"Zeebeest" doet een rondje NL.

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14439
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Harry G. Hogeboom »

Zitten jullie aan het bier??..........heeft Bertje een rondje gegeven omdat het Zaterdag is :mrgreen: OF heeft ie de loterij gewonnen :roll:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"

Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Albert »

Of Bert de loterij gewonnen heeft? Geen idee!
Ik denk eerder aan een acute aanval van weggeveritus. :shock:
Hoe dan ook, het was wel even schrikken.

Vr. gr. Albert :lol:
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14439
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Harry G. Hogeboom »

schrikken.
NOU moet je zien dat je hem "er aan went" :roll:

Je moet hem eens vragen Albert of ie een zakkie heeft in z'n laatste hempie :lol: :roll:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Albert »

“Zeebeest” doet een rondje NL.

11.


Zo. 25 – 07 -,10 Bew. WSW3-4.


Terwijl ik buiten de ontbijttafel dek, roep ik naar binnen:’Wil je toch even een sweater voor me pakken, het is kouder dan ik dacht.’ De lucht is bedekt en het voelt fris aan, zo in mijn T-shirt en shorts. Ik kijk op de thermometer 19°, dat is inderdaad ijsberen weer. ‘Martje, mag ik ook een warme kruik en hete chocolademelk?’ ‘Ze gooit me een sweater naar mijn hoofd en zegt:‘Zeker schat, zal ik ook je schaatsen even voor je uit het vet halen?’ ‘Martje lief, wat ben ik toch een gezegend mens, ik heb iets wat Albert Einstein niet had, een vrouw die me begrijpt!’

Om 09:20 draai ik de kromme spijker omhoog, zet zeil en draai de neus naar het zuidwesten. Zo zeilen we op ons gemak het Volkerak op. Het eerste stuk is nog net bezeild, daarna moeten we zowat recht tegen de wind in. Omdat het hier druk is met beroepsvaart heb ik niet veel trek in laveren, dus rollen we de zeilen weg en starten onze BUKH. We tuffen langs de Galatheese Haven, waar – nog steeds – een gezellig allegaartje van o.a. oude beroepsschepen ligt. Bij de Noordplaat draait het vaarwater wat naar SB en kunnen we de laatste twee mijl naar de Krammersluis zeilend afleggen. Om 11:35 varen we de sluis uit en hoewel we vrij laat ontbeten hebben, vindt Marjanne het tijd worden om een groot blik knakworstjes open te trekken en die zachtjes op te warmen. In de hapjespan piept ze wat pistoletjes op. Er zijn nog zat worstjes over maar na twee hotdogs, met alles erop en eraan, ben ik vol en ook Marjanne heeft genoeg gehad. Ze zegt:’Ik wil ze niet bewaren, zo lekker waren ze nu ook weer niet. Kiep de rest maar over de muur, dan hebben de krabben er nog wat aan. Net als ik het pannetje buitenboord wil houden, komt een grote meeuw, met zijn blik strak op de worstjes gericht, vlak achter ons zweven. Ik zet het pannetje neer en grijp mijn camera. De meeuw komt dichterbij, laat zijn landingsgestel zakken ….
HPIM2419.JPG
HPIM2419.JPG (68.29 KiB) 3646 keer bekeken
… en maakt een perfecte tweepuntslanding op het Honda-tje. ‘Hallo, hier ben ik dan. Ja, dank je, ik heb een goede vlucht gehad en nee, totaal geen last van jetlag of verstopte oren. Maar uh, wat stond er ook alweer op het menu?’ Hij gluurt verwachtingsvol naar het pannetje.
HPIM2418.JPG
HPIM2418.JPG (89.31 KiB) 3646 keer bekeken
Ik leg mijn camera weg en gooi hem een worstje toe. Met zijn vleugels uit maakt hij een klein sprongetje in de lucht, vangt zwevend op de luchtstroom het worstje en laat zich, onder het schrokken door, licht als een veertje terugzakken op het motorkapje. ‘Oké knul, dat voorafje was wel aardig maar vind jij ook niet dat het onderhand tijd wordt voor het hoofdgerecht?’ De rest van de worstjes verdwijnt in hoog tempo in dat vliegende vuilnisvat. Pas wanneer hij zich hoogstpersoonlijk er van heeft overtuigd dat het pannetje echt leeg is, accepteert hij een boterham als toetje en stijgt op. Nog even blijft hij boven “Zeebeest” zweven om te zien of er toch nog iets te bikken valt, dan ziet hij achter een motorboot op tegenkoers een hele meute soortgenoten hangen en voegt zich met een schrille schreeuw bij zijn maats. Marjanne zegt:’Die gaat weer naar zijn verloofde.’ ‘Verloofde, wat is dat nu weer voor onzin?’ ‘Jazeker, zag je de ring aan zijn rechterpoot niet?’

We naderen Schouwen Duiveland. Marjanne wijst naar SB. ‘Kijk, Bruinisse.’ Ik haal mijn schouders op. ‘Bruin is ze, wit was ze. Dat moet ze helemaal zelf weten, mij is het om het even.’ Marjanne’s ogen schieten vuur en even vrees ik voor mijn leven, dan laat ze haar adem ontsnappen, geeft me een zoen en zegt:’Op de dag dat jij normaal wordt, word je weer gek van vreugde, lelijke luilebol die je bent.’

Bruinisse, het is alweer meer dan dertig jaar geleden dat we hier met onze kotter “Baltic” door de sluis gingen om bij vrienden in Brouwershaven op visite te gaan. Op de terugweg bij het invaren van de voorhaven, zien we de brug omhoog staan met de lichten op groen. Omdat ik, zonder al teveel oponthoud, in één ruk van Brouw naar onze ligplaats in Mokum wil varen, zet ik de volle 72 pk’s van de Perkins op standje “waterskiën” en storm naar de sluis. Met nog twintig meter te gaan, springen de lichten op rood. Omdat een stalen brug nu eenmaal sterker is dan een houten scheepje en ik er echt niet op zit te wachten dat zo’n ding op mijn scheepje landt, sla ik vol achteruit. De sluispik begint woest met zijn armen te zwaaien en boos tegen ons te schreeuwen dat we op moeten schieten. Marjanne, die destijds nog heel oprecht dacht dat haar “Albertje” zichzelf niet kan verdedigen, zegt heel verontwaardigd:’Dan had u de lichten maar niet op rood moeten zetten!’Nog voor de kwade sluispik een passend antwoord heeft verzonnen, vervolgt ze triomfantelijk:‘Want rood is rood en groen is groen!’ De goede man die, na jaren van onzekerheid, eindelijk antwoord krijgt op een van de meest essentiële vragen des leven, staat haar - als aan de grond genageld - met open mond aan te staren.

Deze keer laten we de sluis van Bru links – SB dus - liggen en varen het nauwe water van het “Mastgat of Zijpe” in. Net wanneer ik in de kaart sta af te passen hoeveel mijl het nog naar Zierikcitty is, legt Marjanne haar hand op de kaart en zegt:’Dat lijkt me leuk, daar wil ik heen!’ ‘Goed schat, haal dan wel even je hand weg, zodat ook ik weet waar we naartoe gaan.’ ‘Ahá, de krabbenkreek, daar liggen twee havens, Sint Annaland op Tholen en Sint Philipsland op – echt eerlijk waar - Sint Philipsland. Weet je zeker dat je dáár heen wil? Het is vandaag zondag, dan is daar, op de kerk na, alles gesloten. En vrouwelijke toeristen die de euvele moed hebben om in shorts de wal op te gaan, worden - na met pek en veren te zijn behandeld - met ossenzwepen het dorp uitgejaagd.’ Marjanne, die zelfs voor míj niet bang is, laat staan voor de middeleeuwse zeden en gewoontes die hier in deze contreien nog zo welig tieren, zegt:’Laten we maar eens in Sint Annaland gaan kijken.’Goed schat, als je dan met alle geweld het gevaar wilt opzoeken hou ik je niet tegen maar wéét waar je aan begint!’

Ik pik de autopilot uit, stuur op het handje naar de scheidingston aan de overkant en draai de krabbenkreek in. Twee mijl verder, schuin tegenover de haveningang van St. Annaland, tussen de Kr.16 en Kr.18 en een eindje buiten de geul, zit een groot Duits paaljacht aan de grond. Een landgenoot van hem, in een grote RIB met een overdaad aan paardenkrachten, is bezig hem los te trekken. Jammer genoeg heeft de stoere berger niet goed in de kaart gekeken, waardoor hij niet in de gaten heeft dat hij bezig is het jacht nog hoger op de uitloper van de ondiepte te trekken. Het publiek op de wal heeft intussen de grootste lol en staat het spul luidkeels aan te moedigen. Moet ik nu voor spelbreker spelen en die man vertellen dat hij beter aan de achterkant kan gaan trekken? Nee, waarom zou ik, er is niet veel wind en er staan hier geen golven, dus echt gevaar is er niet bij, laat ze er zelf maar achterkomen. Wij draaien SB uit de haven in en zien een grote moderne marina. Marjanne’s gezicht betrekt. ‘Bah, dit is helemaal geen leuk oud haventje, hier wil ik niet liggen!’ Tegen beter weten in, probeer ik haar nog om te praten maar haar besluit staat vast. ‘We gaan weg!’ ‘Ja baas, goed baas maar we gaan ook niet in Flipland kijken, want volgens de kaart valt het daar met laagwater droog, nee, we gaan naar gewoon naar Zierikcitty.’ Buiten de haven zien we dat de RIB nu bezig is om de neus van dat paaljacht rond te trekken. ‘Kijk Martje, óf hij komt alsnog vlot, óf de kiel breekt er onderuit, dat merk heeft wat dat betreft nogal een reputatie. Ik weet eigenlijk niet of die reputatie verdiend is maar we blijven er niet op wachten. Volle kracht vooruit met die hap, Zierikcitty here we come!’

Bij de Zeelandbrug laten we de boten die voor de val liggen te wachten aan SB en koersen op de hoge doorvaaropening met hoogteschaal aan. Volgens de kaart is de vrije doorvaarhoogte daar 11,9 m. maar dankzij het getij, hebben we nu dik dertien meter. Ondanks wat golfslag, komen we onder de brug door zonder hem met ons antennesprietje te kietelen. Een minuut of tien later, draaien we het lange havenkanaal van Zierikzee in. Voorbij de keersluis zien we dat de jachthaven stampvol ligt. Dan maar door naar de kade waar vroeger, toen we hier woonden, alleen maar mosselkotters lagen maar waar ze nu een lange drijvende steiger hebben neergelegd. Ook hier is het druk. Aan de steiger liggen ze minimaal drie en hier en daar zelfs vijf dik. Een kleine RIB, waarin een man in een wit overhemd met een indrukwekkende pet op zijn hoofd, komt ons tegemoet. ‘Kijk, de havenmeester, die komt ons een mooi plaatsje als achtste in de rij aanbieden.’ Het bootje zwaait rond en komt langszij. ‘Goede middag, helemaal achterin bij de brug heb ik nog een mooi plekje voor u, volgt u mij maar. Hij gaat ons voor en dirigeert ons naar een grote zalmschouw die, net voorbij de kop van de lange steiger, langs een vissermannetje ligt. We maken vast en kijken hoe we aan de wal kunnen komen. De zalmschouw, met als thuishaven Werkendam, is een grote open bak zonder voor en achterdek en ook nog eens zonder gangboorden maar wel met een grote huik van voor naar achter. Geen dekken betekent, dat we iedere keer bij de buren door de “woning” moeten klauteren om naar de wal en terug aanboord te komen. De buren, een jong stel, bezweren ons dat ze dat helemaal geen probleem vinden maar ik vind dat geen elegante oplossing. We besluiten om “Loodje” te gebruiken om rond de buren naar de kont van het vissermannetje te roeien en dan via hem, op de kop van de steiger te stappen. Er komt een jongen in een rubberbootje aangetuft. Opeens draait hij richting “Zeebeest” en kijkt ons vrolijk lachend aan. Verrek, ik ken dat joch maar waarvan ook alweer? ‘Hij zegt:’Hallo.’ En ik “Hallo”terug. Wanneer ik laat blijken dat zijn gezicht me bekend voorkomt maar dat het daarmee ophoudt, zegt hij:’Ik ben Bas Post, de zoon van Henk.

Eindelijk valt bij mij het kwartje, natuurlijk, nu weet ik het weer, hij was een van die geinige kleine rotjochies – en trouwens ook meisjes – die, verleden jaar bij de zomermeeting, met “Loodje” door Trintelhaven voeren en er in no time handiger meer omgingen dan de meeste volwassenen. Later beweerde Henk dat ik hem op kosten had gejaagd, omdat hij er toen echt niet meer onderuit kon om ook een bootje te kopen. Ik zeg:‘Wat leuk zeg, waar liggen jullie?’ Bas, die in een jaar tijd een behoorlijk stuk gegroeid is, legt uit in welk pack en als hoeveelste uit de kant ze liggen en besluit:’Mijn ouders en mijn zus Ellen zijn nu nog de wal op maar ze zullen het leuk vinden om jullie weer te zien.’ ‘Fijn, we lopen straks die kant uit, dan zien we wel of ze terug zijn.’

We gaan het stadje in, lopen alle boetiekjes af en kopen, net voor ik van uitputting het loodje leg, een ijsje. Wanneer we laat in de middag weer op de kade komen, kijken we even bij de boot van Henk maar er is nog niemand aanboord. Volgens de buren zijn ze uit eten. Via “veerboot Loodje” komen we weer op “Zeebeest” en zitten even later aan een heerlijke, welverdiende, ijskoude keil.

Omdat het te warm is om te koken gaan we, bij het vreettentje aan het ander eind van de kaai, vis met patat eten. Terwijl Marjanne in de rij gaat staan om te bestellen bezet ik alvast een tafeltje op het “terras”. ‘Wil je er een pilsje bij?’ Ja graag, maar wel een grote!’

’s Avonds roeien we naar de boot van de familie Post. We worden allervriendelijkst ontvangen en van een drankje voorzien.
HPIM2422.JPG
HPIM2422.JPG (130.24 KiB) 3646 keer bekeken
We praten ontspannen over boten, zeiltochten en die keer dat, met harde wind op het wad, hun roer brak en ze op het nippertje, net voor ze op de basaltblokken van de afsluitdijk werden gesmakt, door een berger op sleeptouw werden genomen. Ook Henk’s uitzending naar Uruzgan - als reserve officier specialist civiele infrastructuur, in de rang van majoor landmacht, met als specialiteit water - komt aan bod. Wat me - buiten het boeiende onderwerp - opvalt, is de warmte waarmee Henk over zijn contacten met de plaatselijke bevolking spreekt. Toch is hij geen “geitenwollensokkenfiguur” die met zijn hoofd in de wolken loopt. Integendeel, Henk komt over als een realist die oprecht om mensen geeft maar zeker niet blind is voor hun fouten. Ook Anneke en de kinderen, hoewel die laatste wat minder aan het woord komen, zijn mensen die het waard zijn te leren kennen. Al met al wordt het een latertje voor we, heel tevreden, weer terugroeien naar “Zeebeest”. Wanneer we bij de boot komen, duiden geluiden onder de huik van de zalmschouw er op dat er noest wordt gewerkt aan het produceren van nageslacht. We kijken elkaar even glimlachend aan en klimmen zonder geluid te maken aanboord. Marjanne schenkt twee glazen koude melk in, werpt een blik op de boot van de buren en zegt zacht:’ Op een leuk nieuw Werkendammertje. Proost’




Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Albert »

“Zeebeest” doet een rondje NL.
12.




Ma. 26 – 07 -,10. NW 4. Wiss. bew.


Vandaag gaan we naar de Grevelingen maar eerst moet er gewinkeld worden. Wanneer we alles hebben neem ik - dom genoeg - de kortste weg terug, dus komen we vlak bij de watersportzaak van firma Bouwman op de kade uit. Natuurlijk moet Marjanne even kijken bij de afgeprijsde kleding en vindt een heerlijk warm vest “voor de koele najaarsavonden”. ‘Schat, volgens mij ben je helemaal mesjogge. De mussen vallen dood van het dak door de hitte maar jij moet zo nodig een dik wollen vest kopen met een voering van namaakbont.’ ’ Intussen reken ik in stilte uit hoeveel gasolie, om over bier maar te zwijgen, ik voor dat geld zou kunnen kopen. Helaas is ook die alleraardigste verkoopster het helemaal met Marjanne eens. ‘O, mevrouw het staat u zó bééldig!’ Het beroerde is dat het haar inderdaad goed staat, dus als Marjanne nog twijfelt vanwege de nog altijd forse prijs, zeg ik heel stoer:‘Hij staat je goed, neem hem maar’. Ja lui, laat maar, ik weet zelf ook wel dat ik een watje ben, maar wat wil je? Ze is mijn maatje en ik hou van die griet.

12:15 Vertrek Zierikcity. Halverwege het havenkanaal zetten we zeil en gaat de motor stop. We zeilen via;Oosterschelde, Keeten, Mastgat of Zijpe, naar Bru. Om 14:50 meren we af langs een van de vele wachtende boten voor de sluis. We moeten eerst nog een volle schutting voor laten gaan voor we om 15:10 aan de beurt zijn. Natuurlijk zijn er weer een paar boten bij die denken dat de laatste de eersten zullen zijn. Door meteen naar het midden te steken en ons strategisch voor hun neus op te stellen, kunnen de boten die wel aan de beurt zijn netjes de sluis in schuiven. Wanneer er achter me een scheldkanonnade losbarst die bewijst dat geld en fatsoen niet persé altijd samen gaan, wacht ik tot hij adem moet scheppen en roep:’Zeker jochie, dat is wederzijds, ik hou ook van jou! Ach ja, na meer dan twintig jaar van sluisindelingen maken en omgaan met opgeblazen ego-tjes, is het een ingebakken gewoonte geworden omdat soort patsers op hun vingers te tikken. Het zal wel een vorm van beroepsdeformatie zijn, lastig voor anderen maar niet gevaarlijk.

Na de sluis leggen we even aan om drinkwater te laden. We kopen ook meteen een weekkaart, waarmee je overal op eilandjes en andere plekken van het recreatieschap mag aanleggen. Daarna draaien we de Grevelingen op. ‘Zo Martje, we hebben weer genoeg zoetwater voor jouw drie hobby’s; koffie zetten, koken en afwassen.’ ‘Ho ventje, daar wil ik het nu net even met je over hebben. De laatste tijd doe jij, behalve dat je bij de afwas even met de theedoek loopt te zwaaien, helemaal niets meer in de kombuis. Daarom heb ik voor vanavond spaghetti op het menu staan, dat is een gerecht waar zelfs jij niet veel aan verprutsen kan, dus jij kookt!’ ‘Je bedoelt natuurlijk dat je eindelijk weer eens echt lekker wil eten, nou dat kan. Maar uh, als ik alles helemaal in mijn uppie moet doen, wat doe jíj dan?’ Ze lacht me liefjes toe en zegt: ‘Ik? Ik doe wat jij altijd doet, ik trek alvast een wijntje open en misschien, héél misschien, help ik je vanavond bij de afwas.’

De Grevelingen is een wijds stuk getij loos zoutwater waar, op de voormalige zandbanken een prachtige zout minnende, begroeiing is ontstaan. Om de begroeiing een klein beetje in toom te houden, lopen er op de grootste banken Kowaldski paardjes – een door meneer Kowaldski, terug gefokt ras uit de oertijd - vrij rond. We varen om bij halfzes de voormalige werkhaven van Bommenede op Schouwen Duiveland in en vinden een plekje aan een van de lange smalle steigertjes.

DOG 19,3’
HPIM2425.JPG
HPIM2425.JPG (169.27 KiB) 3486 keer bekeken
Het is hier een gezellige bende van bootjesmensen die geen behoefte hebben aan een grote blauwe contactdoos voor hun “Duitse landvast” en die ook het bruisende walvertier bij de grote Marina’s niet missen. Er wapperen hier opvallend veel vlaggetjes van de Nederlandse Vereniging van Toerzeilers. Ik wijs op die rode vlaggetjes en zeg: ‘Martje, ik krijg me daar toch even een déjà-vu ervaring, niet mooi meer! Tijdens de Pinkstertrip, lag het in Lowestoft ook al zo vol met Toerzeilers, nog even, dan krijg ik een acute aanval van achtervolgingswaan. Hoewel, het clubblaadje had het dit het voorjaar over een toertocht om de zuid voor families met koters dus voor deze keer krijgen ze het voordeel van de twijfel maar laat ik niet nog zo’n vlag tegenkomen tegenkomen, dan zeg ik subiet m’n lidmaatschap op!’ Marjanne wijst omhoog naar de BB zaling waar onder de ZF wimpel ook iets roods wappert. ‘En die dan?’ ‘Sorry schat ik zie even niet wat je bedoeld, ‘k heb zeker de verkeerde bril op.’

Marjanne blijft volhouden dat ík moet koken, dus ga ik eerst eens kijken of alles er wel is. Ha, een pak spaghetti, daarmee zijn we al een goed eind op weg. Uit de bakskist haal ik; tomaten, champignons, peultjes, bosuitjes en natuurlijk een flinke bol knoflook. In de koeling ligt rundergehakt maar dat laat ik daar nog even liggen tot alle voorbereidingen zijn getroffen. Zo even door de kombuiskastjes rauzen. Een pakje tomatensaus, een bouillon blokje, oregano, peper, zout, sweet chilisaus, honing en nog een potje kruiden waarvan het etiketje weg is maar dat, volgens mijn ruim ontwikkeld chef-koksinstinct, precies datgene is wat er aan ontbreekt. Terwijl ik alle rommel panklaar maak, zet Marjanne de kuiptent op maar laat de flappen aan BB en de achterkant open, zodat we straks onder het eten uit de wind zitten en toch een mooi uitzicht hebben. ‘Martje, schenk me even een glas wijn in wil je?’ Ze zet een glas naast me neer en zegt: ’Kan je niet even wachten tot we aan tafel zitten?’ Ik zeg, terwijl ik een flinke slok neem: ‘Maar lieve schat, ik moet wel, dit is een recept uit; Koken Met Wijn.’ Wanneer Marjanne dan ook nog commentaar heeft op het in de pan pleuren van een héél pak spaghetti, is mijn geduld op. ‘Allee Madammeke, schenk me als de donder nog een gloaske wijn in en verdwijn dan rap uit mijn cuisine!’ Ze schenkt me wel in maar laat daarbij duidelijk blijken het háár kombuis op háár scheepje is en dat het alleen aan háár goedhartigheid te danken is dat ik mee mag varen. ‘Verdorie vrouw, met al mijn gezui… uh, al dat geouweneel van jou, vergeet ik bijna de Parmezaanse kaas, waar is de rasp?’

Het eten is, mede dankzij de tips die Luigi Chianti vanuit zijn mandfles in mijn oor fluisterde, weer voortreffelijk. Het enige minpuntje is een figuur op een paal, die ons het eten zowat uit de mond kijkt en zo nu en dan dingen schreeuwt die ik hier liever niet herhaal.
HPIM2423.JPG
HPIM2423.JPG (134.15 KiB) 3486 keer bekeken


Na het eten kijkt Marjanne in de spaghettischaal en zegt: ’Zie je nu wel? Je hebt weer veel te veel gekookt, daar hadden we makkelijk nóg een keer van kunnen eten.’ ‘Prima, van mij mag het.’ ‘Ja, dat had je gedacht jochie, eens in de week pasta is meer dan genoeg, voer de rest maar aan de vissen. Terwijl Marjanne de rest van de spaghettisaus in een bakje doet - ‘Daar maak ik morgen met gebakken aardappels en eieren, een lekker schurrefie voor tussen de middag van.’ - begin ik slierten spaghetti naar de meeuw op de paal te gooien. Het mormel vindt het lekker en vreet in no time de helft van die witte slierten op. Dan gooi ik hem een stukje brood toe. Hij laat het, zonder er naar om te kijken, langs zich heen vliegen, zodat het in het water belandt waar een van zijn collega’s er korte metten mee maakt. Het volgende stukje komt recht op zijn kop af, hij ontwijkt het en weer vreet een ander het op. Marjanne zegt: ’Hij is vol, geef de rest maar aan de anderen.’ ‘Dat weet ik nog zo net niet, volgens mij is hij het resultaat van een affaire van zijn vader met een Napolitaans Oehoetje van lichte zeden, vandaar zijn voorliefde voor pasta en grof taalgebruik. Wacht maar eens, we doen meteen even een vergelijkend warenonderzoek dan zijn we er vlug genoeg achter.’ Ik gooi tegelijkertijd een stuk brood en een flinke schep spaghetti in het water. Terwijl de controle groep zich als één man op het brood stort, laat ons proefpersoon zich met een verontwaardigde schreeuw van zijn paal vallen en stort zich op de spaghetti. Nog voor de slierten weggezonken zijn heeft hij ze te pakken. ‘Nu weet ik het zeker, als dit geen waterdicht bewijs is, jij hoorde toch ook dat hij heel duidelijk riep, Niènte pane, pasta solo’.



Di. 27 – 07 -,10

Vanmorgen vroeg regende het licht maar nu, net na het vertrek om 10:05, begint het op te klaren en schijnt de zon tussen de wolken door. Het wordt een kort tochtje, na een half uur liggen we gemeerd aan een steigertje op het eiland “Dwars in de weg”.
DOG 2,4’

Ik hang het 2 pk. Honda Geweld achter “Loodje”, vul het tankje bij en pak Marjanne ’s rugzak aan. Ik trek “Loodje” stijf tegen de zwemtrap aan ‘Kom er maar in.’ We gaan verse stores halen in Brouwershaven, een ritje van hooguit anderhalve mijl maar in een rubberbootje van 2.2m voelt dat aan als een wereldreis. Zo laag op het water in een klein bootje, lekker lui achteroverliggend met mijn hoofd aan BB en mijn voeten aan SB buitenboord, denk ik; ’Het is waar, de hoeveelheid lol bij het varen, is omgekeerd evenredig aan de afmetingen van de boot’. Met andere woorden, ik ben geweldig aan het genieten.

We komen bij de aanloop van Brou. Ook zonder kaart weet ik dat ik niet te vroeg BB uit moet gaan. Onderwater loopt daar een dammetje waar zelfs ons kortstaart motortje zijn schroefje op kan verspelen. Boven het nauwe gat van de openstaande keersluis, zit de havenmeester in zijn hokje verkeersagentje te spelen. Beurtelings zet hij de lichten aan de ene kant op rood en andere kant groen. Aan de inkomende vaart vraagt hij, via het tweeweg communicatiesysteem, of ze een plaatsje voor de nacht willen of alleen boodschappen willen doen, waarna hij ze een plekje toewijst. Ons vraagt hij niets, wij zijn te klein om zijn belangstelling te wekken. We kachelen heel de haven door tot aan het eind en knopen “Loodje” vast bij het plein waar Vader Cats, in brons vereeuwigt, wijs staat te wezen. Voor we destijds in Zierikzee een huis kregen, hebben we hier in Brou nog een half jaar in een vakantie-chalet gewoond. Veel is er niet veranderd. De jachthaven is uitgebreid en er zijn wat winkels en horeca toestanden bijgekomen - waarvan het grootste deel buiten het seizoen waarschijnlijk gesloten wordt – maar voor de rest is Brou nog steeds het zelfde dorp als in de jaren tachtig.

We vereren de supermarkt met een bezoek, waarna Marjanne zich uitleeft in de viswinkel. We komen weer buiten met bakjes vissalade, een gerookte makreel en een grote bak verse mosselen in de rugzak. Marjanne heeft een flinke bak kibbeling met remouladesaus in haar hand en ik loop te watertanden met een heerlijk broodje haring met lekker veel uitjes en een plakje zuur. Onder het toeziend oog van Vader Cats genieten we van onze snack. Marjanne laat me weten dat die bak kibbeling toch iets teveel voor haar is dus, galant als ik ben, help ik haar uit de brand en kaan de rest op. We stappen in Loodje en hebben een mooi ritje terug naar “Dwars in de weg”. Terug aan boord gaan de mosselen los in de puts en worden een meter diep buitenboord gehangen. Daar kunnen ze verder verwateren en blijven vers.

Terwijl Marjanne het eiland verkent, ga ik snorkelen. Nu het niet hard waait is het water helder genoeg om een metertje of drie weg te kijken. Niet dat het hier op een tropische lagune met koraal en kleurige vissen lijkt maar toch is het wel interessant met wat planten, krabben en een of andere platvis die zich, bij mijn nadering, snel in het zand werkt. Na een halfuurtje heb ik het wel bekeken dus klim ik aan boord en spoel, op het voordek, met de douchezak het zoute water van me af. Es kijken, waar blijft Marjanne, zal ik haar tegemoet gaan? Ja waarom niet, kan ik meteen even kijken waar de paardjes uithangen. Met wat in vieren gesneden appels in een plastic tasje, wandel ik tussen de struiken door op zoek naar die biefstukken op poten. Op een smal zandpaadje met aan weerskanten dicht struikgewas en kleine bomen, hoor ik opeens, klopper de klop, klopper de klop, achter me. Net op tijd ga ik aan de kant staan, want met een noodgang komen er zes paardjes door de bocht galopperen. Zonder in te houden stormen ze langs me heen. Waar een stukje verderop de struiken over gaan in grasland, zie ik verschillende groepen paardjes staan grazen. Ik loop kalm op een van de groepjes af.
PICT1916 (800x600).jpg
PICT1916 (800x600).jpg (140.05 KiB) 3486 keer bekeken
Even kijken ze op, dan grazen ze weer verder zonder zich ook maar iets van me aan te trekken. Op een meter of vijf afstand blijf ik staan en hou een partje appel op mijn uitgestrekte hand. Een van die knollen komt onverschillig dichterbij en pakt met haar lippen die lekkernij van mijn hand. Meteen word ik omsingeld door de rest van de bende. In korte tijd ben ik uitverkocht maar dát geloven die vreetmachines niet. Van alle kanten sporen zachte neuzen, die tegen mijn ribbenkast duwen, me aan om nog meer uit dat tasje te halen. Jammer dan, ik heb niet meer. Voorzichtig doorbreek ik de kring van “vrienden voor het leven” en loop verder. Een paar volhouders lopen gezellig nog een stukje met me mee, besnuffelen me nog even met een blik van ‘Zijn er nou echt geen appels meer?’ en houden het dan ook voor gezien. Omdat ik Marjanne nergens zie ga ik weer naar de aanleg plaats en kom daar net op tijd aan om mijn maatje aan boord te zien stappen. We trekken een fles wijn open en leggen wat toastjes, Franse kaasjes, en garnalensalade op de kuiptafel. Hier zitten we dan, op een van de mooiste plekjes in Nederland volop te genieten van eten, drinken en het uitzicht. Al met al wordt het een latertje voordat ik de mosselen kook op een bedje van groenten met een flesje oud bruin, flink peper en verder niets. Van het mosselnat maak ik met wat azijn en mosterd een lekker “dopie.” Intussen heeft Marjanne het stokbrood gesneden en haar beruchte knoflooksaus gemaakt. ‘Alles klaar? Aanvalluh!’

Voor we uitgegeten zijn, de afwas af is en opgeborgen, wordt het al donker. Marjanne pakt haar boek en gaat onder de kuiptent zitten lezen.
HPIM2427.JPG
HPIM2427.JPG (141.01 KiB) 3486 keer bekeken
‘Zeg Martje.’ Ze kijkt op van haar boek. ‘Het is nu donker, dus die paardjes liggen nu natuurlijk te slapen. Wat zou je er van denken wanneer ik met het grote vleesmes naar ze toe sluip om een flink stuk malse biefstuk te bemachtigen?’ Marjanne verblikt of verbloost niet. ‘Ach schat, als je toch gaat, snij dan meteen wat lende lappen voor de hachee.’



Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Jos Komen (R.I.P)

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Albert, ik blijf genieten van je prachtige verhalen. :-D
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Albert »

Dankjewel Jos. :-D
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Stavenuiter
Berichten: 1919
Lid geworden op: 22 jul 2004 15:00
Locatie: Enkhuizen

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Stavenuiter »

Hallo Albert.

Wist niet dat je je ook met culinaire :mrgreen: ( gifmengen ) :mrgreen: hoogstandjes bezighield :-D
Dat je schrijversbloed heb, daar zijn we achter, maar koken, had ik nooit achter je gezocht.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan :?:
Mooie verhalen weer Albert, zou zeggen DOORGAAN

Groet Nico.
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Albert »

Hallo Nico, :-D

Dankjewel, met zulke recensies zou ik het niet durven wagen om te stoppen. :wink:
En je weet het, een echte zeeman is multifuntioneel inzetbaar, zelfs in de kombuis. 8)

Vr. gr. Albert :-D
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" doet een rondje NL.

Bericht door Albert »

“Zeebeest” doet een rondje NL.
13.



Wo. 28 – 07 -,10 Wiss. bew. NW 4.

08:40 Vertrek, Dwars in de weg.

Vrij van de steiger gaan de zeilen er op en kruisen we richting Ossehoek. Marjanne wijst op een groene schouw en zegt: ‘Is dat niet die schouw die ook in Trintelhaven lag?’ Ik pak de kijker om de naam te lezen. ‘Verrek, je hebt gelijk het is de “Climax”, die lui blijven er maar mee te koop lopen, ‘t is gewoon niet netjes meer.’ Brouwershaven laten we links liggen.
HPIM2428.JPG
HPIM2428.JPG (92.89 KiB) 4923 keer bekeken
We zeilen langs Skaerendieke – Scharendijke voor de niet Zeeuwen – keren bij de Brouwersdam om en kachelen, eerst voor het lappie, dan met ruime wind naar de plaat “Hompelvoet”, waar we een tegenzons rondje omheen zeilen.

We gedragen ons als echte plassenzeilers, want in plaats van een boterhammetje uit het vuistje onder het varen, draaien we de zeilen weg en laten de kromme spijker vallen om op ons gemak uitgebreid te kunnen lunchen. Hoewel ik na de lunch aangeef dat ik, veiligheidshalve, even naar het lek moet luisteren, denkt mijn bemanning (m./v.) er anders over. ‘Albert schat, ik moet hoognodig weer eens een flink stuk rennen, laten we alvast een plekje zoeken in die werkhaven van Bommenede, dan kan jij gezellig op je fietsje met me meegaan.’ ‘Als jij zo nodig moet rennen, van mij mag je maar helaas kan ik niet met je mee, mijn banden zijn veel te zacht en ik ben helemaal vergeten waar de pomp ligt.’ ‘Als je niet wil dan hoef je niet maar je bent wel een watje.’ Ik antwoord niet maar toon haar een vette grijns. Hoewel ik best genoten heb van het zeilen, vind ik het onderhand wel genoeg ook. Al dat heen en weer scharrelen, zonder een duidelijke bestemming, is toch niet zo leuk als het lijkt. ‘Goed schat we zoeken de haven op.’ Ik draai het anker eruit. Met alleen de Genua op en voor een westelijk windje, dat is afgenomen tot niet meer dan1-2 bft, drijven we, met een enkele rimpel voor de boeg, langzaam naar de haven. Binnen de ingang is de wind helemaal weg, dus mogen de 21 paarden van de BUKH het zware werk doen.

Aan het eind van een van de steigers is nog een plekje met vrij uitzicht. Marjanne wijst en zegt: ‘Daar wil ik liggen!’ ‘Ja baas, zeker baas en als je dan ook nog even de goedheid wil hebben om voorop te gaan staan met een trosje, komt het dik voor elkaar’ Aan de andere kant van de steiger liggen een paar nichtjes van “Zeebeest” twee LM ’s 27. In de kuip van de eerste zitten twee families aan bier, fris en chips. Hoewel “Zeebeest” een héle voet groter is dan die armetierige zevenentwintigjes, doe ik helemaal niet uit de hoogte tegen dat gewone volk maar zeg vriendelijk: ‘Goedemiddag, is dit het LM hoekje?’ Ik krijg een vrolijke grijns als antwoord en een twee man sterke vastmakers ploeg stapt de steiger op om de lijntjes aan te pakken. We hoeven niet eens naar de rood wit geruite “Theedoeken” te kijken, om te weten waar ze vandaan komen, dat horen we meteen aan het gezellige Brabants accent. Wanneer de touwtjes vast zitten en de motor gestopt, gaat het gesprek, hoe kan het ook anders, over de LM ’s en het verschil tussen de 27 ft. en de 28 ft. Behalve dat de 28’een afsluitbare stuurhut heeft en nog wat van die kleinigheden, zeilt de 28’ dankzij de vinkiel een stuk hoger aan de wind. De 27’ daarentegen heeft, dankzij zijn bolle vormen minstens net zoveel binnenruimte als de 28’. Dan komt de snelheid aanbod. Volgens schipper A loopt zijn boot veel harder dan die van schipper B en dat komt omdat hij, A dus, een veel betere zeiler is dan B en dat die slome B nooit fatsoenlijk zal leren zeilen, al wordt hij honderd. Nu steekt B van wal en legt, met veel humor, uit wat er aan die luizenbos van een A en zijn schip mankeert en dat A niet beter zeilt maar heel valselijk met een langere mast en meer zeiloppervlak vaart. Na elkaar nog een flink stel beledigingen naar het hoofd geslingerd te hebben gaat het gesprek richting vakantie houden. Nu blijkt dat ze broers van elkaar zijn en dat de twee gezinnen gezamenlijk optrekken. Dat ze elkaar graag jennen en behalve broers ook dikke vrienden zijn, hoeven ze me niet te vertellen, dat kan zelfs Jules de Korte nog wel zien.

Marjanne, die in de botte waan verkeert dat ik niet genoeg beweging krijg, zegt: ‘Ik ga deze keer niet hardlopen, ik ga wandelen en jij gaat mee!’ Oei, ik ken die toon, al zal ze me hoogst persoonlijk de wal op moeten kietelen, mee zal ik. Marjanne kennende, zal dat “wandelen” meer op een geforceerde mars zonder bepakking, met blaren, gaan lijken. Nu heb ik daar al lang geleden een uitstekende remedie tegen gevonden, ik neem een camera mee. Je staat versteld van hoeveel mooie plekjes en vergezichten er gewoon om schreeuwen om op de kiek gezet te worden. Nu moet je, voor het nemen van een artistiek verantwoorde foto, alle tijd nemen en vooral stil staan. Dat dit ten koste gaat van wat zij noemt “Gezonde lichaamsbeweging"? Het zij zo, kunst gaat bij mij voor sport. Marjanne ziet dat anders. Wanneer ze mijn camera in de smiezen krijgt zegt ze: ‘O nee he! Om de tien meter stilstaan en straks terug aan boord negentig procent wissen om dat ze zogenaamd niet zijn wat ze moeten zijn. Nou mij beduvel je niet, je bent gewoon lui!’ Ik trek mijn meest onschuldige gezicht uit de kast en zeg: ‘Foei, schatje toch, deze woorden treffen me diep in mijn blanke zieltje, als je zo door gaat, zie ik genoodzaakt echtscheiding aan te vragen op grond van geestelijke wreedheid.’ Ze zegt niets maar met de blikken die ze me toewerpt, kun je de een supertanker laten zinken. Terwijl Marjanne haar bootschoentjes verruild voor open sandalen, struin ik – veiligheidshalve - alvast de wal op en neem meteen de eerste kiek voor mijn master foto-shoot.
HPIM2429.JPG
HPIM2429.JPG (152.57 KiB) 4923 keer bekeken
We wandelen, met de nodige tussenstops, naar het end van de haven. Aan de landzijde van de dijk zien we iets dat misschien bij een dijkdoorbraak is ontstaan maar ook een best slenk van voor de inpoldering kan zijn. Hoe dan ook, het is een heel mooi hoekje in het voor de rest strakke Zeeuwse landschap.
HPIM2430.JPG
HPIM2430.JPG (126.01 KiB) 4923 keer bekeken
Marjanne sleept me mee rond de werkhaven en gunt me amper de tijd om een opname te maken voor mijn toekomstige expositie in het Booijmans van Beuningen. ‘Wacht even schat, deze krijgt als titel, “Bordjes met vergezicht. Een compositie in blauw en groen”, let op mijn woorden, die wordt nog heel veel geld waard.’
HPIM2432.JPG
HPIM2432.JPG (146.33 KiB) 4923 keer bekeken
‘Zeg schat, ik ben er nog niet helemaal uit hoe het volgende kunstwerkje moet gaan heten, wat dacht je van “Wolken boven Goeree”? Hoewel, echte wolken zijn het niet, het lijken meer nevelslierten. Wacht, dat is het! Ik noem het ”Een beneveld Goeree”, of zou ik daardoor last krijgen met de Dominee van Ouddorp?’
HPIM2433.JPG
HPIM2433.JPG (123.96 KiB) 4923 keer bekeken
Marjanne geeft me een knuffel en zegt: ’Lieverd, van kunst weet je misschien niet veel, maar ouwehoeren kan je als de beste.’



Do. 29 – 07 -,10 Wiss. bew. Nw3-4

‘Wat, alweer naar Brouw? Je kan me wat moppie, ik wil zeilen.’ ‘Ja maar jij wilt vanavond toch ook lekker eten, niet dan?’ Ja natuurlijk maar je hebt eergister al een rugzak vol stores ingeslagen, heb je dan niet meteen voor vandaag ingekocht?’ ‘Nee, natuurlijk niet, ik wil zo vers mogelijk inslaan.’ ‘Iedere dag vers? Wat een onzin! Dan had je eens een reisje op, bijvoorbeeld, de “Zeeland” van Wijsmuller moeten meemaken. Zes weken, of langer, aan een stuk op zee en op het laatst alleen nog maar witte bonen in tomatensaus te vreten, dat was heel normaal, daar werd je een échte kerel van.’ ‘Lieve jongen, dat kan allemaal wel waar wezen maar eerlijk gezegd heb ík er geen enkele behoefte aan om een echte kerel te worden.’ Ze neemt een uitdagende pose aan en vervolgt: ’Of ben je soms niet tevreden met me in mijn huidige vorm?’ ‘Foei, lellebel die je bent, ga je schamen.’


11:10 Vertrek Bommenede Met de motor net in zijn werk, kachelen we langzaam naar Brouw.


Met een ruime bocht varen we naar binnen. Deze keer vraagt de verkeersagent/havenmeester wel wat we komen doen. ‘We komen alleen even twaalf kratten bier en twee dozen jenever inslaan.’ ‘Zo, dat kan gezellig worden, het is te hopen dat u morgenochtend niet wakker wordt met hoofdpijn.’ Hij schakelt van rood naar groen. ‘Vaart u maar door tot net voor de bocht aan BB.’ We meren af op het toegewezen stekkie en terwijl Marjanne met haar rugzak de wal op struint, ‘Ik ben zo terug!’ vul ik de drinkwatervoorraad bij. Veel gaat er niet in maar ik weet uit ervaring dat je iedere gelegenheid tot waterladen meteen moet aangrijpen, want “jenever can tell” wanneer je weer aan het zoetwaterinfuus kan.

Het “Ik ben zo terug!” van Marjanne duurt dik drie kwartier. Nu niet bepaald een nieuw snelheidsrecord maar het had erger gekund. Terwijl ze me haar rugzak overhandigd vraagt ze me: ‘Waarom had je winterwortels op mijn boodschappenbriefje gezet?’ ‘Ha, heb je ze?’ Ja, dat wel maar waarom wil je die dingen hebben, ga je soms hutspot maken? Dan moet ik nog een keer de wal op, voor uien, gehakt en klapstuk.’ ‘Nee, het is niet om te koken, denk eens aan; Vijf december. Schoorsteen. Liedje zingen. Schoentje zetten en een grote winterpeen voor …. ?’ ‘Het paard van Sinterklaas! Dus we gaan weer naar Dwars in de weg?’ ‘Nee, als jij het er mee eens bent wil ik nu naar de Stampersplaat, die is niet alleen een stuk groter maar daar lopen ook veel meer wandelende biefstukken rond.’

Bij het uitvaren laat de verkeersagent ons even wachten op een paar schepen die naar binnen willen. ‘Kijk Martje, daarom voel ik me zo thuis in Brou, het is hier net Purmerend, daar staan de verkeerslichten ook altijd op rood.’ Het is amper een half uurtje varen naar de Stampersplaat, zodat we om 13:10 afgemeerd liggen aan het steigertje. We gaan eerst wat broodjes met de nodige Zeeuwse delicatessen wegwerken. Daarna ga ik - voor het eerst sinds lange tijd -, in het zonnetje op de zachte kuipkussens serieus naar het lek liggen luisteren. Dat de tijd vliegt wanneer je al je aandacht op je werk richt, blijkt wel uit het feit dat wanneer Marjanne met een mok koffie in haar hand mijn aandacht trekt, het al half vier is.

Na de koffie pak ik de zak winterpenen en hak ze stuk voor stuk in hapklare brokken. ‘Ga je mee?’ Wanneer we door de struiken op het eerste stuk prairie komen is er geen knol te bekennen. Ook komen ze niet tevoorschijn wanneer Marjanne luidkeels roept: ‘Poes, poes, poes, mellekie, mellekie.’
HPIM2434.JPG
HPIM2434.JPG (133.52 KiB) 4923 keer bekeken
We lopen verder en zien in de verte de eerste knollen.
HPIM2435.JPG
HPIM2435.JPG (108.44 KiB) 4923 keer bekeken
Dat ook oer-paarden gek op wortels zijn, blijkt meteen al.
PICT1909 (800x584).jpg
PICT1909 (800x584).jpg (250.75 KiB) 4923 keer bekeken


Plaats reactie