voor Bangkok.
De rijst werd in zakken via loopplanken door koelies aan boord gedragen.
Het was rijst van mindere kwaliteit die Indonesië invoerde voor de eigen bevolking, daar de hun eigen kwaliteits rijst uitgevoerd werd naar o.a. Europa.
Je kon het eigenlijk vergelijken met onze kippengerst die ook veel minder in kwaliteit is als de zware brouwersgerst.
Zo hebben we enkele reizen gemaakt.
Daarna gingen we copra laden op de Molukse eilanden zoals Ceram, Ambon en Halmaheire en ander kleine eilanden.
De 2de Stuurman had het op die reizen niet gemakkelijk daar hij de Hondenwacht liep en s'morgens alweer de wal op moest met de laadboten en de Badjo's (meevarende koelies).
De smid bediende de motorboot en daar achter enkele laadboten om de copra van de wal naar het schip te vervoeren.
De balen copra zijn erg licht en nadat de ruimen vol waren werd er op dek en de luikhoofden verder gestapeld tot zelfs net onder de ramen van het stuurhuis.
Als we vol waren werd er naar Makassar gevaren en daar werd alles gelost in gudangs (loodsen) voor verder transport naar Europa met schepen van de Mij Nederland of de Rotterdamse Lloyd.
Er werd steeds op daglicht gevaren voor de volgende haven en het waren dus reizen van aankomst en vertrek.
Ik had het daar erg naar mijn zin, eigen hut en het memoriaal bijhouden gebeurde in alle rust.
Ik liep de wacht met de 3de Wtk die de gave en het geduld bezat om een leerling op te leiden.
KPM schepen hadden altijd 2 Kombuizen, één voor de officieren en één voor de onderofficieren en bemanning het z.g. volkskombuis.
De naam "bemanning" werd daar nooit gebruikt maar bij de KPM noemde men dat L.V.P, het Lager Varend Personeel.
De maaltijden waren natuurlijk zeer verschillend, voor het L.V.P witte rijst met wat sajur (groenten) en een stukje vlees of vis.
Wat die vis betrof waren dikwijls "pilchards" uit blik en daar waren we als jonge officiren wel eens gek op.
Maar dat mocht eigenlijk niet want dat was geen officieren voedsel maar alleen voor he L.V.P.
Maar dat belette ons niet dit toch stiekum te eten.
Al met al een mooie tijd om dit te hebben meegemaakt en nog eens aan terug te denken.
Groeten
Alfons
Dit was mijn 2de schip bij de KPM als leerling, 5de Wtk en zelfs 11 dagen als Tijdelijk 3e Wtk.
Het was een hele vooruitgang qua accomodatie in vergelijking met de Karsik waar we met 4 man in een hut waren opgeborgen.
Hier had ik een privé hut al was het wel een hut beneden welke eigelijk bestemd was voor de "Stuurman Locaal vaart" die niet aanwezig was.
In de plaats hiervan hadden we een 4de stuurman aan boord.
Die had samen met een ander Leerling Wtk, die al voor mij aan boord was, een passagiershut tot hun beschikking.
Ik mocht douchen boven bij de officieren en niet in de douche van de smid en de ladingklerken beneden.
Enkele reizen gemaakt tussen Bangkok en Pare-Pare op Celebes, nu Sulawesi.
Voor Bangkok gingen we ten anker in de nabijheid van het eiland "Ko-Si-Chang" om daar de loods op te pikken voor Bangkok.
De rijst werd in zakken via loopplanken door koelies aan boord gedragen.
Het was rijst van mindere kwaliteit die Indonesië invoerde voor de eigen bevolking, daar de hun eigen kwaliteits rijst uitgevoerd werd naar o.a. Europa.
Je kon het eigenlijk vergelijken met onze kippengerst die ook veel minder in kwaliteit is als de zware brouwersgerst.
Zo hebben we enkele reizen gemaakt.
Daarna gingen we copra laden op de Molukse eilanden zoals Ceram, Ambon en Halmaheire en ander kleine eilanden.
De 2de Stuurman had het op die reizen niet gemakkelijk daar hij de Hondenwacht liep en s'morgens alweer de wal op moest met de laadboten en de Badjo's (meevarende koelies).
De smid bediende de motorboot en daar achter enkele laadboten om de copra van de wal naar het schip te vervoeren.
De balen copra zijn erg licht en nadat de ruimen vol waren werd er op dek en de luikhoofden verder gestapeld tot zelfs net onder de ramen van het stuurhuis.
Als we vol waren werd er naar Makassar gevaren en daar werd alles gelost in gudangs (loodsen) voor verder transport naar Europa met schepen van de Mij Nederland of de Rotterdamse Lloyd.
Er werd steeds op daglicht gevaren voor de volgende haven en het waren dus reizen van aankomst en vertrek.
Ik had het daar erg naar mijn zin, eigen hut en het memoriaal bijhouden gebeurde in alle rust.
Ik liep de wacht met de 3de Wtk die de gave en het geduld bezat om een leerling op te leiden.
KPM schepen hadden altijd 2 Kombuizen, één voor de officieren en één voor de onderofficieren en bemanning het z.g. volkskombuis.
De naam "bemanning" werd daar nooit gebruikt maar bij de KPM noemde men dat L.V.P, het Lager Varend Personeel.
De maaltijden waren natuurlijk zeer verschillend, voor het L.V.P witte rijst met wat sajur (groenten) en een stukje vlees of vis.
Wat die vis betrof waren dikwijls "pilchards" uit blik en daar waren we als jonge officiren wel eens gek op.
Maar dat mocht eigenlijk niet want dat was geen officieren voedsel maar alleen voor he L.V.P.
Maar dat belette ons niet dit toch stiekum te eten.
Al met al een mooie tijd om dit te hebben meegemaakt en nog eens aan terug te denken.
Groeten
Alfons