Re: Wonen in Warffum, IJmond en Heiloo
- Leo Bokkum
- Berichten: 508
- Lid geworden op: 15 dec 2006 05:30
- Locatie: Oost Drenthe
Hoi Jos.
Schone lucht zeg je?
Je bedoelt Airwic Strontspray veur de stadse mens'n.
Die Grunningers lach'n zich toch tebarst'n om zo'n Haarlemse uitlaatgassenhapper?..
Wij hebben trouwens zomaar opeens een boerderijtje op de kop getikt.
Weer eens wat anders na 32 jaar ijzeren pramen en gasolielucht.
Dus als je wilt wennen aan een wijds uitzicht ben je vanaf ca 1 september welkom in de Wieringermeer.
Mvg, Leo.
Schone lucht zeg je?
Je bedoelt Airwic Strontspray veur de stadse mens'n.
Die Grunningers lach'n zich toch tebarst'n om zo'n Haarlemse uitlaatgassenhapper?..
Wij hebben trouwens zomaar opeens een boerderijtje op de kop getikt.
Weer eens wat anders na 32 jaar ijzeren pramen en gasolielucht.
Dus als je wilt wennen aan een wijds uitzicht ben je vanaf ca 1 september welkom in de Wieringermeer.
Mvg, Leo.
Pas geen oplossingen toe voordat je weet wat het probleem is
KIJK NU EENS wat ik al zoekend tegenkwam!
Als ik in Warffum woonde, zou ik daar waarschijnlijk heel wat tijd zoekbrengen.
Dat zijn van die kleinigheden die een expat mist.
Wat ik zocht, vond ik trouwens ook daar niet: G.K. Brouwer - Zeevaartkunde voor de derde rang - Deel 5 - Sterrenkunde. Als iemand het nog ergens op de plank heeft staan of op zolder heeft liggen en er wel vanaf wil, hou ik me aanbevolen.
Als ik in Warffum woonde, zou ik daar waarschijnlijk heel wat tijd zoekbrengen.
Dat zijn van die kleinigheden die een expat mist.
Wat ik zocht, vond ik trouwens ook daar niet: G.K. Brouwer - Zeevaartkunde voor de derde rang - Deel 5 - Sterrenkunde. Als iemand het nog ergens op de plank heeft staan of op zolder heeft liggen en er wel vanaf wil, hou ik me aanbevolen.
Warffumer nachtegalen
Is het in Warffum de gewoonte dat men 's nachts lawaai maakt? Het lijkt er wel op. In het archief van deze gemeente werden twee gevallen aangetroffen waarbij de nachtrust van de inwoners van het dorp in ernstige mate werd verstoord.
Het eerste geval vindt plaats in 1858. In de nacht van de vijfde april van dat jaar worden Pieter Medema en Enne Louwes Zuidema, twee boerenknechten, op de bon geslingerd door de veldwachters Wieke Bolgra (gemeenteveldwachter) en Michael Laroy (rijksveldwachter) wegens het verstoren van de nachtrust. De lawaaimakers moeten zich verantwoorden voor de kantonrechter te Onderdendam die op 29 april vonnis wijst. Van dit vonnis bevinden zich twee afschriften in het gemeentearchief en het vreemde is dat deze afschriften wat betreft de precieze toedracht van de zaak niet gelijkluidend zijn. Volgens het ene afschrift hadden de beide dienders omstreeks half een vernomen dat Pieter en Enne "door rumoer en leven maken de rust der inwoners hadden verstoord, niettegenstaande zij zich een uur tevoren aan dezelfde overtreding hadden schuldig gemaakt". In het andere afschrift kunnen we lezen dat dezelfde dienders omstreeks twaalf uur van diezelfde nacht hadden vernomen dat "een complot jongens en meiden door zingen de rust der inwoners te Warffum hadden verstoord; dat echter op hunne aanmaning allen zich stil hadden gehouden met uitzondering van de beide gedaagden, die daaraan geen gehoor hadden willen geven".
Beide verklaringen sluiten elkaar niet uit maar in elk geval is een van beide niet zeer nauwkeurig. Alleen in de aangegeven tijd zit al een half uur verschil. Kennelijk was dit niet van zeer groot belang.
Ook in de verklaring van de gedaagden verschillen de afschriften van elkaar. In beide ontkennen zij de nachtrust te hebben verstoord, in het tweede afschrift voegt de gedaagde Pieter Medema daar echter nog aan toe dat de rijksveldwachter hem met een stok had geslagen. Hier wordt verder niet op in gegaan en aan de overige verklaringen van de gedaagden wordt ook geen geloof gehecht zodat het ten laste gelegde voor bewezen wordt gehouden en de gedaagden ieder worden veroordeeld tot betaling van een boete van vijf gulden en vijftig cent, en twee gulden en vijftien en een halve cent proceskosten.
Beide gedaagden weigeren dit te betalen en vooral Enne Louwes Zuidema houdt dit tot het einde toe vol. Op twee september 1859 krijgt hij dan ook de deurwaarder Jarg Jans Pettinga over de vloer, in gezelschap van Michael Laroy, de veldwachter. Enne wordt "aangemaand" de deurwaarder te volgen naar het huis van arrest te Appingedam alwaar hij wordt overgedragen aan cipier H. Hamer om "in gijzeling" te worden gesteld. Hoelang hij daar heeft gezeten is zo snel niet te achterhalen maar langer dan een paar dagen zal het niet geweest zijn; het waren per slot van rekening beschaafde tijden.
Warffumers zijn muzikaal aangelegd en het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In de avond van vijf augustus 1860 is er in het geplaagde dorp wederom nachtelijk gezang te horen. En het is andermaal veldwachter Laroy die de ordeverstoorders op de bon slingert. Ditmaal gaat het om vier boerenknechten en een molenaarsknecht. Met z'n vijven hebben ze in genoemde nacht staan zingen voor het huis van Tamme Reus. Hoe dat geklonken heeft weet ik natuurlijk niet maar dat het niet op prijs werd gesteld is duidelijk want ieder werd veroordeeld tot een boete van zeven gulden vijftig en betaling van de proceskosten.
Geen van de vijf boetes werd betaald, en of dat nu is omdat men niet kon betalen of niet wilde, voor deurwaarder Jacob Jargs Pettinga (de zoon treedt in zijn vaders voetsporen) maakte dat niet uit. Op elf april 1861 bracht hij allen een bezoek en ook zij werden aangemaand hem te volgen naar Appingedam alwaar cipier H. Hamer nog steeds op zijn post stond om het voltallige zangkoor in ontvangst te nemen.
Helaas zijn in het gemeentearchief alleen de stukken van de deurwaarder bewaard gebleven; de vonnissen en de dwangbevelen. De processen-verbaal van de veldwachters en de getuigenverklaringen zijn wellicht te vinden in het archief van het kantongerecht van Onderdendam dat zich bevindt in de Groninger Archieven te Groningen. Wie benieuwd is naar het hoe en waarom van de Warffumer nachtegalen en of het misschien vals geklonken heeft dient zich aldaar te vervoegen.
bron: Groninger Archiefnet
http://www.groningerarchiefnet.nl/
Is het in Warffum de gewoonte dat men 's nachts lawaai maakt? Het lijkt er wel op. In het archief van deze gemeente werden twee gevallen aangetroffen waarbij de nachtrust van de inwoners van het dorp in ernstige mate werd verstoord.
Het eerste geval vindt plaats in 1858. In de nacht van de vijfde april van dat jaar worden Pieter Medema en Enne Louwes Zuidema, twee boerenknechten, op de bon geslingerd door de veldwachters Wieke Bolgra (gemeenteveldwachter) en Michael Laroy (rijksveldwachter) wegens het verstoren van de nachtrust. De lawaaimakers moeten zich verantwoorden voor de kantonrechter te Onderdendam die op 29 april vonnis wijst. Van dit vonnis bevinden zich twee afschriften in het gemeentearchief en het vreemde is dat deze afschriften wat betreft de precieze toedracht van de zaak niet gelijkluidend zijn. Volgens het ene afschrift hadden de beide dienders omstreeks half een vernomen dat Pieter en Enne "door rumoer en leven maken de rust der inwoners hadden verstoord, niettegenstaande zij zich een uur tevoren aan dezelfde overtreding hadden schuldig gemaakt". In het andere afschrift kunnen we lezen dat dezelfde dienders omstreeks twaalf uur van diezelfde nacht hadden vernomen dat "een complot jongens en meiden door zingen de rust der inwoners te Warffum hadden verstoord; dat echter op hunne aanmaning allen zich stil hadden gehouden met uitzondering van de beide gedaagden, die daaraan geen gehoor hadden willen geven".
Beide verklaringen sluiten elkaar niet uit maar in elk geval is een van beide niet zeer nauwkeurig. Alleen in de aangegeven tijd zit al een half uur verschil. Kennelijk was dit niet van zeer groot belang.
Ook in de verklaring van de gedaagden verschillen de afschriften van elkaar. In beide ontkennen zij de nachtrust te hebben verstoord, in het tweede afschrift voegt de gedaagde Pieter Medema daar echter nog aan toe dat de rijksveldwachter hem met een stok had geslagen. Hier wordt verder niet op in gegaan en aan de overige verklaringen van de gedaagden wordt ook geen geloof gehecht zodat het ten laste gelegde voor bewezen wordt gehouden en de gedaagden ieder worden veroordeeld tot betaling van een boete van vijf gulden en vijftig cent, en twee gulden en vijftien en een halve cent proceskosten.
Beide gedaagden weigeren dit te betalen en vooral Enne Louwes Zuidema houdt dit tot het einde toe vol. Op twee september 1859 krijgt hij dan ook de deurwaarder Jarg Jans Pettinga over de vloer, in gezelschap van Michael Laroy, de veldwachter. Enne wordt "aangemaand" de deurwaarder te volgen naar het huis van arrest te Appingedam alwaar hij wordt overgedragen aan cipier H. Hamer om "in gijzeling" te worden gesteld. Hoelang hij daar heeft gezeten is zo snel niet te achterhalen maar langer dan een paar dagen zal het niet geweest zijn; het waren per slot van rekening beschaafde tijden.
Warffumers zijn muzikaal aangelegd en het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In de avond van vijf augustus 1860 is er in het geplaagde dorp wederom nachtelijk gezang te horen. En het is andermaal veldwachter Laroy die de ordeverstoorders op de bon slingert. Ditmaal gaat het om vier boerenknechten en een molenaarsknecht. Met z'n vijven hebben ze in genoemde nacht staan zingen voor het huis van Tamme Reus. Hoe dat geklonken heeft weet ik natuurlijk niet maar dat het niet op prijs werd gesteld is duidelijk want ieder werd veroordeeld tot een boete van zeven gulden vijftig en betaling van de proceskosten.
Geen van de vijf boetes werd betaald, en of dat nu is omdat men niet kon betalen of niet wilde, voor deurwaarder Jacob Jargs Pettinga (de zoon treedt in zijn vaders voetsporen) maakte dat niet uit. Op elf april 1861 bracht hij allen een bezoek en ook zij werden aangemaand hem te volgen naar Appingedam alwaar cipier H. Hamer nog steeds op zijn post stond om het voltallige zangkoor in ontvangst te nemen.
Helaas zijn in het gemeentearchief alleen de stukken van de deurwaarder bewaard gebleven; de vonnissen en de dwangbevelen. De processen-verbaal van de veldwachters en de getuigenverklaringen zijn wellicht te vinden in het archief van het kantongerecht van Onderdendam dat zich bevindt in de Groninger Archieven te Groningen. Wie benieuwd is naar het hoe en waarom van de Warffumer nachtegalen en of het misschien vals geklonken heeft dient zich aldaar te vervoegen.
bron: Groninger Archiefnet
http://www.groningerarchiefnet.nl/
Onderweg van Groningen naar Warffum kom je door Winsum en daar zit een schuurwinkeltje tjok vol met boeken. Als ze open is staat er als je van Groningen aan de rechterkant van de kruizing een bordje (eerste kruizing na de flitspaal aan de linkerkant (een pokke ding)) Boekenschuur open. Ik heb er regelmatig een leuk boekje gevonden.Theo Horsten schreef:KIJK NU EENS wat ik al zoekend tegenkwam!
Als ik in Warffum woonde, zou ik daar waarschijnlijk heel wat tijd zoekbrengen.
Proet
Weet u iets over of van de sleepboten van Bureau Wijsmuller ? Neem dan eens contact op met info@bureau-wijsmuller.nl