"Zeebeest" Kan het niet laten.

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Fuel Supply

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Fuel Supply »

Albert schreef:De sluiswachter, hoog in zijn toren uit het raam hangend, begroet ons met een armzwaai en een vrolijk ‘Moin!’ (de Ostfriese groet voor ieder moment van de dag of nacht).
Bedankt Albert, nu begrijpen wij eindelijk iets wat wij ons al jaren afvroegen. :roll:
Een paar jaar terug zochten ze op het laatste moment onderdak voor scholieren uit Norderstedt bij Hamburg (waar onze woonplaats een partnergemeente van is) die onverwachts toch kwamen voor een 5-daags bezoek aan de school waar onze jongste dochter toen ook nog op zat. Toen het niet leek te gaan lukken omdat niemand plaats had hebben wij, ondanks dat we al een scholiere uit Slowakije in huis hadden met een beetje reorganisatie en een veldbedje toch een slaapplekkie voor hem gecreëerd. Als dank kreeg mijn vrouw van hem het volgende:
P1010781.JPG
P1010781.JPG (163.54 KiB) 3505 keer bekeken
De 16-jarige alleraardigste knul (der "Florian") wist echter zelf niet wat het tekstje betekende....

Volledig off-topic maar toch leuk om te vermelden.
Een jaar later, toen we onze vakantieterugreis van Noorwegen via de ferry naar Noord-Denemarken aan het plannen waren zei ik tegen mijn dochter dat het misschien wel leuk zou zijn om bij hem langs te gaan, we kwamen er toch vlak langs. Kunnen we er gelijk blijven overnachten, zei ik uit de grap :wink: . Natuurlijk vond ze dat reuzestom maar toen ze later op de onvolprezen tienerkwebbelbox MSN met hem aan het chatten was heeft ze het terloops aangehaald en werden we door de familie gelijk uitgenodigd. We hebben er achteraf een fantastische avond gehad, mochten mee als gasten naar de barbecue van de schutterij waar de vader voorzitter van was, konden eten en drinken wat we wilden en hebben onwijs gelachen, niet in de laatste plaats om mijn schaamteloze niet helemaal perfecte uitspraak van de Duitse taal, maar daar heb ik dus fijn schijt aan en lach net zo hard mee. Toen er later op de avond wel tientallen van die mini-flesjes Feigling en de topper aldaar "FICKEN" :lol: :shock: :lol: leeg op tafel stonden werd de sfeer nogal lollig ging het Duits spreken nog veel makkelijker :roll: Na nog een afzakkertje terug in hun huis heerlijk geslapen en na een uitgebreide afscheidsbrunch verder huiswaarts gereden.
De moraal: Vooroordelen jegens onze oosterburen zijn niet altijd gegrond. :-D

Groetjes, Willem

Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Albert »

Moin moin, Willem. :lol:


We gaan verder.

“Zeebeest” kan het niet laten VII.


Marjanne heeft amper de nieuwe voorraden weggeborgen, of het Groninger bruggencircus begint weer te draaien. Vlot worden we door de resterende bruggen geholpen. ‘Kijk Martje, dat is die Eco-boot van onze ruimtevaarder Wubbo Ockels. Wat een schip zeg, daar kan je op wonen.!’ Marjanne is niet zo enthousiast. ‘Ik wil mijn “Zeebeest” toch echt niet ruilen voor dat ding daar! Wat jij?’ ‘Nou, niet ruilen?’ Begin ik voorzichtig maar stop bij het zien van de blik die ze me toewerpt. ‘Nee, natuurlijk niet, wie wil er nu zo’n jacht dat nog meer ruimte heeft dan een eengezinswoning, allerlei eco-foefjes heeft, niet vaart op dure diesel maar met elektromotoren, waarvoor de benodigde energie wordt opgewekt tijdens het zeilen en wordt opgeslagen in het tonnen zware accupakket, dat tevens dienst doet als ballast? Ik niet hoor, geef mij “Zeebeest” maar.’ Marjanne zegt niets maar werpt me een vuile blik toe. Ik had het kunnen weten, ze komt niet alleen op voor haar “mannetje” maar ook mag er niemand aan haar bootje komen, zelfs ik niet. O ja, voor ik het vergeet, nog even een foto maken voor ons reisverslag.
Wadden 2010 059.jpg
Wadden 2010 059.jpg (153.14 KiB) 3475 keer bekeken
Na de Zernikenbrug laten we “Stad” achter ons. ‘Martje pak jij het wiel even? We komen zo bij die sluis waar je niet tegen de muur ligt maar tegen verticale balken. Ik ga de fenderplanken alvast even buitenboord hangen.’ Ik hang de fenderplanken buiten op de fenders en leg mijn achterlijntje alvast klaar om straks in één keer een “dubbelbochie” aan de wal te kunnen gooien. Een paar honderd meter voor de Dorkwerdersluis roep ik op VHF 84 Post Lauwersoog op voor een schutting. De centrale post daar bedient – op afstand - niet alleen alle bruggen en sluizen van het Reitdiep, van stad Groningen tot en met Zoutkamp maar ook nog de Robbengatsluis tussen Lauwersmeer en Waddenzee.
Om 14:35 zijn we geschut en steken het van Starkenborghkanaal over naar het Reitdiep. Ook hier draait de centrale post vlot. Tot een paar kilometer voorbij Garnwerd kunnen we zeilen, dan komen er bochten die je achter je eigen vlaggenstok aan laten varen, dus zeilen weg en motor bij. Marjanne zegt:’Kan je hier ergens aanleggen? Ik wil graag een uurtje hardlopen.’ ‘Natuurlijk schat, we zijn vlakbij Schouwerzijl, daar is een mooi steigertje waar we wel even een uurtje kunnen liggen.’ Om 16:25 maken we vast aan het bewuste steigertje en gaat Marjanne zich omkleden. Ik zeg:’Weet je wat? Ik ga met je mee dan weet ik tenminste zeker dat je niet verdwaalt en weer op tijd terug bent om nog een stuk te varen.’

We zijn onderweg. Marjanne gaat voorop en ik volg haar met een soepel en regelmatige bewegen van mijn machtige beenspieren.
Wadden 2010 060.jpg
Wadden 2010 060.jpg (191.48 KiB) 3475 keer bekeken
Marjanne roept over haar schouder:’Gaat het een beetje?’ Ik zeg:’Zeker schat, het gaat prima, van mij mag je er nog wel een schepje bovenop doen.’ En inderdaad, ik heb zelfs adem genoeg om een liedje te zingen. Marjanne luistert, onder het lopen door, even naar een nieuwe tekst op een bestaand liedje en beweert dan dat ik niet deug.
Wadden 2010 062.jpg
Wadden 2010 062.jpg (182.17 KiB) 3475 keer bekeken
Zo tussendoor neem ik, terwijl ik in de eerste versnelling achter mijn zeilmaatje aanfiets, foto’s van de mooie omgeving. Bij het Winsumerdiep aangekomen buigt de weg naar links en volgt het water. Aan de overkant zie ik een fietspad dat de zelfde richting uitgaat. ‘Martje, we gaan de brug over en nemen het fietspad, dan zijn we van het autoverkeer af.’ ‘Komen we dan óók in Winsum?’ ‘Natuurlijk, je ziet toch dat het parallel met het kanaal loopt.’ Op het fietspad komen we geen mens tegen. ‘Lekker rustig he schat? En wat een mooie omgeving!’ Iets verderop buigt het pad van het water af. Marjanne moppert, dat we zo de verkeerde kant opgaan en daardoor de weg een stuk langer wordt dan de ca. negen kilometer die ze normaal loopt. Ik zeg:’Niks aan de hand schat, dit is natuurlijk een korter binnendoor fietspad voor de boerenkinderen die in Winsum naar school moeten.
Wadden 2010 066.jpg
Wadden 2010 066.jpg (111.89 KiB) 3475 keer bekeken
Het pad wijkt steeds verder SB uit, terwijl de torentjes van Winsum pal dwars uit aan BB liggen. Marjanne ziet die torentjes ook en zegt:’Is dat Winsum?’ ‘Welnee schat, dat is misschien Boerenklaphekkenradeel of een ander gat maar zeker niet Winsum, dat ligt daar recht vooruit, ergens achter die bomen. Loop nu maar lekker door, we zijn er zo.’
Wadden 2010 067.jpg
Wadden 2010 067.jpg (123.49 KiB) 3475 keer bekeken
Het pad veranderd steeds van richting maar komt uiteindelijk uit op een boeren achteraf weggetje dat ons, zij het na een behoorlijke omweg, in Winsum brengt. Marjanne stopt bij een hekje voor wat rek en strekoefeningen. Ze werpt me een, niet bij een liefhebbende echtgenote passende, blik toe en zegt:’Je was helemaal de weg kwijt maar je wilde weer eens niet toegeven dat je er finaal naast zat.’ Ze schudt nog even haar armen en benen los en zet de sokken er in. ‘Linksaf!’ Roep ik haar na, wanneer ze aanstalten maakt een straat over te steken die volgens mijn - van postduiven afkomstig - richtingsgevoel naar het Winsumerdiep moet leiden. Natuurlijk komen we, ondanks Marjanne’s wantrouwende blikken, netjes bij een brug over het kanaal. We steken de brug over en zien meerdere wegen. Ik raadpleeg mijn postduiven instinct en weet feilloos de goede afslag te kiezen. De weg zigzagt door een industrie terrein. Marjanne klaagt, na een goede kilometer langs bedrijven rennen, dat dit niet is wat ze van een tocht door de vrije natuur verwacht. Ik zeg:’Niks aan de hand schat, daar verderop zijn de laatste gebouwen ik zie de mooie groene weiden al liggen, nog even dan zitten we weer op een mooi rustiek landweggetje.’ We komen voorbij het laatste bedrijf, niet alleen het industrie terrein houdt hier op, ook de weg laat het afweten. Ik rem en zeg:‘Oei, liefste lieveling, ik geloof dat we een afslagje gemist hebben.’ Nijdig maakt ze een U bocht en rent naar een man die, voor de grote open deuren van een loods, een saffie staat te roken. Wanneer ik met mijn fiets bij ze stop, zijn ze al druk in gesprek. ‘Nee, u zult terug moeten naar de brug. U had, toen u over de brug was, beneden langs het talud naar het water moeten gaan.’ Marjanne, die mij een blik toewerpt waar de ijspegels van afdruipen, zegt:’We hebben toch al niet de kortste weg genomen, dit kan er ook nog wel bij.’ De man zegt:’Mijn vrouw rent ook, ze traint voor de marathon.’ Er klinkt trots en bewondering in zijn stem wanneer hij er aan toevoegt:’Tweeënveertig kilometer, dat is niet niks!’

Wanneer we weer bij het zelfde punt komen waar we twintig minuten geleden ook al waren, zeg ik tegen Marjanne:’Kijk schat, hier ging je in de fout, je had dáárin gemoeten.’ Een snelle stuurbeweging, die me bijna in de goot doet belanden, spaart me voor een venijnige elleboogstoot tussen mijn ribben.

Terug bij de boot blijkt dat we iets meer dan zestien kilometer hebben afgelegd en dat kan ik voelen ook! Marjanne zegt:’Dat is nog meer dan de Dam tot Dam Loop, toch voelt het als of ik niet meer dan een kippenstukkie heb afgelegd.’ Ik zeg:’ Kippenstukkie? Kippenstukkie?? Ik ben verdomme totaal afgepeigerd. Bovendien, heb ik zadelpijn, slappe knieën en mijn zak slaapt!’




Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Hannes
Berichten: 1061
Lid geworden op: 05 jul 2008 13:31
Locatie: Ostfreesland
Contacteer:

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Hannes »

Moin mit 'nanner,

Mooie verhalen Albert, ga rustig door, het lezen verveeld niet.

Moin is inderdaad een groet die in Ostfriesland dag en nacht gebruikt word.
Oostelijk van Ostfriesland zegt men meestal Moin, moin, in Bremen groet men vaak met "Mahlzeit", hoewel men er op dat moment helemaal geen tijd voor heeft om een stukkie te eten.
Wat het woord moin precies betekent, weten de taaldeskundigen eigenlijk niet, men vermoed wel eens een afkorting van "mojen dag"
Moin, moin kan echter ook: "je kunt me de pot op", "loop naar de bli......!" of iets van die strekking betekenenen.
Het souvenir dat bij Willem hangt, ziet men wel eens in verschillende vormen aan buitendeuren hangen en is als groet bedoeld.
Dus geen reden om dat mooie stukje nu in de kelder te hangen.


Groeten, Hans.
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Albert »

Dankjewel Hans :-D

“Zeebeest” kan het niet laten VIII.



Ma. 13 – 09 -,10. Zonnig. W 2 – 3.

Terwijl Marjanne naar beneden gaat om zich te poedelen en wat anders aan te trekken, vouw ik m’n fietsje op en sjouw het in zijn tas aanboord. Ik start de motor, gooi alles los en vaar om 18:35 het Reitdiep weer op. Voorzichtig ga ik op de stuurstoel zitten en mopper op mijn slappe knieën, stijve rug en slapend scrotum. Van benedendeks, laat Marjanne me weten dat ik gewoon een zeurend watje ben en voegt daar aan toe:’En als je zak slaapt, moet je hem even wakker schudden.’ ‘Nee, schat, sinds ik getrouwd ben doe ik dat niet meer, ik kan namelijk al een beetje neuken, daar weet jij trouwens all ... .’ Ze onderbreekt me:’Ja, laat maar zitten, hoever wil je vanavond nog varen?’ ‘Niet ver meer, om zeven uur stoppen ze met bruggenwippen. Misschien komen we nog door de Rode Haan maar de volgende brug halen we zeker niet.’ ‘Goed we zien wel, ik begin alvast aan het eten.’

Bij het naderen van de Rode Haan, zie ik de lichten op dubbel rood springen. ‘Martje, zet het gas maar even laag, we gaan vastmaken over SB.’ Om 19:05 liggen we afgemeerd aan de wachtsteiger en tien minuten later zitten we in de kuip aan de stamppot rode biet met gebakken spekjes en een flinke karbonade.

Wanneer de zon laag staat en de lucht rood begint te kleuren, schenk ik het laatste restje wijn in de glazen en zeg:’Op, alweer, een mooie dag, proost!’ ‘Ja, proost!’


Di.14 – 09 -,10. Regenachtig. W 4-5.

08:10 Vertrek. We roepen de centrale post op en krijgen meteen rood/groen voor ons neus. Samen met een Albin Vega gaan we door de brug. De bemanning van de Vega zit met het vette pak aan in de regen maar wij zitten, in korte broek en T-shirt, in het stuurhutje te genieten. Wat een scheepje hebben we toch, met zowel binnen als buiten besturing, maken twee stappen het verschil tussen nat worden en droogblijven.

08:50 We naderen Lammersburen. Daar ligt een brug met een schutsluis die altijd open staat.‘Post Lauwersoog, Zeebeest bij Lammersburen.’ ‘Zeebeest, wegens de waterstand moet er geschut worden, even geduld a.u.b.’ ‘Lauwersoog, we hebben alle tijd.’ Nog vrij vlot gaan de deuren en de brug open. Ook het schutten, met deuren die zo lek zijn als een mandje en het water met stralen doorheen zeikt, is zo gepiept. Bij het uitvaren zeg ik:‘Zo Martje, dit is een gedenkwaardig moment het is de éérste keer dat we hier moeten schutten, ik had eigenlijk de scheepsnaam, samen met de datum, met oranje loodijzermenie op de sluismuur moeten tjetten.’ Marjanne kijkt me aan met een blik van “Verder alles goed”? Ik zeg:‘Let maar niet op mij, dat heb ik nog overgehouden van de vaart.’ Ze knikt. ’Ja, dat verklaart alles.’

Bij Zoutkamp, varen we jachthaven “Hunzegat” in om te bunkeren. We leggen aan bij de pomp en Marjanne gaat op zoek naar iemand die dat ding kan bedienen. Intussen hang ik de zoetwaterslang in de vulopening. Na een kwartier komt Marjanne terug. ‘Nergens iemand te bekennen. Niet in de winkel, niet op het terrein en ook niet op de steigers.’ ‘Laat maar zitten, we hebben weer genoeg water, bunkeren doen we wel in Dokkum. Gooi maar los voor, we gaan verder.’

Via het Lauwersmeer, Dokkumerdiep komen we voor de sluis bij Dokkumer Nieuwe zeilen. De sluis staat aan de goede kant en de brug gaat vlot open, zodat we meteen kunnen invaren. Onder het schutten zeg ik:’Martje, weet je nog dat reclame filmpje van, - ik dacht - “Even Apeldoorn bellen”, met dat leuke hondje dat naar een rood balletje springt? Later doet hij dat ook op een brug maar dan is het rode balletje geen bal maar de knop van de handel die de brug bediend en laat hij de brug op een schip zakken. Dat was, volgens mij, deze brug’ ‘O ja? Nou, als dat leuke hondje het lef heeft om die brug op mijn bootje te laten zakken, gaat hij, leuk of niet, door de gehaktmolen.’ ‘Zó zeg, ben jij even wreed! Laat die humorloze troela van de Partij Voor de Dieren het maar niet horen, voor je het weet sta je op haar dodenlijst. Oké, de deuren gaan alweer open, lekko die hap!’ We kachelen verder tot aan een Marrekrite ligplaats, een kilometer of drie voor Dokkum. Na het aanleggen wil Marjanne dat we “even” naar Dokkum gaan. ‘Lieve schat, ik ga dolgraag met je mee maar lopend is het me te ver en aan fietsen moet ik ook even niet denken, ik ben nog lang niet hersteld van die martelgang naar Winsum.’ ‘Ja ja, en je moet ook hoognodig naar het lek luisteren zeker?’ ‘Halleluja, praise the Lord! Mijn vrouw begrijpt me!’


Wo. 15 – 09 -,10. Zonnig. W 5 – 6.

09:05 Vertrek. We leggen even aan bij het bunkerstationnetje en varen dan door tot de steiger voor de eerste brug in Dokkum. Eerst gaan we douchen, daarna moeten er, alwéér, boodschappen worden gedaan. Dit keer ontkom ik er niet meer aan, ik moet méé. Tot overmaat van ramp is het nog marktdag ook, bah! Terwijl ik onwillig achter Marjanne aansjok, merk ik dat de lucht dichttrekt en de wind aan het toenemen is, zelfs hier tussen de huizen waait het al behoorlijk. Ik ben blij dat we binnensland zitten, op zee is het nu kermis. Om 13:00, na de middagsluiting, gaan we verder. Het waait nu met 7 – 8 bft. Tussen de bruggen, waar we moeten wachten tot de bruggenwipper op zijn fiets gearriveerd is, heb ik in de vlagen moeite met het op de plaats houden van ons eigenwijs “Zeebeest”. Bovendien kruipt er een groot motorjacht zowat in mijn kont, zodat ik niet even achteruit kan steken om wat ruimte te pakken. Onder het motto; liever tien gekken voor me dan één achter me, wenk ik naar dat motorjoekel dat hij me voorbij kan gaan. Nee, ondanks dat hij twee schroeven plus een hek en een boegschroef heeft, blijft meneer al spelend met zijn handeltjes pal achter me hangen. Even later, wanneer we door de laatste brug zijn, is Mister Motorjoekel zeker van gedachte veranderd, want nu komt hij hard opzetten. ‘Ja zeg, nu, vlak voor een onoverzichtelijke bocht, krijg je haast? Wel Nelis, je kunt me even gevoegelijk de bout hachelen, ik wil je hier niet naast me hebben, je wacht maar even tot we voorbij die bocht zijn.’ Ik blijf pal midden vaarwater aanhouden. Nelis probeert, met een verbeten gezicht, zich tussen ons en de BB oever te wringen maar ziet daarbij niet wat ik zie. Ik geef een brul en wijs naar de bocht, waar net een charter tjalk volle kracht doorheen komt stormen. Nelis kijkt, schrikt, gooit het gas eraf en kruipt, nog maar net op tijd, achter “Zeebeest” aan naar de SB oever. De tjalk heeft, ondanks dat hij zijn BB zwaard naar beneden heeft, zowat de volle breedte van het vaarwater nodig om, al driftend, de bocht door te komen. Voorbij de bocht leg ik “Zeebeest”, pal bij de oever, zowat stil. Wanneer ik Nelis, die nu pal achter me blijft, gebaar dat hij er nu langs kan, loopt hij ons, na enig aarzelen, voorbij. ‘Zo, Nelis heeft een lesje geleerd.’ Marjanne zegt:’Ja, maar die tjalk kwam ook wel érg hard door die bocht gieren, ik schrok er ook van.’ ‘Hard? Ja, dat is zo, maar hij moet wel, er staat nu een dikke acht bft., als die platbodem er geen gang in houdt, hebben ze die lege blaas echt niet onder controle en duiken ze zo de oever in.’ ‘Nou, ik vind het onverantwoord om zo te varen, ze kunnen beter ergens afmeren en wachten tot het wat minder hard waait.’ ‘Ja, dat is zo maar die charters hebben zich aan een strak schema te houden. Wanneer ze niet op tijd in de hun afloshaven zijn, krijgen ze gezeur aan hun kop en claims aan hun kont.’ ‘Toch vind ik dit niet kunnen.’Goed schat je hebt gelijk, maar ga nu je portemonnee maar pakken want daar verderop zit die beroepsvisser en ik durf te wedden dat jij best trek hebt in gerookte aal.’ We meren af, met de kiel in de modder, langszij de vissersboot. Marjanne stapt de wal op en loopt naar het huis om bij de vrouw van de visser een pondje natte en een pondje gerookte aal te halen. Op een motorjacht dat op het erf ligt, is de visser aan het klussen. Hij komt naar beneden om een praatje te maken. We hebben het over het vangstverbod voor aal en allerlei andere ongein, die ministers over het gewone volk uitstorten. Dan zegt hij dat hij er mee stopt maar dat zijn dochter de visserij voortzet. Alleen wil zij liever werken met een kleine boot, dus ligt de grote te koop. Ondertussen komt Marjanne, gezellig kletsend met de vissersvrouw, naar ons toe. We nemen afscheid van deze aardige mensen en varen weer verder.

We passeren hier en daar mooie hoekjes.
Wadden 2010 070.jpg
Wadden 2010 070.jpg (149.29 KiB) 4048 keer bekeken
Hier, in het open land, merk je pas echt hoe hard het waait. Volgens de radio hebben we te maken met windstoten van 9 bft. Of we dat nu echt al voor onze kiezen hebben weet ik niet maar dat we, zonder te zeilen, af en toe een graad of vijftien slagzij maken zie ik wel.
Wadden 2010 071.jpg
Wadden 2010 071.jpg (95.77 KiB) 4048 keer bekeken
Wadden 2010 072.jpg
Wadden 2010 072.jpg (98.32 KiB) 4048 keer bekeken
De bruggenwipper in Birdaard Draait zo vlot dat we de vaart er in kunnen houden en niet verwaaien. Tussen de huizen, waar de wind minder vat op ons heeft, stomen we zo langzaam mogelijk naar de tweede brug. Daar komt de bruggenwipper al aan. Staande op de pedalen knokt hij zich tegen de wind in. ‘Kijk:’ Zegt Marjanne:’Dat is pas fietsen! Daar kan jij een voorbeeld aan nemen.’ ‘Ja, kom zeg, een stukkie van amper driehonderd meter, dat kan m’n kleine zussie ook, ik wil hém wel eens zestien kilometer op een vouwfietsje zien doen!’ Na de brug overleggen we even, ‘zullen we hier blijven?’ we besluiten door te varen tot een Marrekrite steiger kort voor Leeuwarden.

Een kilometer of drie voorbij Birdaard buigt het vaarwater nog meer af naar het zuiden, zodat we nu constant met de wind meehangen.
Wadden 2010 073.jpg
Wadden 2010 073.jpg (119.95 KiB) 4048 keer bekeken

Toch ben ik niet bang, mijn Marjanne houdt het roer!
Wadden 2010 074.jpg
Wadden 2010 074.jpg (104.79 KiB) 4048 keer bekeken
Om 16:05 vlijt “Zeebeest” zich, galant geholpen door de wind, tegen het steigertje aan.
Ik trek een fles wijn open en pak wat kaas, toastjes en droge worst. Marjanne zegt:’Schenk mij maar een pilsje in.’ Ze pakt een inmiddels ontdooide gerookte aal en warmt die nog heel even op in de hapjespan. Dan komt ze bij me zitten en begint aan pils en aal. Wanneer het arme beest helmaal afgekloven is en haar pilsje op, zegt ze:’En straks stoof ik de natte aal – het is ruim een pond - met boter, peper en zout. O ja, ik doe er ook een paar schijfjes limoen bij, heerlijk!’ Ze kijkt me enthousiast aan en vervolgt, wanneer ze mij ziet huiveren:’Maar wees niet bang, jij hoeft er niet van te eten, voor jou heb ik een braadworstje.’



Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Albert »

“Zeebeest” kan het niet laten. IX



Do. 16 – 09 -,10. Half bew. WSW 4-5.

‘Hé, dooiëvissies eetster, het is bij achten, kom uit je vlooienbunker en aanschouw de nieuwe dag!’ Ze opent één oog, waarmee ze me verwijtend aankijkt en vraagt:’Wat voor weer is het?’ ‘Het is stralend weer, mijn zonnetje.’ Ze opent nu ook haar andere oog. ‘Dat kan bij jou van alles betekenen, bedoel je zonne of regenstralen?’ Ik grijns:‘Kom en zie voor jezelf.’

We ontbijten op ons gemak. Koffie, een gebakken eitje met bacon, een glas jus d’orange en een gezellig ontspannen babbeltje. ‘Martje, ik krijg zo langzamerhand het hubiscolubis van die rottige toiletpomp, ik heb dat verdomde kreng nu al zes keer uit elkaar gehaald en nóg is het zwaar kloten van de bok. Het vervangen van de kleppen heeft ook geen al geen zin meer, we moeten maar eens kijken naar een nieuwe pompunit, dan kan dit kolere ding naar het schijthuismuseum.’ ‘Goed schat, als jij dat nodig vindt dan doen we dat, ik snap alleen niet helemaal wat de kloten van een bok hier mee te maken hebben.’ ‘Kijk, dat is weer echt iets voor een vrouw, gebruik ik me daar toch een prachtige serie onwelvoeglijkheden, is het enige dat jou bijblijft het woord kloten en dan durven jullie nog te beweren dat wij, héren der schepping, maar één ding denken.’ ‘Ja hoor schat, je hebt helemaal gelijk en als je ons nu nog even een kop koffie inschenkt ook, ben je een hele brave jongen.’

08:35. Vertrek. We doen het kalmpjes aan, want de eerste brug in Leeuwarden – de Eebrug – draait, vanwege de spitstijd, pas dik na negen uur. Om 09:12 Gaan de bomen neer en de brug op. Natuurlijk mogen we, via een klompje, weer flink bijdragen aan het gezond houden van de gemeentelijke financiële balans. Ik mopper tegen Marjanne:’Hoewel ik nog wel enig begrip kan opbrengen voor de noodzaak van een spitssluiting, is er nog nooit iemand in geslaagd mij duidelijk te maken waarom ik alleen tegen betaling, door bruggen mag die voor het gemak van het lándverkeer over míjn vaarwater zijn gelegd. Kijk eens naar sommige groeigemeentes. Bij iedere nieuwe wijk komen er ook nieuwe bruggen ten behoeve van de nieuwe bewoners, maar wie moet er voor al die bruggen betalen? Niet degene die er gemak van hebben, o nee! De scheepvaart, die door al die rotbruggen toch al steeds meer oponthoud krijgt, mag daarvoor in de buidel tasten.’ Marjanne zegt:’Oké, dat is misschien wel zo maar wat kan je er aan doen?’ ‘Wel, nu je zo stelt, wat dacht je van een permanente brugopening doormiddel van dynamiet?’

Ondertussen zijn we ook de Noorderbrug gepasseerd en stuur ik “Zeebeest” naar een vrij plekje aan de Prinsentuin waar we, om 09:35, afmeren. We stappen, met een tas vol leeg glaswerk – voornamelijk wijnflessen – de wal op. Eerst even langs de glasbak en dan dwars door het centrum naar de watersportwinkel. We informeren naar een nieuwe pompunit. ‘Jazeker, die hebben we in voorraad, hij kost iets van in de negentig euro maar we hebben, voor nog geen drie tientjes meer, ook een compleet toiletje in de aanbieding.’ Voor mij hoeft het niet. Alleen even het pompgedeelte vervangen is minder werk dan een heel nieuw toilet plaatsen, waarbij weer nieuwe gaten geboord moeten worden en de hele aansluit reutemeteut ook nog eens passend gemaakt moet worden. Helaas, Marjanne, die zich al een tijdje ergert aan wat kale slijtplekje op de bril, vraagt of we dat toiletje even mogen zien. ‘Komt u maar mee naar boven.’ Het is best een mooi dingetje maar ik zie nu al dat dit niet een kwestie is van even vlug uitruilen. Aan de andere kant, als we nu een nieuwe nemen, hoef ik er de eerste jaren – letterlijk – geen hand aan vuil te maken. Marjanne is, aan haar gezicht te zien, al over de brug. ‘Ja,’ zegt ze ‘Die vindt ik mooi, die wil ik wel hebben.’ De verkoper kijkt mij vragend aan. Ik zeg:‘U hoort het, de schipper heeft beslist.’

De doos weer wordt weer dichtgeplakt. Ik pak hem op, sjouw de trap af en loop door de hele winkel naar de kassa. Verdraaid, dat weegt toch wel wat, en die grote doos, waar ik amper overheen kan kijken, draagt ook verrekte ongemakkelijk, daar ga ik niet de hele binnenstad van Ljouwert mee doorkachelen. Mijn blik valt op een grote mand met allerlei restjes lijn. Ik vis er een stuk schoot, van nog geen twee meter lang maar wel bijna twee centimeter dik, uit. Hmm, dat voelt zacht aan als ik dat nu eens om die doos bind als handvat. Op het plakkertje staat dat dit tampie een vijftig moet kosten, voor dat geld ga ik me niet mottig lopen sjouwen. Even later wandelen Marjanne en ik, met de doos schommelend tussen ons in, door de straatjes van Leeuwarden. De afbeelding en de tekst op de doos trekken de aandacht van het winkelend publiek. Twee opgeschoten jongens met een “rijst met krenten hond” blijven staan en maken opmerkingen die gewoon vrágen om een antwoord. Ik zeg hardop tegen Marjanne:’Kijk nu es naar die Dalmatiër, wíj laten één WC uit maar dat arme beest heeft twee complete schijthuizen aan zijn riem hangen.’ De heren zijn afgebluft, pas wanneer we drie etalages verder zijn komt er enig repliek. Ik grijns even vriendelijk over mijn schouder en loop door. Marjanne zegt:’Daar was je in Amsterdam niet mee weggekomen, daar was het een kloppartij geworden en tegen die jonge gasten kan jij niet meer op.’ Wel met mijn bekkie schat, wel met mijn bekkie.’ ‘Ja, wat een kunst zeg, jij bent zelf zo’n Amsterdams straatschoffie geweest.’ ‘Nu moet je niet grof worden Martje, dat “geweest” neem je terug.’ ‘Zeker schat, wat je maar wilt maar laat die doos nu even zakken want daar is Slagerij Bakker, die verkoopt de lekkerste worst van heel Leeuwarden.’

Om 11:15 is het weer “voor en achter” en kachelen we samen met nog wat andere bootjes door de resterende bruggen van de Friese hoofdstad. Wanneer “Het Wybertje” ofwel de Slauerhoffbrug open gaat, knallen we bijna op een motorjacht uit de tegenovergestelde richting. De goede man weet blijkbaar niet dat rood licht “Stop betekent”, dus wijs ik hem, tijdens het passeren, daar even fijntjes op. Marjanne echter, beweert dat, “Stomme boer kruip terug achter je koeien en laat het varen aan echte schippers over!” niet bepaald getuigt van enige wellevendheid. Hoe komt ze daar nu weer bij? Maar ach, wat weten vrouwen nu helemaal van maritieme etiquette? Juist ja, dat bedoel ik dus!

Op het van Harinxmakanaal varen we onder de stad langs naar het oosten tot op het Lange Deel. Daar begint een nieuw stukje van de staande masten route dat, ruwweg, zuid op gaat. Volgens mijn kaart – die niet al te nieuw meer is – varen we even later over land, ploegen dwars door een autoweg en varen door slootjes met amper genoeg water voor een eend, laat staan voor een zeiljacht. In werkelijkheid zijn het; een zandwinplas, een aquaduct en een gloednieuw kanaaltje met meer dan genoeg diepgang voor “Zeebeest”.

We varen hier door een heel mooi stukje Friesland, we genieten dan ook met volle teugen. Plots, in de buurt van Warga, worden we, zonder waarschuwing vooraf, geconfronteerd met een van de aller-lelijkste drijvende objecten die ik ooit gezien heb. ‘Wat denk je, zal ik dat ding op de foto zetten?’ ‘Tsja, zonder hard bewijs zal niemand je geloven maar je hebt wel kans, dat je camera uit elkaar knalt van ellende.’ ‘Ach wat, zo af en toe moet je wat risico durven nemen, daar gaat ie, op hoop van zegen!’
Wadden 2010 075.jpg
Wadden 2010 075.jpg (123.15 KiB) 3940 keer bekeken
Marjanne zegt:’Eén ding vond ik er mooi aan.’ Ik kijk haar vragend aan. ‘Die aalscholver, achter op de stuurboord drijver, prachtig toch?’

Nu heeft ieder mens recht op minimaal één afwijking. Een van Marjanne’s afwijkingen, waar ik totaal geen bezwaar tegen heb en die ik zelfs aanmoedig, is, dat ze nog steeds gek op mij is. Een andere afwijking is haar bewondering voor aalscholvers. Of zo’n mormel nu met zijn vleugel gespreid staat te drogen in het zonnetje of zelfs alleen maar domweg op een paal zit te niksen, Marjanne vindt hem prachtig. Wanneer we, zeilend op het Suidersoppie, vluchten van vele honderden, misschien wel duizenden aalscholvers, als lange zwarte op en neer golvende rookvlagen boven het water zien voortjagen, is Marjanne helemaal vertrokken. Met een warme glimlach op haar snuit, blijft ze die mormels nakijken, tot ook het allerlaatste exemplaar vervaagt in de verte.

‘Martje schat, kan het zijn dat, mede gezien de hoeveelheden vis die jij weet weg te stouwen, je in een vorig leven aalscholver bent geweest?’ Ze kijkt me aan alsof ik haar net een groot compliment heb gemaakt en zegt:’Zou er in Grou een viswinkel zitten?’

We naderen de Tútsebrêge, een brug waar in de kaart bij staat “(bediening in uitz. gevallen mogelijk)”. Het blijkt een moderne brug te zijn die, via afstand bediening, vlot voor ons draait. Om 14:50 Maken we vast in Grou en gaat Marjanne, gewapend met bankpas en boodschappentas, de wal op. Een goed half uur later pak ik de zwaar afgeladen tas van haar aan en start de motor. Via het Margrietkanaal gaan we ZW op.

Bij het oversteken van het Sneekermeer, worden we opgelopen door een leuk slepertje.
Wadden 2010 079.jpg
Wadden 2010 079.jpg (82.54 KiB) 3940 keer bekeken
‘Kijk Martje, ken je die sleepboot nog?’ ‘Nee, waarvan moet ik die kennen?’ ‘Weet je nog dat we op het stille deel van het Grote Gaastmeer voor anker lagen en daar een sleepboot lag waarvan de schipper in zijn blote togus ging zwemmen en dat toen hij zich aandek stond af te drogen jij, met de verrekijker voor je ogen zei, “Hm, lekker kontje”? Nou, dat was deze boot, lellebel die je bent!’



Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Albert »

“Zeebeest” kan het niet laten. X


Do. 16 – 09 -,10. Wiss. bew. WSW 4-5.

Na het Sneekermeer volgen we het Margrietkanaal voor een km. of zeven en gaan SB uit de Jeltesloot op. Nog voor Heeg meren we om 18:45 af bij, alweer, een Marrekrite ligplaats.
DOG 29,1 mijl.

Na het eten en de afwas kijken we nog een paar films waarvan vooral de tweede, zo spannend is, dat mijn ogen vanzelf dichtvallen. Marjanne zegt zacht:’Albert schat.’ Ik wrijf mijn ogen uit. ’Huh, wat?’ ‘We gaan slapen schat.’ Ik schud mijn hoofd in stomme verbazing. Wat kan ik nog zeggen? Bij zo’n staaltje vrouwenlogica - me wakker maken om te zeggen dat ik slapen moet – past slechts een bedroefd stilzwijgen.


Vr. 17 – 09 -,10. Wiss. bew. W 5-6.

Na het ontbijt wordt het tijd om het nieuwe toilet te installeren. Alleen al het demonteren van het oude toilet zonder de oude verstijfde slangen - die muurvast om de tules zitten - kapot te maken, neemt een groot deel van de ochtend in beslag. Het oude spul gaat in de doos van de nieuwe en meteen door naar de container die de Marrekrite daar speciaal voor mijn “gemak” heeft neergezet. Wanneer ik terug kom van de container is Marjanne fanatiek aan het schoonmaken van de nu lege ruimte begonnen. Het ruikt er naar gloor en Andy. ‘Zo nu kan ik er eens goed bij komen, nee, je wacht maar even tot alles droog is’ Voor het nieuwe geval moet ik twee nieuwe gaten in de fundatie boren. Met onze omvormer – 12 V. DC / 220 v. AC – en een boormachientje van nog twee tientjes bij een grote Duitse Grootgrutter in Aurich, is dat zo gepiept. ‘Wat doe je nou? Je maakt er weer een bende van!’ Liefje, voor dat beetje boorsel heb je een stofzuigertje. Ik wil dat geval vast goed zeevast zetten maar als je liever met pot en al omlazert als je lekke zit te ..…’ ‘Nee, dát lijkt me ook niet al te fris. Wacht, ik pak de stofzuiger er even bij.’ Wanneer het nieuwe toiletje geïnstalleerd is en naar behoren werkt, schrob ik mezelf goed af . ‘Zie zo, ik voel me weer fris, nu lust ik wel een boterhammetje en een flinke bak leut.’ Om 14:05 Vertrekken we naar Heeg waar we om 14:25 afmeren. Waarom we weer zonodig naar Heeg moeten? Twee dingen. Een; We varen, schandalig genoeg, nog steeds zonder Marrekrite vlag 2010 rond en die elf euro die dat ding kost is maar een schamele bijdrage voor het onderhoud van de mooiste stekkies in Friesland waar je, voor nop, nada, niets, kan overnachten. Twee; We moeten hoognodig weer naar het tweedehands boekenwinkeltje – gerund door twee, heerlijk, aparte mensen - om lekker tussen de schappen rond te snuffelen en eventueel wat nieuw leesvoer aan te schaffen. Inderdaad vind ik een paar boeken die ik beslist hebben moet. De prijzen staan, nog steeds, in guldens op het schutblad en worden via een oud rekenmachientje vertaald naar Euro’s. Ook kan je hier je gelezen boeken tegen de helft van de prijs weer inleveren. Niet dat ik dat ooit gedaan heb, want als het om - goede - boeken gaat, ben ik net Scrooge, wat ik eenmaal in mijn klauwen heb laat ik niet meer los.

Om 15:05 is het voor en achter en om 16:20 liggen we op het Grote Gaastmeer te genieten van het uitzicht.


Za.18 – 09 -,10. Wiss, bew. W 3-4.

08:10 Vertrek en om 09:0 Vast in Workum. Eerst rennen we even tussen de stralen van de douche door, daarna gaan we boodschappen doen, maar eerst moeten we allebei weer eens nodig onder het mes bij de kapper. Nadat ik, uiterlijk althans, weer getransformeerd ben tot een heer, wacht ik tot Marjanne ook klaar is. ‘Nou?’ Zegt ze, terwijl ze nog een keer in de spiegel kijkt. Ze ziet mijn blik en zegt:’Nee laat maar ik weet het al, het is weer te kort.’’Precies! Toen ik je leerde kennen had je prachtig lang roodhaar dat tot over je lekkere kontje hing, dat was het eerste dat me aan je ópviel en waar ik ook vóór viel. Ze kijkt me vertederd aan, dan zegt ze:’Maar mijn haar is niet meer rood en lang haar zou me nu ook niet meer staan.’ ‘Toch wel, moppie, toch wel, want …’ Ik stop en kijk naar de kapster die, om maar geen woord te hoeven missen, zowat tussen ons in kruipt. ‘Kunnen we alstublieft afrekenen?’ Even kijkt ze teleurgesteld maar loopt dan voor ons uit naar de kassa. We slaan weer genoeg voorraad in voor een pool expeditie en gaan wankelen onder die last weer aanboord.

Omdat we met een van Marjanne’s zusters, die op de Veluwe woont, hebben afgesproken dat ze een paar dagen meevaart, wordt het langzamerhand tijd om richting Elburg te kachelen.
13:55 Vertrek. De westenwind maakt de Lange Vliet bezeild. Meteen voorbij de spoorbrug gaan de zeilen erop Zo zeilen we via de Inthiema Sloot en het Heegermeer, naar de Woudsender Rakken. Daar worden we opgelopen door een scherp modern jachtje, het heeft iets van een Waarschip snel en licht. Dit stuk water met veel bochten en wissellende stukken, met en zonder bomen, is ideaal voor een wedstrijdje. Dat wil zeggen, een wedstrijdje waarbij het type schip minder belangrijk is dan de tactiek. ‘Martje, jij stuurt, ik doe de schoten. Hou wat BB aan, nee niet teveel, hou midden vaarwater aan, het moet lijken op “alweer zo’n vrouwtje dat geen koers kan houden” juist ja, zo gaat ie goed.’ Op de andere boot, die ons eerst aan BB zou voorbijlopen, zijn ze druk met de schoten aan het rommelen en ja hoor, ze trappen er in, ze kiezen er op het laatste moment voor om aan SB – de loefkant – voorbij te lopen. Al snel liggen ze naast ons en met een dikke tevreden grijns op zijn snuit steekt de stuurman een hand op. Ik grijns en groet terug. Waar de andere schipper niet op heeft gelet, is de luwte van de bomen die we nu in varen, dat wil zeggen, waar híj in vaart. Wij gaan nog wat meer BB uit en hebben nog wind. De halve scheeps lengte die zij voor lagen zijn ze al meteen kwijt. Terwijl wij nog zeilen is bij hen de vaart er helemaal uit. Pas wanneer we een meter of veertig voor liggen, zijn ook wij aan de beurt en vallen de zeilen in. Wij gaan steeds langzamer, de andere boot daarentegen profiteert er van dat hij heel licht is en bij ieder zuchtje wind meteen op gang komt. Het is nog maar een meter of twintig naar de volgende bocht, die hier zowat haaks naar BB gaat. We kruipen héél langzaam vooruit en worden in de bocht voorbij gelopen door de tegenstanders. We krijgen de wind nu bijna recht in de kont. Ik geef de Genua voldoende slack om lekker wijd uit te staan en duw de giek over naar SB. Hier staat weer wat meer wind dan daarnet. ‘Martje, kruip recht achter zijn kont!’ Onze zeilen staan bol en onze windschaduw dekt de andere boot voldoende af om weer langzaam op hem in te kunnen lopen. In de volgende bocht schuiven we in de binnenbocht langszij. Dan valt de wind weer weg en zitten we allebei in de luwte. Zíj liggen meteen zogoed als stil maar “Zeebeest”, die minstens twee keer zo zwaar is, loopt op haar massa nog een eindje door. Het is net voldoende om als eerste de plek te bereiken waar het water windrimpels vertoont . Zo varen we een wedstrijd “op leven en dood”. Uiteindelijk, op het laatste rechte stuk voor de kruising met de Nauwe Wijmerts in Woudsend, worden we met een behoorlijk gangetje voorbijgelopen. Over en weer wordt er waarderend gegrijnsd en gaan de handen in een groet omhoog. Wij rollen, met een tevreden gevoel, de zeilen weg en leggen aan bij het Marrekrite plekje bij de kruising. DOG 11,3 mijl, waarvan bijna alles bezeild was.


Zo. 19 – 09 -,10 Bewolkt. SW 4-5.

09:25 Vertrek. Ook vandaag hebben we flinke stukken bezeild. Van Woudsend, via; Sloten. Brandemeer. Follegasloot. Tjeukemeer. Echtenerbrug en de Linthorst Homansluis, belanden we in de kop van Overijssel. Dan via Ossenzijl kachelen we door tot vlakbij Steenwijk en meren om 16:50 af op een 2 x 24 uur plekje in het Steenwijkerdiep. DOG 24,4.


Ma. 20 – 09 -,10 Zwaar bew. Regen. SSW 4-5.

09:00 Vertrek. We maken om 10:20 een tussenstop in Giethoorn. In de passantenhaven leg ik aan bij het havenkantoortje en stap meteen naar binnen. ‘Goedemorgen havenmeester. Ik weet dat het niet gebruikelijk is maar we willen, als u het goed vindt, alleen even douchen, bootschappen doen en weer verder.’ Hij kijkt even zuinig en zegt:’Nee, gebruikelijk is dat niet. We krijgen wel eens meer gasten die voor een douche komen, alleen komen die niet even vragen of het mag. Nou vooruit, voor deze keer, maar wel de douche netjes achterlaten.’ ‘Dat doen we, dank u wel.’ Om 11:30 varen we alweer. Het stortregent nu, dus sturen we binnen. ‘Martje schat, eigenlijk had jij je best in de regen kunnen wassen, dat had ons mooi twee kwartjes gescheeld.’ ‘Ik? En jij dan, ben jij daar soms te teer voor gebouwd?’ ‘Inderdaad schat, ik ben blij dat jij dat ook inziet, uiteindelijk is dat soort afzien veel meer iets voor een stoere hardlopende sportvrouw zoals jij, dan voor een delicate ex ambtenaar maar pak nu het wiel even wil je?’ Ze pakt het wiel van me over en begint tegen me uit te varen. Maar omdat ik nu twee handen vrij heb, sta ik haar, met mijn vingers in mijn oren, vriendelijk aan te grijnzen.

Bij de Beukerssluis moeten we twintig minuten wachten tot om 13:00 de middag sper voorbij is. Via het Meppelerdiep komen we bij Zwartsluis op het Zwartewater terecht. Daar zien we nog een mooie schoener liggen.
Wadden 2010 078.jpg
Wadden 2010 078.jpg (101.16 KiB) 3856 keer bekeken
Via; Zwartemeer. Ramsdiep. Schokkerhaven en Ketelmeer, komen we op het eerste stuk van het Randmeer. Na Het Vossenmeer komen we via de Roggebotsluis op het Drontermeer, waar we om 18:55 afmeren op het eilandje Eekt. DOG 32,3 mijl. Er liggen haast geen schepen alleen maar twee motorjachtjes. Ik kijk op de klok en zeg:‘Martje schat, het is al laat, als je liever niet meer wilt koken haal ik wel Chinees.’ ‘Chinees? Hier? Op dit eiland?’ ‘Ja zeker, schat.’ Ik wijs naar een van de boten waar een Aziatische man op het achterdek zit te vissen. ‘Wil je hem helemaal of alleen een paar bouten?’



Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Albert »

Zeebeest kan het niet laten XI


Di. 21 – 09 -,10 WSW 1-2. Mist!

Het is potdicht van de mist. Het zicht is nu nog minder dan een meter of twintig maar ik hoop dat het ochtendzonnetje straks dat “pak natte watten” oplost. Wanneer de fluitketel me laat me weten dat het koffiewater kookt, kijk ik nog even om me heen, stap naar binnen en begin op te gieten. Tussendoor loop ik naar voren en zie dat Marjanne finaal door de herrie van de fluitketel is blijven doorpitten. ‘He, lui wij …. uh Marjanne, kom je er nu eindelijk eens uit, of moet ik eerst de dekwas optuigen om je er uit te spuiten?’ Ze lacht me toe en zegt:’Je eigen bed natmaken? En ik maar denken dat je al een beetje zindelijk was.’ ‘Verschrikkelijk vrouwmens dat je bent, hou je brutale snuit en kom ontbijten.’

Ondanks dat het zonnetje al wat warmte geeft is het, ook na het ontbijt, nog potdicht. Ik overleg even op hoog niveau – dus met mezelf – over wat te doen. Het verstandigst is natuurlijk, liggen blijven tot de mist weg is en mijn schoonzusje bellen om te zeggen dat het voorlopig niet doorgaat. Nu sta ik wijd en zijd bekend als een koppig stuk vreten dat niet altijd even verstandig handelt, dus zeg ik:’We moesten zo maar eens gaan, ik zet de radar vast op stand-by, dan kan hij warmdraaien.’ Snel wassen we nog even af en maken dan “voor en achter”. ‘Ja, lekko die hap!’ De marifoon luistert uit op 10 en de elektrieke kaart laat precies zien waar “Zeebeest” zich bevindt. Uiterst langzaam komt “Zeebeest” het haventje uitdrijven. Ik laat het radarbeeld even op me inwerken. Marjanne kijkt mee. ‘Kijk Martje, die lange forse streep die dwars over het scherm loopt, dat is de dijk van Flevoland en die kleine scherpe vliegenpoepjes, die op exact de zelfde afstand van elkaar liggen, dat zijn de boeitjes die de vaargeul markeren. Er is zo te zien helemaal geen scheepvaart maar dat kan plots veranderen. Voor beroepsvaart ben ik niet zo bang. Als die er al is zien we ze wel op de radar en zij zien onze reflector ook goed. Nee, we moeten vooral oppassen dat we niet over een loos vissertje, in een klein open bootje, heen kachelen.’ Voor de zekerheid probeer ik het spul nog wat scherper af te stellen. ‘Zo, beter dan dit krijg ik hem niet maar volgens mij kun je nu niet alleen het verschil zien tussen een woerd en zijn vrouwtje maar ook nog wat ze aan het doen zijn.’ Ik zet het motorhandel op langzaam vooruit en draai, in de vaargeul BB uit. Mist en zon, het creëert een geheimzinnig wereldje dat zo zijn eigen bekoring heeft. Je zou bijna vergeten hoe verraderlijk mist kan zijn. Intussen varen we langs de groene kant van de vaargeul richting Elburg. De Boeitjes komen, stuk voor stuk, even in zicht en verdwijnen meteen weer. Op de radar komt er een vliegenpoepje door dat een stuk vager is dan de anderen. ‘Hé, daar ligt één boeitje teveel!’ Het stipje komt langzamer dichterbij dan de boeitjes, dus vaart het voor ons uit. Wij lopen net geen drie knopen, dat gevalletje daar in de dikke brei loopt, denk ik, hooguit anderhalf a twee knoop. We houden wat meer het midden van de geul aan. De stip zwalkt, geen zestig meter voor ons, plots de geul over en komt dan weer terug naar SB. Wij liggen meteen zo goed als stil maar proberen dan voorzichtig om er toch voorbij te komen. Ik zet de scheepshoorn aan mijn mond en blaas mijn longen er zowat uit. ‘Al hij dat niet gehoord heeft weet ik het niet meer.’ Er doemt vaag een bootje op. Er in zit een man die met een hand stuurt, in de andere hand een hengel buitenboord houdt en gespannen naar zijn fischfinder, of is het een echolood, zit te kijken. ‘Kijk Martje, die malloot is aan het snoeken, volgens mij heeft hij echt niet door waar hij mee bezig is.’ We zitten nu pal naast hem op geen vier meter afstand, ik zet de hoorn nog eens aan mijn mond, richt dat ding op de hengelaar en blaas hem zowat zijn boot uit. Even kijkt hij kwaad opzij maar richt dan zijn aandacht weer op het kastje voor zijn neus. Marjanne vraagt:’Was dat nu nodig?’ ‘Nodig, hoe bedoel je? Ik wees de goede man er alleen maar heel fijntjes op, dat hij bij mist beter búiten de vaargeul kan blijven.

We naderen de Brug bij Elburg, het zicht is intussen verbeterd tot bijna driehonderd meter. Bij de brug staat een bord met een telefoonnummer. Ik bel het en krijg van een ingeblikte stem te horen dat mijn aanvraag voor brugbediening is geaccepteerd. Bovenop de brug zijn twee onderhoudsmonteurs bezig met een laddertje, vetspuit en nog wat andere toestanden waarmee je een brug gangbaar houdt. Een van de twee houdt een mobieltje tegen zijn oor luistert even en zegt wat tegen zijn maat. Samen maken ze het brugdek vrij en steken terwijl ze wachten een peuk op. Het duurt even maar dan gaan de bomen naar beneden, de brug omhoog en steken, mannen hun hand op en groeten wij terug. Na we doorvaren kijkt Marjanne op de kaart en zegt:’Volgens mij hadden we dat zijkanaal net vóór de brug moeten hebben.’ ‘Ja zeg, sinds wanneer kunnen vrouwen kaartlezen? Ik ben wel eens meer op de Randmeren geweest en ik weet onderhand echt wel waar … . ‘ Ergens begin ik toch een héél klein beetje te twijfelen, het zal toch niet …? Met een blik op de kaart weet ik genoeg, ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Natuurlijk, nu weet ik het weer, de haveningang ligt aan de noordkant van de brug! Achter ons is de brug alweer dicht en staan de bomen omhoog. Ik keer de boot en vraag wéér een opening aan. De monteurs, die net bezig zijn om de hele reutemeteut weer op de brug te zetten, krijgen weer een telefoontje van de centrale bediening en maken wéér de hele handel vrij. Wanneer de brug omhoog gaat, hangen ze over de brugleuning en kijken me, met een grote grijns op hun snuit, recht in de ogen. Ik steek mijn hand op en met een toch wel ietsepietsie rooie kop roep ik naar boven:’Kennen jullie die film? Een brug te ver?’ Ze knikken en lachen.

Om 10:20 liggen we gemeerd in de oude haven van Elburg, pal op het hoekje bij de antieke taanketeloven.Er worden geen netten meer in getaand, jammer, ik hou wel van dat luchtje.
Wadden 2010 084.jpg
Wadden 2010 084.jpg (90.99 KiB) 3756 keer bekeken
Een half uurtje later arriveert de zus van Marjanne. Na het aanboord sjouwen van de nodige tassen, gaan ze samen winkelen. Zelf ga ik wandelen door en rond het vestingstadje dat ik, als kind, goed kende. Omdat mijn vader van de Veluwe kwam, logeerden we ieder zomervakantie een maand lang hier in de buurt op de deel van een boerderij. Omdat Pa maar twee weken vakantie had en dan weer naar Amsterdam moest, was er niet al teveel toezicht en kon ik hele dagen rondzwerven met een paar boterhammen en een flesje water in een oud munitie tasje om mijn nek. De bossen en de zandverstuiving vond ik wel aardig maar het liefst fietste ik, zo klein als ik was, in mijn uppie overal heen waar schepen te zien waren. In Elburg kwam ik het liefst. De botters, de Vispoort en de vestingwallen waar je, tegen betaling, achter een gids met een walmende olielamp aan, in mocht, dat was iets waar Amsterdam niet aan kon tippen. Het liefst was ik hier voor altijd gebleven.

Onder het wandelen, krijg ik het gevoel dat er iets niet klopt, dat Elburg niet echt meer is, alsof ik langs een decor wandel dat hier is neergezet voor de toeristen. Het is me allemaal net even te netjes, het is niet rommelig genoeg het is niet echt. Zelfs het oude werfje, dat naar teer moet ruiken en waar het een gezellig rotzooitje behoort te wezen, ziet er kil en klinisch, uit als iets dat door een decorbouwer voor eenmalig gebruik in elkaar is geflanst. Het leeft niet!
Wadden 2010 082.jpg
Wadden 2010 082.jpg (129.14 KiB) 3756 keer bekeken
Ja, ik weet dat het voor een groot deel aan mezelf ligt, dat ik niet meer door kinderogen kijk en dat de dingen nu eenmaal veranderen. Maar toch!


Wo. 22 – 09 -,10. S 2-3. Zonnig.

Doordat de dames zonodig weer het stadje in moeten en ze mij weten over te halen om in de boekenwinkel te gaan neuzen bij de afgeprijsde boeken, komen we pas tegen de middag – ik met een paar mooie boeken – weer aanboord. We lunchen op ons gemak en vertrekken om 12:45 naar Harderwijk, waar we om 15:30, achter het Dolfinarium, afmeren.

Was Elburg enigszins toeristisch, Harderwijk kan er helemaal wat van. Nee, dan lig ik toch liever in Elburg.

Do. 23 – 09 -,10. S 2-3. Zonnig.

09:20 Vertrek. We gaan weer naar Elburg, mijn schoonzusjes auto staat daar nog en ze moet vandaag weer naar huis. We hebben de wind in de kont, zogezegd “een gentlemans koersje”. Het gaat niet hard maar het is mooi weer en we hebben geen haast. Marjanne maakt lekkere broodjes klaar en schone zus schenkt de koffie op.
Wadden 2010 085.jpg
Wadden 2010 085.jpg (137.41 KiB) 3756 keer bekeken
Zo, lekker voor het lappie zeilend, zit ik in het zonnetje te sturen en te genieten van koffie, broodjes en het uitzicht. Wat kan het leven toch simpel en mooi zijn.
Wadden 2010 086.jpg
Wadden 2010 086.jpg (88.2 KiB) 3756 keer bekeken

We hebben Schone zus weer in Elburg afgezet en varen nu richting Ketelmeer. Voorbij de Roggebotsluis staat er te weinig wind – S 1-2 - om nog fatsoenlijk te kunnen zeilen, bovendien wil Marjanne graag een flink stuk doorkachelen om vanavond nog in Trintelhaven te zijn, dus gaan we verder op de motor.

Op het Ketelmeer, net onder IJsseloog, ligt een jacht op tegenkoers. ‘Kijk Martje, iedereen vaart al op de pruttel maar zij zeilen nog. Of hun motor is kaduuk of het zijn échte zeilers.’ De boot, een Maxi, gaat langzaam maar komt nog wel nog vooruit. Ze komen dichterbij, opeens begint de schipper iets te roepen. Ik mompel:’Ja rustig aan broer, ik heb je allang in het snotje, ik zal je echt niet voor je donder varen.’ Hij gaat rechtop staan en roept nog iets. Ik zet mijn bril er bij op en kijk nog eens goed. ‘Verrek Martje, als dat Ton niet is, dan moet dat zijn vrouw Dini zijn!’ Ik geef een brul naar Ton ‘ik kom bij je’ en zet de motor op langzaam. We gaan rond en varen voorzichtig naar ze toe. Intussen hebben zij de Genua weggedraaid en staan we elkaar, over en weer, op de kiek te zetten.
Wadden 2010 088.jpg
Wadden 2010 088.jpg (84.8 KiB) 3756 keer bekeken

Ton vraagt waar we heengaan. ‘Naar Trintelhaven en jullie?' ‘Ton komt met het voorstel om gezamenlijk naar een eilandje bij de IJsselmonding te gaan. Dat lijkt ons wel wat, dan kunnen we op ons gemak, bij een glaasje ranja of zo, wat bijpraten. Ton zegt:’Het is niet ver, vaar maar achter ons aan.’ Hij strijkt zijn grootzeil, start de pruttel en tuft voor ons uit. Even later varen we een natuurgebied binnen dat ik nog niet eerder gezien heb. Om 16:55 liggen we, afgemeerd aan een oude verwaarloosde loswal op een eiland “richt in the middle off nowhere”. Een pracht plekje, mooie omgeving en helemaal beschut. Dankjewel Ton, hier zullen we vast en zeker terugkomen.

We zitten gezellig op de “Max”, met een drankje dat toch wel iets beter smaakt dan ranja, te ouwenelen over van alles en nog wat maar toch voornamelijk over bootjes en zeilen.
Wadden 2010 090.jpg
Wadden 2010 090.jpg (128.04 KiB) 3756 keer bekeken

Plotseling, midden in een leuke anekdote over de zaak die ze hadden, klinkt er achter Ton’s rug een luid gesis. Ik schrik me het leplazerus, hebben ze een of andere Koningscobra als huisdier? Ton bedenkt zich niet maar draait zich snel om, grijpt in het kastje achter hem en met een snelle greep trekt hij iets tevoorschijn. Het sist nog steeds een beetje, is hel gifgeel van kleur en kijkt me aan met grote, reflecterende ….… strepen ???.
Wadden 2010 089.jpg
Wadden 2010 089.jpg (121.85 KiB) 3756 keer bekeken



Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
Gebruikersavatar
Albert
Berichten: 3183
Lid geworden op: 04 jan 2005 14:10
Locatie: Purmerend

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Albert »

Zeebeest kan het niet laten XII.



Nadat het volautomatische plofvest heeft laten zien dat je er volledig op kan vertrouwen - zelfs in een gortdroog kastje treed het spontaan in werking - nemen we nog een drankje tegen de schrik. Dan wordt het tijd voor de keukenprinsesjes m/v. om op hun respectievelijke boten de kombuis in te duiken.

’s Avonds, na de afwas, wordt het gezellig samenzijn, nu op “Zeebeest”, hervat. Tussen de “echt eerlijk waar gebeurde” sterke verhalen door, hebben we het ook nog even over de marifoon die, na aanvankelijk zo af en toe af en toe een kuurtje te hebben gehad, ons nu helemaal in de steek laat. Waar het aan ligt? Het kan zowel aan de blackbox, als aan de spreeksleutel – de hoorn, waar ook alle bedienings knopjes op zitten - liggen. ‘Maar gelukkig hebben we ook nog een draagbaar gevalletje dus we redden ons wel. Het bereik van zo’n handsetje is natuurlijk niet zo best maar voor het eenvoudige brug en sluis gebeuren voldoet het prima.’ Wanneer blijkt dat de “Max” de zelfde marifoon – een Shipmate – heeft als “Zeebeest”, zegt Ton:’Zal ik die hoorn eens op míjn marifoon proberen?’ Vijf minuten later weten we het, de spreeksleutel is kaduuk. ‘Dankjewel Ton, we zullen proberen of we aan een werkend exemplaar kunnen komen.’ ‘Dat zal wel lukken, probeer marktplaats eens.’ ‘Goed idee Ton, daar nemen we er nog een op, proost! Niet alleen wordt het steeds gezelliger, ook de mist, die in de kajuit van “Zeebeest” hangt, neemt in de loop van de avond behoorlijk toe toe. Gelukkig weet ik uiteindelijk, zonder Radar of GPS, op eigen kiel mijn kooi te vinden.


Vr.24 – 09 -,10. Bew. SSW 2-3.

’s Morgens even na achten, nog niet helemaal helder van geest, kom ik op eigen kracht mijn kooi uit. Met mijn kop onder de kraan, trekken de laatste nevelflarden weg. Na het ontbijt, van hoofdzakelijk zwarte koffie, zien we op de “Max” nog geen teken van leven. Om nu zonder nog even gedag te zeggen zomaar te vertrekken, is natuurlijk niet zo aardig maar ja, er staat niet veel wind en als we vandaag nog in Den Oever willen komen, zullen we toch aan onze stutten moeten trekken. We starten de motor en kijken naar de “Max”, nog steeds geen teken van leven. 08:40 we gooien los en varen weg, ik kijk nog een keer om naar de “Max” ‘Ton en Dini, goede vaart, we komen elkaar vast nog wel eens tegen’.

We zeilen het Ketelmeer af, onder het hoogste deel van de Ketelbrug door en zetten koers op Den Oever. De wind is toegenomen tot een stukje of 4 bft. We lopen lekker, zo komen we lekker op tijd aan. Een oude reddingboot, waarvan ik de naam net niet kan lezen, loopt voor ons over, richting Lemmer.
Wadden 2010 087.jpg
Wadden 2010 087.jpg (95.12 KiB) 3618 keer bekeken
Dan zegt Marjanne:’Ik heb het even nagekeken maar vanuit Den oever naar Texel, komt het morgenochtend niet zo goed uit met het tij, als we nu eerst eens ..’ Ik onderbreek haar. ‘Laat me raden, je wilt liever eerst naar Stavoren of Workum en het liefst naar allebei.’Ze knikt en werpt me haar “grote ogen, klein meisje” blik toe. Ik zeg:‘Ja, laat maar, ik heb je door, je geeft geen donder om zeilen, jij koopziek wijf, het is jou alleen maar om het winkelen te doen! Nou moppie, daar trap ik mooi niet in, we gaan níet naar Stavoren, we gaan naar Den Oever, punt uit!

Na aankomst stapt Marjanne met haar boodschappentas de wal op. Ik schrijf in het logboek; 15:05 Afgemeerd langs de kaai, in de Oude haven te Stavoren.


Za. 25 – 09 -,10. Wiss. bew. met regenbuien. NW 6.

In de loop van de nacht is de wind geruimd naar het noordwesten en toegenomen tot een stukkie of 6 bft. met een dikke 7 in de buien. ‘Martje het is nu weekend, dus kan het hier druk worden, het is te hopen dat we niet te veel buren langszij krijgen want we liggen nu aan lagerwal en ik voel er geen donder voor om “Zeebeest” als fender te laten gebruiken door een stel oversized verwaaibakken.

Later in de ochtend komen er steeds meer boten binnen. Zoals dit exemplaar, waar het provisorisch opgedoekte grootzeil bijna weer van de giek afwaait. Wel een mooi plaatje.
Wadden 2010 091.jpg
Wadden 2010 091.jpg (93.55 KiB) 3618 keer bekeken

Er komen steeds meer boten binnen, bijna allemaal voeren ze het zelfde vlaggetje aan de zaling. Zeker een clubwedstrijd. Een boot komt dichterbij en een van de bemanningsleden, een jonge vrouw vraagt of ze langszij mogen. ‘We gaan tegen vieren weer weg.’ Hun boot is wel een stuk groter maar oké, dat moet kunnen. Even later komt er een, nóg een maatje groter, gevolgd door nog zo’n geval bij hem afmeren. Onze fenders zitten nu platgedrukt tussen kaai en schip en ik voel bij “Zeebeest” af en toe behoorlijk stoten. Net wanneer ik de buitenste boot wil vragen om zachies op te krassen, maakt er nog een boot aanstalten om met een, ‘Hé wat leuk zeg we komen gezellig bij jullie liggen.’ bij zijn kennissen aan te leggen. Nu word ik een tikkie vals. Mij heeft het, letterlijk, een halve eeuw gekost om van een ouwe rotte houten kano tot een scheepje van nog geen negen meter te groeien en ik ben niet van plan om mijn kostbare bezit te laten verkrachten door een stel idioten met meer geld dan fatsoen, die een jacht zien als iets dat wel aardig is om er bij te hebben maar er nooit zo verknocht aan raken als iemand die alle andere dingen aan de kant heeft gezet om ooit op eigen kiel reizen te kunnen maken. Ik roep:’Niks daarvan, genoeg is genoeg, verderop liggen ze met zijn tweeën, ga daar maar liggen en die buitenste boot kan ook beter vertrekken, want we liggen zwaar tegen de kant te stoten.’Marjanne, die weet dat ik nu elk moment echt kan uitbarsten, zegt:’Ach laat ze toch, maak je er niet druk om, achter in de middag gaan ze terug naar Enkhuizen, dan zijn we weer van ze af.’ Ik draai me naar haar en zeg:‘Twee van die grote boten langszij is al geen pretje maar drie is me te gortig, laat staan nog een vierde.’ De boten naast ons, alle drie met een flinke bemanning aanboord, hebben geen zin om aan mijn verzoek gevolg te geven, ze kijken me aan of ik iets ben dat de kat mee naar binnen heeft gesleept en maken geen aanstalten om te vertrekken. Wel, als ze denken dat daar de kous mee af is, kennen ze Albert nog niet. Met het zelfde lieflijke stemgeluid waarmee ik vroeger boven de storm uit de matrozen placht aan te sporen, brul ik:‘En nu opgerot met die buitenste boot of ik snij alles los, ik laat godverdomme mijn bootje niet in de vernieling drukken door zo’n godvergeten stelletje stomme lamzakken dat denkt glad schijt aan een ander te kunnen hebben. Opsodemieteren en wel metéén!’ Nu is de boodschap wél overgekomen. Binnen drie minuten is de buitenste boot vertrokken. Wel wordt er binnensmond geprotesteerd maar geen van dat stel slapjanussen durft me recht in de ogen te kijken. Alleen de jonge vrouw op de boot pal naast ons vraagt bedeest of het zo goed is. Eigenlijk schaam ik me nu een beetje voor mijn uitbarsting van daarnet. Ik zeg, heel vriendelijk:’Ja dank je, zo is het prima voor elkaar .’

Tegen vieren help ik de buren met losgooien. De buurvrouw bedankt me en ik op mijn beurt, wens haar een behouden vaart. Ik kijk het spul nog even na. Achter me zegt Marjanne:’Tegen haar ben je heel wat vriendelijker dan tegen die mannen.’ ‘Ja, wat wil je? Zij heeft een veel mooier figuurtje dan die kerels en heb je die benen gezien? Wauw!’ ‘Poeh zeg, zeker met dat dikke zeilpak aan haar lijf, er was helemaal niets zien.’ ‘Misschien, maar waar mijn ogen tekortschieten, maakt mijn verbeelding overwerk.’ ‘Bah, geef maar toe, je bent gewoon een gore seksist!’ ‘Da’s waar, ik snap dan ook niet waarom je het zo lang met me uit hebt gehouden.’ ‘Tja, waarom? Deugen doe je van geen kant maar ik hou nou eenmaal van je.’ ‘Als je echt van me houdt …’ Ze kijkt me vragend aan …? ‘Dan ga je nu naar voren en gooit die handel los, want ik ga hier niet liggen wachten tot er weer een stelletje van die malloten langszij komt, we gaan naar Workum.

16:10 Vertrek Stavoren. Half bew. NW 6.

Het is een hobbelig ritje. Zo op de motor tegen het zeetje in maken we af en toe beste klappers en komen er flinke plenzen buiswaterwater over. Niet dat we daar last van hebben, daar hebben de geleerden ruitenwissers voor uitgevonden. Maar toch, hier op het Suidersoppie met zijn korte hoge rotgolven, krijgen we meer “water over dek en luiken” dan met de zelfde 6 bft. op de Noordzee.

Bij de uiterton, waar we SB uit gaan, zetten we de Genua. Zo met het zeetje dwars in, ligt dat niet alleen een stuk rustiger maar hebben we in die nauwe ingang, mocht de motor er de brui aan geven, genoeg voortstuwing om niet meteen op het zuider-piertje gesmakt te worden. De motor staat op stand-by in zijn vrij en laat het echte werk over aan de Genua. Zo kachelen we de laatste twee mijl, van uiterton tot de sluis, onder zeil. Kort voor het sluisje halen we de Genua weg, draaien BB uit de zwaaikom in en meren om 17:55 af. DOG. 6,77‘ geen afstand om over naar huis te schrijven maar we liggen wel in een leuk, rustig, gezellig haventje. Marjanne begint te koken en ik trek een wijntje open. Proost!



Albert
"MAY YOUR BIG JIB DRAW"
P.M. Noppeney
Berichten: 251
Lid geworden op: 18 dec 2006 21:00
Locatie: Den Helder

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door P.M. Noppeney »

Albert

Ik heb weer genoten van je verhaal.Zie met belangstelling het vervolg tegemoet.

Groeten uit Nieuwediep

Peter Noppeney
Kennis is macht, karakter is meer.
Wybe-M3

Re: "Zeebeest" Kan het niet laten.

Bericht door Wybe-M3 »

Dag Albert,

In je stukkie over 'Vr.24 – 09 -,10. Bew. SSW 2-3.' schrijf je over een historische reddingboot die oversteekt naar De Lemmer.
Dat kan kloppen. Op zaterdag 25 september 2010 werd in De Lemmer een bijeenkomst van de NV ORG (Naut. Ver. Oude Reddings Glorie) gehouden. De vereniging van schippers/eigenaren van historische reddingboten.
Er lagen zo'n 15 boten, zie http://www.dorusrijkers.nl/forum/read.php?2,4950
De meeste boten kwamen op vrijdag de 24e aan.

Ik heb je foto wat uitvergroot, maar dan vergaat gelijk de scherpte. Het zou de mrb Prins Hendrik [III] kunnen zijn. Maar ook de mrb Insulinde. Die was voor het eerst weer aanwezig na een jarenlange restauratie.

Groeten uit Nieuwediep,

Wybe

PS: Lees trouwens ook dat je in mijn geboortedorp Wâldsein de nacht hebt doorgebracht bij de voormalige zeepfabriek. De zeep werd uit walvisvet gekookt.


Plaats reactie