Jean Fromage on Voyage, verhalen van Dirk van Lopik

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Zuurpruim

Ook minder vrolijke mensen kwamen een enkele keer voor bij de RIL en dan bedoel ik niet de mensen van het type "Norse Leo", maar echte zure mensen, zoals de aflosser van Leentje Spaans, een gezagvoerder Kramer genaamd.
Alles aan deze man was zuur.
Hij lachte nooit, zeker niet om de grappen van JC.
Ook het nakaarten aan de bar werd daardoor wat minder gezellig, omdat de "Grijze Wijze Baas" zijn klankbord en sparringpartner kwijt was.
Steeds vaker dronken we met een paar man een pilsje in de hut van ons hoofdwerktuig JC.
Kapitein Kramer had ook de nare gewoonte om aan zijn administratieve taken te beginnen als alle anderen waren afgenokt.
Overdag bracht hij zijn tijd door met lezen in de zon, om dan 's avonds drie, vier keer bij JC langs te komen met intelligente vragen over bijv. "Gissen buitenboord".
Wij hoorden hem dan reeds van verre aankomen, want hij was niet alleen zuur, maar ook langzaam en volgens JC te lui om zijn poten goed op te tillen :slof..slof..slof...,klonk het dan in de dwarsgang.
"We zullen hem dit eens afleren", sprak JC toen we hem, gezeten in JC zijn hut, voor de .....tigste keer hoorden aankomen.
"Jongelui...ik ben er niet!", ging hij verder terwijl hij zich verstopte achter het naast de ingang van zijn hut, gedrapeerde gordijn.
Slof...slof.., stopte het, met vervolgens de lijzige stem van de gezagvoerder: "Eh...iis de haweteka er nieiet..?".
Op dat moment gooide JC het gordijn vol open stapte in de deuropening met zijn witte haar door de war en riep: "Woehoeoe!!!!".
Gelukkig bleek Kramer over een sterk hart te beschikken, er waren overigens ook berichten dat hij helemaal geen hart zou hebben, anders had het fataal voor hem kunnen aflopen.
Het resultaat was wel,dat we hem "˜s avonds zelden meer zagen.
Terug in Oost Afrika gingen JC en ik samen met verlof.
Helaas voor hem vlogen we met "Alitalia", dus zijn "Luns truc" ging dit keer niet op.
Op schiphol namen we afscheid en ik heb hem nooit meer gezien.
Voor mij wachtte de school weer.
De brief waarin hij als "B-baas", op 56-jarige leeftijd ook studieverlof had aangevraagd voor volledig diploma-"C" bleef overigens onbeantwoord door personeelszaken!.

Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Auteur Dirk van Lopik

Maritiem instituut de Ruijter

De school had intussen een naamswijziging ondergaan.
In het kader van de herstructurering van het hoger onderwijs en de bijbehorende salarisaanpassing van de leerkrachten, was de oude vertrouwde zeevaartschool, een "HBO" opleiding geworden.
Voor ons als "bevarenen" hield dat nog niet zoveel in, alleen was als facultatief vak "Hogere wiskunde" ingevoerd.
We waren er toch voor "C-1", een theoretisch diploma, dus dat kon er nog wel bij. (alhoewel "lagere wiskunde" voor mij al hoog genoeg was!).
"C-1" was voor veel collega's een struikelblok en ook wij, we reden met zijn vieren van uit Zuid-Beveland op en neer naar Vlissingen, hebben er allemaal 7-8 maanden over gedaan.
Die pendeldienst van 8 maanden had zijn charmes.
Een van de collega's was mijn "Haagse maat", Gerard.
We reden om beurten kostenbesparend met een auto daardoor konden de niet chauffeurs, s'morgens op weg naar Vlissingen wat langer slapen.
Tijdens een van deze trips zat Gerard blijkbaar bijna zonder benzine en terwijl de rest doorsliep, stopte hij bij het "Shell"-station van Lewedorp.
Het was winter en zijn ruitensproeier was niet in orde, dus vroeg hij de pompbediende er gelijk even naar te kijken.
Met drie "snurkers" in de auto in de winter zonder ventilatie, beslaan de ruiten onmiddellijk, zodat Gerard niet kon zien wat onze "prezelf-tank" medewerker uitspookte.
Plotseling klonk een oorverdovende knal, die ons in paniek de auto deed verlaten.
Het technisch "pomp" vernuft bleek geprobeerd te hebben met werklucht de ruitensproeier door te blazen en had daarbij het vloeistofreservoir onder de motorkap uit elkaar doen spatten.
Een collega zat nog in de auto en was door de knal heengeslapen, maar die voer bij "Shell" en had net de ontploffing op de tanker "Metula" meegemaakt, dan bouw je blijkbaar resistentie op!.
De meeste collega's waren intussen getrouwd en hadden kinderen,
toch waren er nog een aantal verstokte vrijgezellen.
Zoals het onafscheidelijke koppel Wanning en van de Poel.
Die deden al vanaf de eerste cursusdag, midden '63, alles samen zelfs hun eerste term bij de RIL hadden ze twee jaar met zijn tweeën op een en hetzelfde schip doorgebracht.
Vanwege uiterlijke verschillen waren hun bijnamen Tom & Jerry.
Tijdens de studie voor dit diploma manifesteerden ze zich voornamelijk, door iedere avond in de Vlissingse binnenstad rond tehangen, in de gezellige kroegen, o.a.de concurrent, Atlanta(zaal!)
En nog wat, nu niet meer bestaande gelegenheden.
Zij verplaatsten zich per rijwiel, om te voorkomen dat rijbewijzen in het geding zouden komen.
Op een van hun barre terugtochten, met Jerry achterop en Tom op de pedalen, werden zij aangehouden door een overijverige nachtelijke politiesurveillant.
"De heren hebben gedronken", zo begon hij en: "verstandig de auto thuis laten staan, zie ik!"."jaah!"...beaamden T & J in koor.
"Maar ook per fiets deelnemen aan het verkeer is een overtreding die het rijbewijs kan kosten", vervolgde de agent. "Dus u mag uitsluitend te voet verder!".
"Oh dan lopen we die laatste drie kilometer naar de Irislaan wel even", zei het:"T & J dronkezakke koor" in koor.
"Ja..ja..", ging de politiepsycholoog verder.
En voordat T & J in de gaten hadden wat er gebeurde, draaide "Oom agent" de beide ventiels uit de banden van hun vervoermiddel en verdween met zijn collega per dienstauto in de donkere nacht.
Weinig keus dus voor T & J, dan maar te gaan lopen.
Vlak voor hun flat ontwaarden zij een half uurtje later de achterlichten van de politieauto en kregen zij hun rechtmatige eigendommen weer terug.
Blijkbaar kende de wijkagent T & J beter dan andersom.
Ook het huizenbezit onder de getrouwde collega's begon toe te nemen.
Een van hen, Willem Koppert, verbouwde ook meteen zelf en bleef regelmatig enkele dagen van school weg als hij weer een klus onder handen had, die aaneensluitend geklaard diende te worden.
Na een van die afwezigheidperiodes meldde hij trots, dat de c.v. nu ook was aangesloten.
De eerste les was nauwelijks begonnen of de toenmalige, zeer markante concierge dhr.Dulk, kwam melden dat Willem zijn vrouw aan de telefoon was.
Toen hij terugkomend in het leslokaal, zijn boeken dichtsloeg en zijn tas begon in te pakken, zijn buurman: "Lekkage??".
De blik in de ogen van Willem sprak boekdelen.
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Van Dirk van Lopik

Napier

Het eerste wat me van de "Straat Napier" te binnen schiet, is het geborduurde wapen van de stad Napier in Nieuw Zeeland.
Het hing in de salon en was vervaardigt en geschonken door
Mevr.v/d Ven, de echtgenote van een collega, woonachtig en afkomstig uit die mooie plaats.
Vervolgens dat het schip een zusje was van de "Nassau" en dus was uitgerust met een "onbemande" machinekamer.
We kwamen gevieren, net voor de dokking, in Yokohama aan boord.
De nieuwe hwtk, "Pikkie" van Doorn, vloog in uit Australië.
De nieuwe marconist Rob, een eersteklasser, dus ook "hoge druk" kwam per trein vanuit Kobe, waar hij woonde.
Dikke Willem, de nieuwe eerste stuurman en oude bekende van de "Boissevain" en ikzelf kwamen "˜s morgens vers uit Nederland.
Dikke Willem en Pikkie hadden ook al eerder met elkaar gevaren, maar de rest was nieuw en moest aan elkaar wennen.
Dat ging echter snel.
De gezagvoerder Wienese was iemand van het ietwat nerveuze type, vooral als er bijzondere dingen te gebeuren stonden.
Nu is het binnenvaren van een dok en het "dokken" zo'n bijzondere gebeurtenis, derhalve was hij misschien daardoor een beetje uit zijn gewone doen.
Tijdens die eerste lunch keek hij aandachtig naar Willem en zei plotseling, zonder enige aanleiding: "Stuurman, wat heb jij een vreemde kop!".
Nu leek Willem een beetje op Toon Hermans, met dezelfde olijke oogjes, maar ja, zo: "Out of the blue"!???.
Willem werd er echter niet koud of warm van, hij keek de gezagvoerder guitig aan en zei: "Dat kan wel zijn kapitein maar ik had een oom, die had net zo'n gezicht als u,...alleen die zat er op!".
Pikkie had net een aardappel in zijn mond, die kwam er meteen weer uit en stuiterde vervolgens sierlijk bij Rob in zijn schoot.
Bulderend gelach volgde, brak meteen het ijs en werd zo het begin van een van de gezelligste reizen uit mijn loopbaan.
Pikkie noemde Willem vanaf de eerste dag trouwens: "Sleutel"-Willem, inplaats van "Dikke"-willem, zoals ik hem kende.
Dat bleek zijn oorzaak te hebben in een voorval dat had plaatsgevonden tijdens de vorige reis die ze samen hadden gemaakt op een"A"-schip.
Die reis werden er als lading een honderdtal nieuwe auto's aan boord gehesen, het toezicht werd door Willem hoogstpersoonlijk gedaan.
IJverig als altijd, stekkerde Willem ruim in en ruim uit.
Iedere keer als er weer een auto op zijn plaats stond, haalde hij de set sleutels eraf, draaide het portier op slot en stak de bos voorzien van labels met het chassis-/motornummer in zijn zak.
Als zijn broekzakken vol waren liep hij naar zijn slaaphut en deponeerde de sleutelbossen daar, in een speciaal voor dit doel bij de "hofjood" opgehaalde, nieuwe grijze plastic prullenbak, om toch vooral te voorkomen dat er sleutels zouden verdwijnen of kwijtraken.
Maar ook Bantu bedienden kunnen wel eens overijverig zijn, de eerste morgen op zee moet deze man ongetwijfeld gedacht hebben; "The chief-mate produced a hell of a lot rubbish today!" en gooide de inhoud van de prullenbak "over the side",...tam soi!.
Het heeft Willem een hoop werk, uitleg en een nieuwe bijnaam bezorgd.

Afbeelding
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

De Straat Napier.
Van Dirk van Lopik

Oversteek

De dokking en de aansluitende kustreis verliepen voorspoedig, er bleven alleen nog wat restwerkzaamheden over, die bij de RIL onder de noemer "eigen werk" bekend stonden.
In dit geval ging het om een honderdtal luikmotoren, met een te lage isolatieweerstand die allemaal aan een opknapbeurt toe waren.
Nauwe samenwerking met Willem was derhalve erg belangrijk, hij moest ten slotte pogen er voortdurend een aantal vrijgestuwd te houden zodat we er bij konden om er aan te kunnen werken.
Gelukkig had Willem veel gevoel voor techniek, zodat we samen een soort "vroege voorlopers" waren van "geïntegreerd varen".
Daar ik een vroege vogel ben en Willem noodgedwongen vanwege zijn
4-8 wacht, dat ook moest zijn, zagen we elkaar s'morgens op de oversteek naar Zuid-Afrika rond een uur of zes.
We lulden wat over het werk, dronken koffie en gingen vervolgens over op "ouwehoeren".
Wienese, de gezagvoerder, was meestal ook vroeg uit de veren, volgens Willem omdat hij een "bedplasser" was.
Hij vond onze morgengesprekken blijkbaar interessant, want hij kwam steeds vroeger op de brug.
Dit was nu niet direct onze bedoeling en Willem had zo zijn eigen methode om dat aan iemand duidelijk te maken.
Ik kwam die morgen weer om zes uur de brug op, buiten was het van dat druilerige weer.
Even later kwam Wienese binnen: "Goede morgen stuurman, goede morgen secund", "niet veel weer vandaag,...weinig horizon!".
"Heb je nog een bestek?" ging hij verder.
"Ja tegen vijven was het even redelijk helder, dus ik heb nog wat kunnen schieten" was het antwoord van Willem.
"En klopte het een beetje?" vroeg het gezag.
"Jaah..,alles door een punt..!" ging Willem verder.
"Oh dat is mooi stuurman,...hoeveel had je er....?
"Twee!" klonk het droog vanachter de radar.
Wienese keek of zijn "jongeheer" in brand stond en ik zag hem denken: "hij heeft niet alleen een rare kop, maar het is ook een rare vent!".
Een andere vogel die wel eens "acte de presence" gaf op dit vroege uur, was Pikkie, ons hoofdwerktuig.
Hij kwam echter onregelmatig, dit had alles te maken met "the night before".
Van hem had je geen last, hij zei geen woord en zat op een kruk in een hoekje van het stuurhuis, de kop tussen de schouders en de handen diep in de zakken van zijn overall.
Willem noemde dit: "Pikkie zit met zijn handen in het haar".
Pikkie zelf noemde het "Suffering"!.
Pikkie had (ondanks dit alles) wel een regelmatige stoelgang.
Om zeven uur scherp ging hij naar zijn hut.
Per toeval had ik ontdekt,..naar zijn toilet.
Onze slaaphutten en toiletten grensden aan elkaar en zo'n enkel stalen schot in het toilet is nogal gehorig, vandaar.
Twee weken lang verliet ik kort na hem ook de brug.
Ik stelde me zodra ik Pikkie de bril hoorde verlaten met de "flushknop" in de hand, op naast mijn toiletpot en flushte op het moment dat Pikkie ook doortrok.
Na twee weken volhouden, zei hij: "Dat is toch wel sterk ook he, dat jij iedere morgen precies op het zelfde moment......,hoe is het toch mogelijk!???".

Afbeelding
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Kouwe grond

Door onze vroege ochtendgesprekken leerde ik Willem nog wat beter kennen dan op de "Boissevain".
Zo wist ik voordien bijvoorbeeld niet dat hij een "kouwegronder" was.
Dit hield in, dat iemand al "voor de mast" had gevaren, Vaartijd werd dan behaald door ergens als matroos te varen en daarna werd pas de zeevaartschool bezocht, om direct de derde Rang te behalen. (een latere variant waren de zgn."aspro's").
Over het algemeen waren deze mensen wat meer praktisch ingesteld en dit gold zeker ook voor Willem.
Willem had ruim een jaar als lichtmatroos gevaren op het ms. "Jan", een kustvaarder en kon daar smakelijk over vertellen.
In het begin van de jaren vijftig en ook daarna was het nog niet echt pluis boven de waddeneilanden.
Bepaalde stukken waren "geveegd" en ontdaan van Duitse mijnen door een ijverige mijnenopruimdienst van de Koninklijke Marine.
Deze geveegde stukken waren in de betreffende zeekaarten te zien als veilige routes en doorgangen.
De kapitein van het ms. "Jan" vond sommige van deze doorgangen nogal ver omvaren.
Bovendien kende hij, als geboren Terschellinger het gebied als zijn broekzak en sneed derhalve, om tijd en brandstof te besparen, wel eens een stukkie af.
Zo ook op een vroege zomermorgen met Willem half dagdromend als roerganger.
Hij werd hardhandig wakker geschud door een enorme explosie, stuurboord naast de opbouw.
Het scheepje werd door een grote waterzuil uit de zee omhoog getild en viel, krakend in al zijn voegen, weer terug in het water.
Voor Willem had dit als resultaat dat hij met stuurkolom en al, het stuurwiel nog in de hand, tegen het onderdeks werd gekwakt.
Toen hij weer bij de tijd kwam, zaten ze in de roeiboot en waren zo'n vijftig meter van de "Jan" verwijderd.
Op dat moment kwam het, zwart besmeurde gezicht van de kok boven het potdeksel uit,die riep; "He, waar gaan jullie naar toe?..,mijn kachel is alleen maar ontploft!!!".
Ze hebben toch maar rechtsomkeert gemaakt en de kok van boord gehaald.
Later onderzoek aan de wal bracht voor Willem een hersenschudding, een forse hoofdwond, twee blauwe ogen en twee gekneusde heupen aan het licht.
"Het had erger gekund" zei hij, "Er zijn uit de oorlog ook dergelijke gevallen bekend met twee heupen uit de kom, waardoor iemand ineens een halve meter korter wordt".
Dit laatste heb ik nooit geverifieerd bij onze scheepsmedici!
In Durban kwamen Willem zijn kisten aan boord, ze hadden sinds zijn vorige boot daar opgeslagen gestaan.
De hele oversteek,was hij bezig geweest over zijn kisten, wat daar....allemaal niet in zat!.
Hij maakte zich echter zorgen over zijn vogeltje, een groene parkiet.
Gerda de goedlachse vrouw van de derde wtk uit het oosten des lands, wist niet goed wat ze er van moest denken.
"Als t'ie nou nog maar leeft!" herhaalde Willem steeds.
"Ik had water en eten in het kooitje gedaan voor drie maanden!"
"M aar ja...,nu met deze lange oversteek er bij, kon het wel eens iets te weinig zijn geweest!!??".
Toen Willem de eerste avond , binnenliggend in Durban zijn kisten ging openschroeven bleef Gerda toch in de buurt en keek om een hoekje toe, hoe Willem een,uiteraard leeg vogelkooitje uit de kist haalde.
Toen hij daarbij nog uitriep, "Oooch...hij is dood...!, kon ze zich niet langer inhouden.
Ze rende hard weg, uitroepend: "Ach...jie gemiene diernbeul!....

Afbeelding
Jos Komen (R.I.P)

Orkaan Freddy

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Walnoten

In Zuid-Afrika ging Wienese met verlof en werd afgelost door een in Zuid-Afrika woonachtige gezagvoerder, met de prachtige bijnaam "Orkaan Freddie".
Trouwens, gevraagd naar de reden van deze bijnaam gaf Freddie desgewenst een ruwweg tiental verschillende verklaringen af.
Het was afhankelijk van wie de vraag stelde.
Ik kon het vanaf het begin meteen goed vinden met Freddie.
Hij sprak altijd geïmiteerd, "Bekakt" en noemde mij dus: "Waerde collegae".
Dit had zijn oorzaak in het feit dat we veelal een eensluidende mening hadden, wanneer het edele gezelschap aan de bar een onderwerp aansneed en de wereld verbeterde.
Bij twijfel trokken wij ons overigens terug op de gang of in het toilet overlegden even en keerden terug naar de discussie.
Freddie opende dan altijd met de woorden: "Mijn waerde collegae Dirk en ikzelf,.....zijn van mening,..."
Ook binnen de rest van de "hoge druk" en door de "lage druk" werd de komst van Freddie als positief ervaren.
Hij had echter ook een nadeel.
Normaal dronk Freddie niet of nauwelijks, alleen...als...hij op het oorlogspad ging, dan ging hij ook goed door...op dat pad!
Hij zocht dan altijd wel een kompaan, want alleen drinken vond hij zoals zovelen, niet gezellig.
Het eerste slachtoffer deze reis was Rob onze marconist.
Daar hij als laatste negatief reageerde op de aan het eind van de lunch door Freddie gestelde vraag; "Wat denken de heren van een Drambuitje bij de koffie?" (wat later overigens bleek "Het oorlogssignaal" te zijn) plus het feit, dat hij op hetzelfde dek woonde deed dit Freddie die middag, zeer plakkend in de hut van Rob belanden.
Vraag twee was: "Heb jij nog iets onder de kurk? (ik weet dit, omdat ik in de maanden die volgden ook een keer net ietsje te laat in overall naar de machinekamer vertrok. Willem kwam die middag overigens een paar maal langs, achter de rug van het gezag, vanuit mijn deuropening een lange neus trekkend).
Blijkbaar had Rob iets onder de kurk, want nadat Willem en ik om half zes samen het diner hadden genuttigd en we vervolgens op zoek gingen naar de rest van de club, (ook Pikkie was nergens te vinden!) troffen we het edele drietal, in lichtelijk verheugde toestand in de hut van Rob aan.
We kregen meteen iets te drinken aangeboden.
De drie van het eerste uur had besloten niet aan tafel te gaan.
Rob haalde ter compensatie, een grote zak walnoten (wallnuts!) te voorschijn, die hij in Zuid-Afrika had gekocht.
Hij leverde er zelfs een notenkraker bij!.
Aldus genoeglijk keuvelend, drinkend en knabbelend begon de avond.
Op zeker moment vond Pikkie het noten kraken te langzaam gaan, hij had een snellere methode!.
Hij gooide de zak op de grond, danste er een minuutje met zijn honderd kilo op en inderdaad..., de meeste noten waren verpulverd.
Rob, de rechtmatige eigenaar van de noten, had ongetwijfeld gepland langer met zijn voorraadje te doen en reageerde dan ook wat narrig.
Dit was voor Willem en mij het sein om ons terug te trekken.
Veel verstandige woorden kwamen er niet meer uit en het dreigde een "verloren avond" te worden.

Afbeelding
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Kerstfeest op zee

Kerst op zee is voor de meesten een verlangen naar huis.
Zelfs voor de taaiste rakkers onder ons hoefde kerst op zee eigenlijk niet zo nodig en mochten die dagen snel voorbij zijn.
Met de club van de "Napier" was het net zo, maar we besloten toch om kerst uitgebreid en met de volledige groep te vieren.
1e kerst "˜s morgens na de koffie begonnen we met het uitpakken van presentjes van het comité "Kerstfeest op zee", hier en daar al begeleid door een kleine alcoholische versnapering, vervolgens een lichte lunch met bijbehorend middagdutje.
Tegen vijven iedereen weer verzamelen in de bar, gekleed in "Langwit", met om zes uur aansluitend het kerstdiner.
De keuken had erg zijn best gedaan.
Freddie had in kaapstad prima wijn laten aanrukken, dus tegen negenen na de koffie begon men redelijk dorstig te worden.
Het complete gezelschap verdween naar de bar.
Willem en ik besloten die avond achter de kist te gaan staan, om ook de leerlingen, die meestal de klos waren bij zulke gelegenheden een vrije avond te bezorgen.
Het gaf Willem tevens de gelegenheid een eerder door Pikkie gedane uitspraak "Dat hij 'Johnny Walker' uit duizenden zou herkennen", te checken.
Pikkie was een echte whiskydrinker dus de kans, dat hem dat inderdaad zou lukken was aanwezig.
Willem had het tegendeel beweerd ,maar durfde er toch eigenlijk geen weddenschap op af te sluiten.
Om Pikkie te testen had hij die morgen in de keuken al een lege "Johnny Walker" fles met thee gevuld.
Telkens als Pikkie met een breed gebaar om een nieuwe vulling vroeg, goot Willem na de ijsblokjes, een schot kouwe thee in het whiskyglas.
Na er zo zes genuttigd te hebben kwam Pikkie blijkbaar toch weer wat bij de tijd en vroeg me: "Dirk,wat zit er toch een laf smakie aan die whisky!?".
Willem knipoogde en fluisterde: "Ik durf die weddenschap toch wel aan hoor!".
Aangezien ik de wacht had verliet ik het feest tegen twaalven.
De volgende morgen tijdens mijn wachtwerkzaamheden, werd ik gebeld
In de machinekamer: Freddie aan de lijn.
Aan zijn stem te horen nog niet helemaal fris: "Dirk kun je even bij mij komen,want ik moet even ernstig met je praten".
Net na koffietijd zocht ik hem op.
Hij zat in zijn Japanse badkimono op de bank en had een ijszak op zijn hoofd.
"Het is gisterenavond uit de hand gelopen" zo begon hij.
"En je weet, dat ik dan wel eens last heb van vallende ziekte".
Pikkie kwam net binnen hoorde de laatste opmerking en sprak; "Je bedoelt dat je van je kruk bent gelazerd,...niks epilepsie!".
"Eh..bemoei je er niet mee!", ging Fred verder, "maar dat is het ergste nog niet, ik ben erg teleurgesteld in een aantal jongelui, waaronder jouw leerling-wtk.!".
"Mijn derde stuurman wilde mij in horizontale houding boven van de trap laten vallen, daar heb ik intussen al een hartig woordje mee gesproken, maar jouw man heeft tegen mijn deur staan zeiken!".
Ik kon het mij niet voorstellen, ik kende Cees als een zeer nette, rustige jongen.
"Ik wens dit toch tot op de bodem uit te zoeken en wel onmiddellijk!" ging Freddie verder.
"Dus haal hem maar hier!" en tegen Pikkie; "Dan nemen wij vast een "hair of the dog that bit us last night!".
Tegen beter weten in ging ik op zoek naar Cees.
Ik trof hem in de gang en vroeg wat er nu precies was gebeurd.
Mijn vermoeden bleek te kloppen.
Toen Freddie zijn "epilepsie"-aanval kreeg, besloten Cees en de 3e stuurman zich op te offeren en sjouwden de 90 kilo zware zoutzak vier dekken op naar boven.
Op de laatste trede werd het gewicht hen bijna te veel, hetgeen Joop de derde stuurman deed hijgen: "Zullen we hem naar laten pletteren!???".
Dit deed Freddie een oog openen en de gedenkwaardige woorden uitspreken; "Dat... zou ik maar niet doen!".
Vervolgens bleek de deur van Freddie op slot te zitten.
Niemand sloot normaliter op zee zijn deur af, maar het was meer een voorzorgsmaatregel geweest van Freddie, om eventuele diefstal van drank en bijbehorend "misbruik?" door onze Bantu's tegen te gaan!!!!.
Freddie werd rechtop tegen de deurpost gezet, terwijl Joop zijn zakken afklopte, op zoek naar de sleutel.
Volgens Cees, zei Freddie op dit moment: "Niet zo hard kloppen..!, Ik moet heeeeel...nodig..!.
"Maar daar hebben wij niet meer op gewacht!" sprak hij, die nog veel moest leren. "Maar nu beweert Freddie,....dat jij Cees....!".
"Wat.....? Is-t-ie helemaal mesjogge!" sputterde Cees tegen.
"Rustig nu maar, iedereen kent de toedracht, zeg maar niks en laten we kijken of er nog wat te lachen valt, het is ten slotte nog kerst!" sprak ik hem vaderlijk toe.
Het college van rechters was intussen uitgebreid met Willem en Rob.
Het viertal zat met ernstige gezichten achter de tafel in de hut van Freddie, die met de ijszak nog stevig op de kop en gehuld in de badkimono, op van Gullik's "Rechter Tie" leek.
"Nee, nee, nee, blijven jullie maar staan!" sprak Pikkie, toen Cees en ik aanstalten maakten om op de bank te gaan zitten.
"Juist collega" sprak Rob, "het is een goede gewoonte dat de beklaagde en zijn verdediger blijven staan".
Freddie opende: "Beste Cees, waarom sta jij "˜s nachts altijd tegen mijn deur te zeiken?".
Het feit stond intussen al niet meer op zichzelf! En Cees begon er nu ook de humor van in te zien. "Weet jij wel, dat dit heel vervelende gevolgen kan hebben!" ging Freddie verder, "Zo stond ik deze morgen vroeg al tot mijn enkels in het nat voor mijn deur!", "kun je je voorstellen hoe naar of dat is?".
Ja, dat kon Cees zich wel voorstellen!.
Ik, als verdediger, mocht het woord niet meer voeren.
Cees werd veroordeeld tot het openen van zes bier uit de koelkast van Freddie en moest beloven voortaan altijd van het toilet gebruik te zullen maken,....."Cees dispissed!".


Afbeelding
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Oud en Nieuw

Zoals meestal na kerst duurt het niet lang voordat het "Oud en Nieuw" is en dat was dit jaar op de "Napier" geen uitzondering.
Nog voor aankomst Zuid-Amerika stond ook dit feest op de rol. Na het grote succes van de kerstviering, besloten we ook oudejaarsavond groots aan te pakken.
De sfeer was goed, gezellige mensen, dus wat wil je nog meer?.
Ja, oliebollen!.
Willem, als telg uit een oud bakkersgeslacht en ik besloten ons daar over te ontfermen.
Dit om te voorkomen dat onze Hongkongkok zich er mee zou gaan bemoeien en er weer een soort van "Boissevain-Oilballs" op tafel zouden komen.
Oliebollen en appelflappen bakken daar zit een hoop werk aan.
Goed beslag maken wat wil rijzen is zo eenvoudig nog niet.
De eerste appelflappen die ik bakte resulteerden dan ook in losse appels en losse flappen.
Daarna tijdens het echte bakken en na aanpassing van het beslag was er, zeker aan het handje van Willem, geen fluit aan.
Telkens als er weer een schaal vol was, bracht Willem de dampende bollen of flappen naar de bar, waar zich eind van de middag al een redelijk publiek had gevormd.
Het was dan ook bakken tegen de bierkaai, iedere keer als Willem met een volle schaal de bar in kwam, was de vorige al weer leeg.
Zo schiet je lekker op!
We besloten dan ook de volgende ladingen in de keuken achter te houden.
Na het bakken pakten Willem en ik voor het "mandiën" nog even vlug een kouwe "pijp" aan de bar.
Op het moment dat we binnen kwamen zat de stemming er al goed in.
We vielen net in een uitleg van Freddie, waarom ze hem de bijnaam "Orkaan" hadden gegeven.
Hij gaf, blijkbaar op verzoek van Pikkie, het zoveelste lulverhaal ten gehore over hoe hij een orkaan had trachten te ontwijken en er uiteindelijk middenin was gekomen.
Hij eindigde met: "Maar jij Pikkie, hoe heet jij ook alweer met je echte naam?".
"Jan" klonk het kortaf.
"Oh ja Jan,...dat staat ook op de monsterrol".
"Hoe ben jij eigenlijk aan je bijnaam,'Pikkie' gekomen?".
Voordat Jan kon antwoorden, zei Willem; "Hij heb een heeeel klein Piepie kapitein!".
"Willem houdt je muil!" klonk het nog korter.
"Ik kom uit Gouda en omdat ik vroeger goed kon priksleeen"....."Niet waar hoor kapitein! Hij heb een piepklein piepie!"....."noemden ze mij 'prikkie' maar toen ik voor het eerst met een schip uit Nederland vertrok".......
"Zijn vrouw heeft het me zelf verteld.....,zooo.. Klein...!".
....en werd afgedouwd door een paar maten, die me bij mijn bijnaam noemden".......
"Het stelt echt niks voor kapitein..,zo'n..dingetje!".
.....was er een of andere lul, die 'pikkie' verstond, in plaats van 'prikkie!!!!'".
"Van a-tot-z gelogen hoor kapitein, ik was er zelf bij!".
"Nog sterker, het is jouw schuld!"..bulderde "Prikkie?".
Het werd tijd om te gaan douchen.
De avond werd verder doorgebracht met het zingen van een groot aantal bekende en minder bekende, nette en minder nette, strijdliederen, hier en daar doorspekt met sterke verhalen van het bekende soort.
Op verzoek van Freddie zou ik om twaalf uur scheepstijd het oude
Jaar uitluiden, door de "the last post" te spelen op mijn, ooit in Sjanghai aangeschafte trompet.
Helaas had ik het instrument de hele avond onbeheerd in de salon naast de oliebollen laten liggen.
Blijkbaar hadden Willem en "P(r)ikkie?" (geen muziekliefhebbers!) in mijn afwezigheid een weddenschap afgesloten; "Hoeveel oliebollen kun je in een trompet proppen?".
(Dus dat spelen werd afgelast.)
Op nieuwjaarsdag in de werkplaats, na veel gemuggel met werklucht, kwamen wij tot tien stuks!.
Het instrument heeft nadien de Hoge-"C" nooit meer gehaald.
"Happy Newyear!".
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Petrobraz

Pikkie was zeventien jaar niet in Zuid-Amerika geweest.
Maar vanaf het schip bekeken zag Rio er nog nagenoeg hetzelfde uit, zei hij.
Meer zouden we er die eerste avond ook niet van zien, want het was meteen "bunkeren" geblazen.
"Spreken die kerels nog een beetje Engels?" vroeg hij bezorgd, "want mijn Spaans is niet meer wat het geweest is".
Toen ik hem vertelde dat het nog erger was en ze hier Portugees spraken zonk de moed hem helemaal in de schoenen.
"Als ze maar op tijd stoppen!" ging hij verder.
"Ik sta aan dek bij de slangen en ga er geen moment vandaan" beloofde ik hem, dat deed hem deugd.
Het bunkeren verliep op rolletjes en om een uur s'nachts lagen we allemaal in ons mandje.
Tegen een uur of vier werd ik wakker van gebons op mijn deur en commotie op de gang.
Voor mijn deur stond Pikkie met een Braziliaans uitziend tiep.
"Die vent staat al een uur op mijn deur te bonzen en roept 'Pedro' " zo begon Pikkie "en ik probeer hem uit te leggen dat ik Jan heet en jij Dirk en dat er op dit dek verder niemand woont die 'Pedro' heet!".
"Pedro?" vroeg ik het tiep.
"Si...Petro-Braz!" was het antwoord.
"Dat is hier de nationale oliemaatschappij, hij komt waarschijnlijk om de bonnen te laten aftekenen" stelde ik Pikkie gerust.
Die avond wilde hij toch wel even de wal op en we besloten samen te gaan. Op het laatste moment meldde Willem zich ook.
In Brazilië zijn de mensen altijd vrolijk, of ze nu arm zijn of
rijk, gelukkig of ongelukkig.
Als je daar zo rondwandelt komt dat altijd op je over, of je moet wel een erge zuurpruim zijn.
Dat waren we geen van drieën, dus we slurpten de gezelligheid en de uitbundige sfeer, die er nog hing van de nieuwjaarviering gretig op.
Brazilianen hebben weinig aanleiding nodig om feest te vieren en het is ook erg moeilijk voor ze, om een eenmaal ingezet feest af te kappen.
Zodoende ijlt de Kerst-Nieuwjaarweek nog minimaal een weekje na.
Aan het einde van de avond werd de kennis van Pikkie omtrent de lokale taal opnieuw op de proef gesteld.
Hij had wat trek gekregen en wilde iets eten.
"Laat hem maar aanmodderen hoor" zei Willem hardvochtig.
Maar nadat ik Pikkie in diverse eettentjes een imitatie van een koe had zien doen, hij gebruikte daarbij zijn wijsvingers als horens, deed zijn kop omlaag en schraapte met zijn rechtervoet over de tegels, al roepend; "broodje buffalo" zette ik koers naar "Wimpy".
Daar hadden ze wel niet precies een "broodje buffalo" maar een
"Hamburguesa" en een "Perro Caliente" kwamen het dichtst in de buurt.
De volgende avond gingen we vroeg naar bed en maakten een "boerennacht", volgens Willem het tegenovergestelde van de vorige,
Die hij klasseerde als een "hoerennacht", het scheelt maar een letter!.
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Koeien

In Argentinië was de eerste haven niet, zoals gebruikelijk Buenos-Aires of ook wel "BA", maar San Nicolas.
Al met al een dag de "Rio de la Plata" opvaren.
Aan het einde van die middag waren we dwars van Buenos-Aires en het volgende stuk op de hierna steeds smaller wordende rivier, voeren we in het donker onder loodsaanwijzing.
Daar de rivier nogal onbetrouwbaar is en er regelmatig gemanoeuvreerd of bij laag water zelfs geankerd diende te worden, voeren we met dubbele bezetting, zowel op de brug als in de machinekamer.
Pikkie en ik liepen zes op, zes af, evenals de derde en de vierde.
De volgende morgen om half zes werd ik gepord, het was nog steeds donker en we lagen ten anker op de rivier.
Tien minuten later was ik op de brug, alwaar ik Pikkie en Willem aantrof gebogen over de kaart van de rivier.
We liepen gedrieën naar buiten en genoten van de stilte.
Dromerig zei Willem: "ik hoor een koei!".
"Dat is echt weer iets voor willem hoor...! Hij hoort een koei!" sprak Pikkie sloom.
"Nee echt", zei willem "Ik hoor een koei loeien!".
Tien minuten later was het al wat lichter geworden en in de schemering zagen we aan bakboord op een eilandje, vijftig meter van het schip ,half in het water niet een "Koei"..maar wel duizend.
"Zie je nou wel!" zei Willem.
Over een "Broodje Buffalo" gesproken!.
Binnenliggend in San Nicolas bracht Freddie de scheepspost rond.
Ik zat net bij Pikkie in de hut.
"Ik heb slecht nieuws en slecht nieuws", begon hij "Wat willen jullie eerst horen?".
"Doe eerst het slechtste nieuws maar!" zei Pikkie.
"Je gaat straks in Durban naar huis en wordt afgelost door de heer Dirkse".
"Dat is veel te vroeg!", zei Willem die ook net binnenstapte,
"je bent gelijk met ons aan boord gekomen!".
"Niks te vroeg" zei pikkie, die net onder de douche vandaan kwam, "ik keek net nog even vlug in de spiegel en de patroontassen zijn al langer dan het geweer!".
"Zie je wel kapitein, hij heb zo..'n klein piepie!!" zei Willem.
"Houdt je muil Willem!" en "wat is het andere slechte nieuws?", ging Pikkie licht geïrriteerd verder.
"We krijgen in Durban hoog bezoek, er zit een fusie aan te komen met Nedlloyd en een van onze directeuren, dhr.dirkzwager, komt daar de voordelen van uitleggen!" sprak Freddie lichtelijk opgewonden.
"Stel je voor, wij als de: -'bij Indie-betrokken-rederijen'-, samen met die gasten van de 'Hollandse-vaart', dat komt nooit goed!!".
Hij moest even uitblazen en er over nadenken.
Vervolgens sprak hij nog peinzend: "Dan hebben we straks meneer Dirkse, jij Dirk, de 2e stuurman heet ook Dirk, van wie zou die man toch een zwager zijn?".
Zo had Freddie iets met namen, hij zei ooit met een 4e wtk te hebben gevaren, die "Vliegen" heette, met als voornaam "Sietze".
"Sietze Vliegen, hoe komen die ouders er op?" zei hij dan, "zijn pa werkte zeker bij de KLM!?".
Trouwens over de naam van onze vijfde wtk. had hij ook wat te zeggen, hij vond dat onze Drent, Meine Seinen, beter marconist had kunnen worden: "Meine...Seinen! Meine...Seinen!"


Plaats reactie