Tallships
Re: Tallships
Ja, die Viking.....
- Bijlagen
-
- VIKINGRotterdam.jpg (65.94 KiB) 6994 keer bekeken
-
- Viking Capt_Ankerso.jpg (160.52 KiB) 6994 keer bekeken
-
- Viking.jpg (21.4 KiB) 6994 keer bekeken
-
- Viking_002.jpg (150.1 KiB) 6994 keer bekeken
-
- Viking_008_Pilot_helmsmen.jpg (155.69 KiB) 6994 keer bekeken
-
- Viking_003.jpg (123.51 KiB) 6994 keer bekeken
-
- Viking_0041.jpg (150.1 KiB) 6994 keer bekeken
Oost, west...ook best
Re: Tallships
Hier hebben we nog een mooie.
- Bijlagen
-
- KRS21419190220001%20ASRYM.jpg (233.85 KiB) 7289 keer bekeken
Re: Tallships
Bark RESPIT Ze worden steeds mooier.Foto,s afkomstig van SKIPSHISTORIE.NET Per Sundfaer Trondjem
- Bijlagen
-
- LSD80218990220001%20RESPIT.jpg (241.25 KiB) 7220 keer bekeken
Re: Tallships
Ga er maar mee door.
- Bijlagen
-
- KRS21419220120001%20ASALEA.jpg (370.04 KiB) 7153 keer bekeken
Re: Tallships
De Maria Rickmers was na de France de tweede vijfmastbark in de wereldhandelsvloot.
Ze was voorzien van een stoommaschine met een vermogen van 750 Pk als hulpaandrijving en werd daardoor eerder als een "stoomzeiler" dan als een zeilschip gezien.
Op 18 december 1891 werd de stalen romp van de bark op de werf van Russell & Co. in Port Glasgow, Schotland voor de Rickmers Reismühlen, Rhederei- und Schiffbau AG in Bremerhaven tewater gelaten.
Het schip werd vernoemd naar Maria Rickmers, de echtgenote van Peter Rickmers, een van de eigenaren.
De kleur van de romp was volgens de traditie van de Rederij groen met een rood onderwaterschip.
Opmerkelijk was de grote zwarte schoorsteen met het embleem van de Rederij, groen-rood-witte dwarsstrepen (de vlag van Helgoland) met een grote witte R in het midden.
Het ruim in het achterste gedeelte van het schip was bestemd voor de stoommaschine en ong. 600 ton kolen.
Zes extra bemanningsleden (2 maschinisten, 2 stokers en 2 tremmers) waren verantwoordelijk voor het bedrijf en het onderhoud van de stoomaandrijving.
Hierdoor werd het effectief rendement van het schip gereduceerd zoals op de latere R.C. Rickmers te zien was.
De grote bark maakte slechts een reis, haar maidenvoyage, en had daardoor de kortste levensduur van alle zeven vijfmastbarken.
Begin maart 1892 zeilde ze in ballast van Bremerhaven naar Barry (Wales), en van daaruit op 15 maart 1892 via Cardiff met een lading kolen naar Singapore „for orders“.
Tijdens het lossen van de lading werd de kapitein (kapitein J. Gennerich) ernstig ziek en stierf enkele dagen later in een ziekenhuis in Singapore.
Kort daarvoor had hij een telegram van de rederij ontvangen waar in het misgenoegen over de reis van 80 dagen (zonder gebruik van de stoommaschine) tot uitting kwam.
De eerste stuurman H. Wiethoff kreeg het bevel over het schip en onder zijn leiding vertrok ze in ballast naar Saigon om een lading van 56.727 zakken rijst voor de Rickmers Reismühlen GmbH te laden.
Op 14 juli 1892 vertrok de Maria Rickmers voor de terugreis van Saigon naar Bremerhaven.
Na het passeren van de Straat Soenda gold het schip als vermist in de Indische Oceaan, het laatste signaal na Anjer Point (Indonesie) was op 24 juli 1892.
Over het algemeen werd vermeld dat nooit weer wat van de Maria Rickmers gehoord werd en dat er ook geen wrakstukken gevonden werden.
Dit leidde tot een serie van theorie-en wat de verdwijning van de vijfmaster betreft, een cycloon, piraten, kapseizen door het verschuiven van de lading, etc.
Daarvan afwijkend vermeld het dagboek van James Thomas Aikman de ondergang van de Maria Rickmers in de Straat Soenda tijdens een cycloon, en dat er later in die buurt wel degelijk wrakstukken gevonden zijn.
Hieronder een link naar het dagboek van James Thomas Aikman:We were favoured with fine tropical weather and light breeze through, passing where the town of (Anjou?) used to be before it disappeared in the waters during the great Volcanic eruption of 83.
Just astern of us about a mile was the ship "Maria Rickmers", the then largest sailing ship. She was a 5-master, and looked very fine with all-her sail set.
We had just sailed through the straits when up rolled a tremendous typhoon, which, although we were all stowed in except topsails, flung us on our beam ends for several minutes.
We just saw the other ship heal over, when all was darkness. Some of her wreckage was found afterwards near the same spot.
http://www.nikoko.co.uk/Diaries/jtaik.htm
Hieronder nog wat gegevens.
Konstruktion: Stahlrumpf als Dreiinselschiff, Stahluntermasten
Rigg: Fünfmastbark, dopp. Mars- & Bram-, Royal-, 3 Skyrahen; Mars- & Bramstengen (mit Royal-/Skystenge ein Stück); Besanmast mit Stenge und Gaffel
Mastfolge: Fockmast, Großmast, Mittelmast, Kreuzmast (Achtermast), Besanmast
Anzahl der Decks: zwei durchgehende Stahldecks, partielles Deck (Stahl/Holz) als Brückendeck, dazu Poop und Back; oberstes Deck mit Teakholz beplankt
Stapellauf: 18. Dezember 1891
Jungfernfahrt: 1. März 1892 über Barry (Wales), Cardiff (Wales) (15. März 1892) und Singapur nach Saigon (Vietnam)
Unterscheidungssignal: Q F P C
Bauwerft: Russell & Co., Port Glasgow, Schottland
Reederei: Rickmers Reismühlen, Rhederei und Schiffbau A.-G., Bremerhaven
weitere Reedereien: --
weitere Namen: --
Heimathafen: Bremerhaven
Galionsfigur: ja, Figur der Maria Rickmers
Länge über alles (Lüa): 135 m (514' 1")
Länge Galion-Heck (Rumpflänge): 123,3 m (404' 6")
Länge auf Deck: 118,3 m (388' 1")
Länge in der KWL: 114,47 m (375' 7")
Länge zwischen den Loten (LzL, LPp): 112,22 m (368' 2")
Breite: 14,63 m (48' 0")
Raumtiefe: 7,72 m (25' 4")
Seitenhöhe: 8,82 m (28' 11")
Tiefgang: 7,2 m (23' 7")
Vermessung: 3.822 BRT (Bruttoregistertonnen) / 3.344 NRT (Nettoregistertonnen)
Verdrängung (Schiffs- und Ladungsmasse): ~9.500 tons
Ladekapazität/Tragfähigkeit: 5.300 tons (1 ton = 1,016 t); mit Kohlenladung für die Dampfmaschine: ~5.900 tons
Segelfläche: 5.300 m² (44 Segel: 27 Rah-, 11 Stag-, 4 Vorsegel, 2 Besane)
Masthöhe: 57 m (Flaggenknopf – Deck), 63 m (Flaggenknopf – Kiel)
Baukosten: M 926.000,00
Hilfsantrieb: 3-Zylinder-Dampfmaschine von 750 PS
Klassifikation: Lloyd's +100A
Erster Schiffsführer: J. Gennerich
weitere Kapitäne: H. Wiethoff (Erster Steuermann)
Besatzung: 38 Mann
Höchstgeschwindigkeit: 15 kn unter Segel; 8 kn unter Dampf
Bestes Etmal: 303 sm
Besonderheiten: großer, schwarzer Schornstein mit Firmenemblem zwischen Kreuzmast und Besanmast, Skysegel an Fock-, Groß- und Mittelmast
Groeten, Hans.
- Harry G. Hogeboom
- Berichten: 14439
- Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
- Locatie: Canada
Re: Tallships
Bedankt Hans, Een mooi journaal van die Thomson Aikman, hij was nog niet zo dom in 1902It was my good fortune last summer to sail chief officer of a steamer on the Lakes. Canadians ought to be justly proud of their Dominion, as it has beauties perculiarly its own, and, out of all the Lands I have visited, I prefer Canada to any of them, and with Gods help I intend to make it my home for good, and always and heartily join in the chorus of the Maple leaf forever.
J. Thomson Aikman.
113. Anderson Street.
March 20th, 1902 Montreal.
Canada.
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
"Don't sweat the small stuff"
Re: Tallships
R. C. Rickmers.
Evenals haar zusterschip, de Maria Rickmers, was ze in tegenstelling tot de voor haar gebouwde vijfmasters van een stoommachine voorzien.
Na de twee houten volschepen -1.080 BRT (1868) en 1.760 BRT (1888) – was dit het derde schip met deze naam.
Na de schipbreuk van de Preußen en de Thomas W. Lawson was ze tot de terwaterlating van de France in 1911 het grootste zeilschip ter wereld.
Het schip werd genoemd naar Rickmer Clasen Rickmers (1807–1886), de oprichter van de Rickmers Reismühlen Rhederei und Schiffbau A.-G. De R. C. Rickmers werd in 1906 op de eigen werf in Geestemünde (Bremerhaven) gebouwd.
De romp en masten waren uit staal en de kleur van de romp was volgens de traditie van deze rederij groen en rood.
Volgens enkele maritime schrijvers gold dit schip eerder als prestige-object en als antwoord op de beide F. Laeisz vijfmasters Potosi en Preußen.
Toen ze tewater gelaten werd overtrof ze de Preußen met 467 BRT, maar werd wegens de hulpaandrijving nooit als het grootste zeilschip van Duitsland geregistreerd.
Ze werd door de stoommachine en de grote schoorsteen eerder een "stoomzeiler" dan een zeilschip genoemd.
Door de kolenbunkers werd het maximale laadvermogen van 7.900 tons om 600 t gereduceerd. Het schip voer voornaamlijk naar Oost Azie (Singapore, Kobe/Hiogo, Saigon), Siberie (Wladiwostok), de Amerikaanse westkust (San Francisco, Portland in Oregon), Australie (New South Wales) en Zuid Amerika (Chile).
Op de uitreis transporteerde ze meestal kolen uit Wales en andere landen en op de thuisreis rijst voor de eigen bedrijven.
In 1912/13 maakte ze twee grote reizen:
Cardiff – Philadelphia – Kaap de Goede Hoop – Kobe (Japan) – Portland (Oregon) – Antwerpen
Cardiff – Philadelphia – Kaap de Goede Hoop – Japan – Wladiwostok – Indische Oceaan – Hull
Een bijzondere gebeurtenis was het bezoek van Tsaar Nicolaas II op het schip in 1912 toen het schip in Wladiwostok lag. Door de bunkers, het onderhoud van de stoommachine, extra personeel (2 machinisten, 2 tremmers, 2 stokers) en het kolenverbruik was het schip niet economisch.
Toen de Rickmers Line tussen 1910 en 1913 overstapte op stoomschepen werden alle zeilschepen verkocht.
Voor de grote R. C. Rickmers was geen koper te vinden daarom werd het schip in 1912/13 op de eigen werf tot zeilend schoolschip omgebouwd.
Aan het begin van de eerste wereldoorlog lag ze in Cardiff voor een lading kolen, waar ze door de Britse Admiraliteit in beslag genomen werd en omgedoopt in Neath, een plaats- en riviernaam in Zuid Wales. Omdat de Engelse bemanning geen ervaring met dit scheepstype had was het een probleem het schip in de vaart te krijgen, hiervoor werd de Duitse kapitein om hulp gevraagd.
Onder Engelse vlag varend werd ze op 27 maart 1917 -met een lading suiker van Mauritius komend- 30 mijl zuidoostelijk van Fastnet door de onderzeeboot U 66 tot zinken gebracht.
Technische gegevens:
Gebouwd door: Rickmers Reismühlen, Rhederei und Schiffbau A.-G., Bremerhaven.
Bouwnr: 147.
Tewaterlating: 8-2-1906.
Roepsein: QJCG
Thuishaven: Bremerhaven.
Lengte o.a: 146 m.
Breedte: 16,30 m.
Diepgang: max. 8,20 m.
Waterverplaatsing: ~10.500 t.
Grootte: 5.633 BRT / 4.544 NRT.
Hulpaandrijving: een stoommachine met een vermogen van 1.160 Pk.
Aantal zeilen: 38 (40)
Zeilopp: 6.045 m².
Snelheid: max. 9 kn met stoommachine, max. 16 kn onder zeil.
Bemanning: ~45.
Groeten, Hans.
De R. C. Rickmers was de tweede Duitse vijfmastbark en de vijfde in de wereld.Evenals haar zusterschip, de Maria Rickmers, was ze in tegenstelling tot de voor haar gebouwde vijfmasters van een stoommachine voorzien.
Na de twee houten volschepen -1.080 BRT (1868) en 1.760 BRT (1888) – was dit het derde schip met deze naam.
Na de schipbreuk van de Preußen en de Thomas W. Lawson was ze tot de terwaterlating van de France in 1911 het grootste zeilschip ter wereld.
Het schip werd genoemd naar Rickmer Clasen Rickmers (1807–1886), de oprichter van de Rickmers Reismühlen Rhederei und Schiffbau A.-G. De R. C. Rickmers werd in 1906 op de eigen werf in Geestemünde (Bremerhaven) gebouwd.
De romp en masten waren uit staal en de kleur van de romp was volgens de traditie van deze rederij groen en rood.
Volgens enkele maritime schrijvers gold dit schip eerder als prestige-object en als antwoord op de beide F. Laeisz vijfmasters Potosi en Preußen.
Toen ze tewater gelaten werd overtrof ze de Preußen met 467 BRT, maar werd wegens de hulpaandrijving nooit als het grootste zeilschip van Duitsland geregistreerd.
Ze werd door de stoommachine en de grote schoorsteen eerder een "stoomzeiler" dan een zeilschip genoemd.
Door de kolenbunkers werd het maximale laadvermogen van 7.900 tons om 600 t gereduceerd. Het schip voer voornaamlijk naar Oost Azie (Singapore, Kobe/Hiogo, Saigon), Siberie (Wladiwostok), de Amerikaanse westkust (San Francisco, Portland in Oregon), Australie (New South Wales) en Zuid Amerika (Chile).
Op de uitreis transporteerde ze meestal kolen uit Wales en andere landen en op de thuisreis rijst voor de eigen bedrijven.
In 1912/13 maakte ze twee grote reizen:
Cardiff – Philadelphia – Kaap de Goede Hoop – Kobe (Japan) – Portland (Oregon) – Antwerpen
Cardiff – Philadelphia – Kaap de Goede Hoop – Japan – Wladiwostok – Indische Oceaan – Hull
Een bijzondere gebeurtenis was het bezoek van Tsaar Nicolaas II op het schip in 1912 toen het schip in Wladiwostok lag. Door de bunkers, het onderhoud van de stoommachine, extra personeel (2 machinisten, 2 tremmers, 2 stokers) en het kolenverbruik was het schip niet economisch.
Toen de Rickmers Line tussen 1910 en 1913 overstapte op stoomschepen werden alle zeilschepen verkocht.
Voor de grote R. C. Rickmers was geen koper te vinden daarom werd het schip in 1912/13 op de eigen werf tot zeilend schoolschip omgebouwd.
Aan het begin van de eerste wereldoorlog lag ze in Cardiff voor een lading kolen, waar ze door de Britse Admiraliteit in beslag genomen werd en omgedoopt in Neath, een plaats- en riviernaam in Zuid Wales. Omdat de Engelse bemanning geen ervaring met dit scheepstype had was het een probleem het schip in de vaart te krijgen, hiervoor werd de Duitse kapitein om hulp gevraagd.
Onder Engelse vlag varend werd ze op 27 maart 1917 -met een lading suiker van Mauritius komend- 30 mijl zuidoostelijk van Fastnet door de onderzeeboot U 66 tot zinken gebracht.
Technische gegevens:
Gebouwd door: Rickmers Reismühlen, Rhederei und Schiffbau A.-G., Bremerhaven.
Bouwnr: 147.
Tewaterlating: 8-2-1906.
Roepsein: QJCG
Thuishaven: Bremerhaven.
Lengte o.a: 146 m.
Breedte: 16,30 m.
Diepgang: max. 8,20 m.
Waterverplaatsing: ~10.500 t.
Grootte: 5.633 BRT / 4.544 NRT.
Hulpaandrijving: een stoommachine met een vermogen van 1.160 Pk.
Aantal zeilen: 38 (40)
Zeilopp: 6.045 m².
Snelheid: max. 9 kn met stoommachine, max. 16 kn onder zeil.
Bemanning: ~45.
Groeten, Hans.
- stuurcadeautje
- Berichten: 489
- Lid geworden op: 08 mar 2005 18:11
- Locatie: Hengstdijk
Re: Tallships
Alweer een hele poos geleden dat ik op Kombuispraat ben geweest.
Ga dat weer veranderen hoor
Heb wel een vraag?
Alweer wat jaartjes geleden heeft er in de blauwe wimpel een artikel gestaan over de ondergang van de pamir en haar zusterschepen.
Zou iemand mij aan dat artikel kunnen helpen.
Ga dat weer veranderen hoor
Heb wel een vraag?
Alweer wat jaartjes geleden heeft er in de blauwe wimpel een artikel gestaan over de ondergang van de pamir en haar zusterschepen.
Zou iemand mij aan dat artikel kunnen helpen.
als god had gewild dat vrouwen gingen varen, dan had hij de zee wel roze gekleurd
Re: Tallships
Wikipedia: "De schoenerbrik Tres Hombres is een professioneel zeilend vrachtschip, waarmee gepoogd wordt de zeilende handelsvaart nieuw leven in te blazen. Naast het vervoeren van vracht en passagiers wordt het schip gebruikt om leerlingen op te leiden voor de zeevaart. Het schip heeft een vrachtruim met een laadvermogen van rond de 50 ton, twee passagiershutten, een vooronder voor acht leerlingen/trainees naast de accommodatie voor de vijf bemanningsleden."
Zijn hier meningen over dit project? Ik las onlangs ergens zelfs over een zusterschip.
Zijn hier meningen over dit project? Ik las onlangs ergens zelfs over een zusterschip.