Naar zee...

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Gebruikersavatar
jdbvos
Berichten: 10557
Lid geworden op: 22 apr 2006 16:17
Locatie: Groningen
Contacteer:

Re: Naar zee...

Bericht door jdbvos »

Tsjonge, wat een avontuur !
Tenminste, in retrospect.....als je het op dat moment overkomt zie je het niet als een avontuur.....

Maar ff een vraag, Theo...
In 1951 was de (uitgebreide) NEMEDRI op de hele Oostzee en Botnische Golf toch nog van toepassing ?
Je liep in die tijd voor je het wist nog op een mijn. Zelfs in mijn jonge jaren hoorde ik nog wel over (Deense of Zweedse) visserschepen die niet eens ver naast de vrijgemaakte doorvaarten 'ontploften'.....
Dat risico hadden jullie -vooral nog maar 6 jaar na dato- toch ook als je bij Finland naast 'de geul' terechtkwam ?
Ik heb pa's oude NEMEDRI-kaarten, compleet met het mapje, maar ingeleverd bij het scheepvaartmuseum Groningen....tezamen met de brief (begin '70 ???) waarin de N pas officieel werd ingetrokken.
Ik kan de gebieden dus niet zo 1-2-3 bekijken.....
Werd tijdens de sleepreis daar nog rekening mee gehouden ? Mij valt nl op dat vóór Turku, jullie niet 'binnendoor' gingen....
Had dat daarmee te maken ? Of was dat alleen maar vanwege de lengte van de sleep ?
Oost, west...ook best

Aad v Staveren (RIP)

Re: Naar zee...

Bericht door Aad v Staveren (RIP) »

Prachtig Theo ik heb weer van je verhaal genoten. Sommige dingen komen me bekend voor. O A de sleep die tegen de boei aan kwam na het missen van de sleepboot van de boei.
AQad van Staverem
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Dat gevaar bestond wél in de Finse- maar niet in de Bothnische Golf en ook in 1951 begon en eindigde de geveegde route van en naar het Kielerkanaal bij "boei 5". Daar weet ik de exacte positie niet (meer) van, maar hij lag op 45 mijl van Sandhammaren en was een van de geijkte punten in de Oostzeevaart. Vanaf boei 5 volgde je de geveegde route langs Gedser Rev en Fehmarn Belt naar Kiel vuurschip. Ik neem aan dat de sleepboot ons in die route wel wat korter heeft gesleept dan 300 meter.
Sont en Belten en vooral het Kattegat was een en al route en dat is ook vele jaren zo gebleven.
Nee, na vertrek Nystad zocht hij direct de ruimte op, dus niet binnendoor.

Een NEMEDRI, ik wou dat ik er ook eentje had bewaard.
Gebruikersavatar
rspeur
Berichten: 3111
Lid geworden op: 11 dec 2009 17:41
Locatie: Almere
Contacteer:

Re: Naar zee...

Bericht door rspeur »

Theo,
Ik geniet met volle teugen. Vaak heb ik aan een half woord genoeg voor een "terugkijkertje", zo ook nu bij het laatste deel van je verhaal waarin de struikelende kok ter sprake komt.
Ik neem de vrijheid er een eigen herinnering aan vast te knopen. Zonder drank. Al eerder geplaatst overigens.

Op de Neder Ebro was ik kapiteinsbediende. Deeltaak: koffie naar kapitein, brug en marconist. Dus om tien uur met drie blaadjes een dek omhoog. Een voor de kapitein, een voor de stuurman van de wacht (4e ofwel ampat), een voor de sparks. Het waren van die mooie rechthoekige (A4 formaat), met afmetingen dus die zich uitstekend leenden voor de verdeling twee links, een rechts. Voormalige bedienden zullen dat met me eens zijn, huidige kelners/serveersters natuurlijk ook. En het ging altijd goed, zelfs bij het ronden van de Kaap. Bij zwaar weer soms even de rechter elleboog als extra steun gebruiken op de trap als het schip wat al te veel aan het kojangen was, maar de koffie kwam altijd keurig op de bestemming. Niet écht altijd dus: bij mij is het één keer fout gegaan. En niet in zwaar weer, maar in de Rode Zee, die vaak - toen dus ook - spiegelglad is. Ik neem de eerste twee treden en jawel, ik struikel. Languit dus. Alle drie plateautjes volledig geleegd op de trap, het was een puinhoop. Sparks, normaal gesproken een zeer stoïcijns figuur, kon je zo ongeveer oprapen toen hij de ravage zag en zelfs de kapitein, die een echte heer was - maar dan ook een échte - deed het bijna in zijn kort wit. De stuurman van de wacht - volgens mij toen Nico van Willigen - is toch maar even geïnformeerd over de vertraging van de koffie, maar voor zover ik me herinner heeft hij er breed om gegrijnsd....
Moraal van dit verhaal: zelfs onder ideale omstandigheden kan je enorm op je bek gaan.

René
Ik leit m'n tong hier altoid foin ofskrape
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

-------------------------------------------------------------- Afbeelding
----------------------------------------------------------------------------Prince of Wales Theater, Coventry Street, Londen

-------------------------------------------------------------------------------------------Naar zee... (6)
--------------------------------------------------------------------------------------------------1952

Dat neef Jaap twee maanden ontzegging van de vaarbevoegdheid als kapitein kreeg, had hij volledig aan zichzelf te wijten. Hij had alles mee om er met een lichte of zelfs helemaal zonder straf vanaf te komen. Een van de toegevoegde leden van de Raad was een oude vriend van wijlen zijn vader, Jan Kreumer, wat in een dergelijk geval natuurlijk nooit kwaad kan. Die had hem tevoren, afgaande op de scheepsverklaring en het verslag van het voorlopig onderzoek van de Scheepvaartinspectie, al stiekem laten weten dat hij wel schuldig zou worden bevonden, maar er met een berisping af zou komen. Nu was Jaap weliswaar een prima kerel, maar geen gemakkelijke en als zijn pet een tikje verkeerd stond, kon hij soms aardig bokkig doen. Dat deed hij die morgen voor de Raad ook en toen er even geschorst werd, liet die oude vriend hem – opnieuw heel stiekem, want dat mocht natuurlijk niet – weten dat hij niet zo raar moest doen omdat de mannen achter de groene tafel dat helemaal niet leuk vonden en dat hij, in plaats van op een berisping, nu maar op veertien dagen ontzegging moest rekenen. Vervelend en een smet op je schippersblazoen, maar als kapitein-eigenaar ook weer niet zo erg en we lagen toch nog weken bij de werf.

Hoe zat het eigenlijk en wat had de Raad op hem en zijn navigatie aan te merken? Dat is snel verteld. Halen we even de kaart van het gebied terug, maar deze keer met wat meer aantekeningen…

---------------Afbeelding

… en ook even een “Hoe zat het ook alweer?” Om tien voor zes die avond hadden we de loods afgezet bij Isokari. Vervolgens moesten we in een koers N.W, t. W. ½ W dat is 298°, in de witte sector van het vuurtje vam Medelklubben naar buiten lopen tot we vrij van alle gevaren zouden zijn en een noordelijke koers zouden kunnen gaan sturen richting Kristinestad. Dat wist ik als lichtmatroos uiteraard allemaal niet. Ik wist wél dat dat vuurtje achteruit wit moest blijven, maar wat voor gevaren er verderop lagen, waar die lagen en hoe ver weg die lagen, wist ik niet. Dat heb ik later moeten horen, maar door mijn eigen waarnemingen die avond en aan de hand van de kaarten en het verslag van de Raad heb ik naderhand voor mezelf heel goed kunnen reconstrueren wat er gebeurd moest zijn. Hij zou van plan zijn geweest om vanaf de plaats waar we de loods hadden afgezet, 10 mijl in die koers 298° naar buiten te lopen om vervolgens Noord te gaan sturen. Maar waarom juist 10 mijl? Dan zouden we die gemene hoop stenen daar aan bakboord vooruit weliswaar gepasseerd zijn, maar waarom daar zo krap langs gevaren terwijl hij al na 5 mijl en zeker na 8 mijl alle ruimte had om noordelijker en daarmee goed vrij van die stenen te gaan sturen. Het kaartje hierboven verduidelijkt een en ander. Nu eerst het oordeel van de inspecteur en de uitspraak van de Raad. Daarna mijn eigen conclusie.

De inspecteur J. Metz was geen gemakkelijke man. Het was iemand die fel kon uithalen naar een kapitein die er naar zijn mening een potje van had gemaakt. Dat heb ik jaren later een keer vanaf de publieke tribune mogen meemaken. De inspecteur bemoeit zich tijdens het eerste deel van zo'n zitting niet direct met de behandeling van de zaak en komt pas later aan het woord. Bij die gelegenheid waarbij ik alleen maar als belangstellende aanwezig was, stond een kapitein zich een beetje zeurderig te verdedigen, bezig zijn straatje schoon te vegen en zijn kloten te klaren ten koste van anderen. De voorzitter en de leden van de Raad luisterden met gepaste aandacht, maar de inspecteur Metz zat, helemaal rechts en wat terzijde van de anderen, verborgen achter een krant, ik meen het "Dagblad Scheepvaart". Die kapitein stond nog steeds te draaien en te wriemelen toen Metz die krant met een hoop geritsel liet zakken en zei: "Kapitein, het was bij u aan boord gewoon een zootje!" Waarna hij weer achter de krant verdween. Zo iemand was dat, al kom je dat dan in die verslagen van de raad die in de Staatscourant worden gepubliceerd, niet tegen. Maar die zei in deze zaak...

-------------------------Afbeelding

Dat zou dus zijn afgelopen zoals voorspeld, maar ook toen schijnt neef Jaap een bek te hebben getrokken zoals ook ik die maar al te goed van hem kende en die op zich al goed was voor een maand ontzegging. Het verhaal ging altijd dat hij, toen de voorzitter zei: “Ziet u uw fouten in, kapitein?” alleen maar “Nee!” zou hebben gezegd, niet eens: “Nee, meneer,” maar daar geloof ik geen barst van. Als dat zo zijn geweest, zou dat zonder enige twijfel in het verslag zijn opgenomen en zou hij minstens drie, misschien wel vier maanden hebben gekregen. Hoe het ook zij, die gemelijke bek van hem moet voldoende zijn geweest voor dit oordeel…

-------------------------Afbeelding

Zelf denk ik dat hij vast wel van plan is geweest om na 7 of 8 mijl in die witte secor te hebben gevaren een meer noordelijke koers te gaan sturen, weg van het gevaar, maar dat hij daar uit dat open raam van het stuurhuis geleund zoetjes in slaap is gesukkeld en pas wakker schrok toen hij de branding vooruit hoorde of misschien gewaarschuwd werd door dat zesde zintuig dat je allemaal ontwikkelde als je maar lang genoeg onder die omstandigheden met primitieve middelen moest varen. Dat verklaart namelijk ook het gegeven dat hij “Hard bakboord!” riep toen hij de branding hoorde en zag. Als hij wakker en goed bij de les was geweest, had hij geweten dat het gevaar aan bakboord dreigde en dat hij aan stuurboord al een mooi poosje vrij water had. In zijn scheepsverklaring en later in zijn verklaring tegenover de Scheepvaartinspectie staat dan wel dat hij hard stuurboord liet geven, maar dat is niet waar. Hij besloot om het af te liegen, maar kreeg desondanks twee maanden ontzegging. Zelf zou ik voor eerlijkheid hebben gekozen en gewoon precies hebben verteld wat er gebeurd was, óók als ik in slaap zou zijn gesukkeld. Dat mag natuurlijk niet gebeuren, maar het is wel menselijk. Nu maakte neef Jaap zich afhankelijk van anderen en liep de kans dat er ooit nog iemand naar voren zou komen die de ware toedracht zou hebben verteld. Dat zou ik nooit hebben gewild. Er zit nog een discrepantie in dat verslag van de Raad, maar daar wil ik niet verder op ingaan. Wie dat wil, kan het vinden. Het is allemaal lang geleden en lang verjaard. Jaap overleed in december 1992 en zit sindsdien ergens met mijn vader zware sjekkies te roken en te praten over vroeger, toen ze samen in New York zaten. “Lekker langzaam lullen,” noemde Jaap dat. Daar hebben ze nu alle tijd voor.

Anyway: Jaap had twee maanden ontzegging, tot zeg maar de tweede week maart 1952. Op 7 februari moesten we varen en dus kwam er een andere kapitein aan boord. Daar zal Wagenborg wel voor gezorgd hebben, neem ik aan. Die kapitein was een zekere Stobbe en dat is in scheepvaartkringen sinds honderden jaren een welbekende naam. Welke Stobbe dit precies was, weet ik helaas niet, maar het was een indrukwekkende man. Niet groot, wel stevig gebouwd en met een gezicht waar een lang en boeiend zeevaartverleden op af te lezen viel. Ik heb even geaarzeld in welke volgorde ik dit zou vertellen, maar het lijkt me het beste om, voordat ik verderga met te vertellen wie en wat kapitein Stobbe was en vooral hoe hij eruitzag, meteen maar te zeggen wat van meet af aan het probleem was. Stobbe was geen probleem, maar neef Jaap had een probleem. Die zal waarschijnlijk hebben gedacht en geredeneerd: we nemen even een kapitein aan voor zes weken en die gaat dan lekker in een hoekje op de bank zitten met een bak koffie en een sigaar en op tijd een borreltje terwijl ik zelf gewoon verder ga met kapiteintje spelen en praatjes maken. Maar die vlieger ging mooi niet op. Stobbe was de kapitein en had als zodanig de verantwoording en die nam hij ook. Hij was de kapitein en neef Jaap mocht wat hem betrof blazend als een kwaaie aap op de zaling gaan zitten mokken, maar zo was het en zo bleef het zolang hij aan boord was. De gewone dagelijkse gang van zaken aan boord mocht Jaap wat hem betrof blijven regelen, maar navigatie, belading en veiligheid waren zijn zaken en of neef Jaap dat goed begrepen had. Dat knalde zo nu en dan en dat lag dan aan neef Jaap, want zelfs ik als zeeman van zeventien jaar met acht maanden ervaring, had toen al in de gaten dat het zo hoorde. Dat neef Jaap ongelijk had en dat er meer één kapitein was en dat was Stobbe omdat het anders een zootje zou worden. De keren dat het knalde, zijn verder niet zo interessant. Ik wil alleen nog melden dat dat ook weer eens in het stuurhuis gebeurde terwijl Rieks Oosterveld boven was en ik ook. Rieks stond aan het wiel en schreeuwde: “Zeg, hé! Als jullie klaar zijn, roep je me maar, maar ik ben weg!” waarop hij mij aan het wiel zette en wegliep. Gelijk had hij. Hij riep dat wel in het Gronings, maar dat kan ik nu niet vertalen.

Wie was kapitein Stobbe en wat waren zijn achtergronden?
Als ik me hem weer voor de geest haal, moet hij toen tegen de zestig zijn geweest, maar wie weet was hij die ook al gepasseerd. Hij was in elk geval stukken ouder dan neef Jaap. Hoe hij was begonnen en wat hij voor de oorlog allemaal had gesjouwd, weet ik evenmin. Ik weet wel dat hij tijdens de oorlog op een sleepboot had gevaren, op een Amerikaanse V4-M-A1 sleepboot, het type dat de Amerikanen gebaseerd hadden op de sleepboot Zwarte Zee, kleiner en met belangrijk minder vermogen, maar toch flinke boten waarvan er 49 werden gebouwd. Daarmee had hij op de Western Approaches datgene gedaan wat Jan de Hartog in zijn verfilmde roman Stella beschrijft: proberen aangeschoten en vaak brandende, of anderszins in problemen geraakte schepen van een konvooi te bergen en veilig binnen te brengen. Datzelfde werk had hij ook op de Amerikaanse Oostkust en bij IJsland gedaan. Vandaar dat ik zei dat kapitein Stobbe niet de eerste de beste was en het lag dus voor de hand dat hij zich niet zomaar door neef Jaap de wet liet voorschrijven. Hij was heel duidelijk de gezagvoerder van ons potje.

--------------Afbeelding Afbeelding Afbeelding

In 1952 kende ik Stella nog niet, maar toen ik dat later las, moest ik direct aan Stobbe denken. En dat was nog niet alles. Later ontdekte ik dat kapitein Stobbe zo uit een ander prachtig boek weggelopen kon zijn. Wat was namelijk het geval. Het was winter en in dat onverwarmde stuurhuisje was het altijd koud. Een slingerruit hadden we niet en dus stond het raam aan stuurboord altijd open omdat dat de plaats was waar de kapitein of de stuurman van de wacht stond. Stobbe droeg op wacht altijd een oude, niet zo schone regenjas, zo'n "trenchcoat" van onbestemde kleur met daarbij een al even oude slappe vilthoed die mijn moeder als een "vuilnismannenhoed" zou hebben omschreven. Waarom ze dat zo noemde is een ander verhaal dat te maken had met de oude Stetson die mijn vader jarenlang droeg, maar dit terzijde. In plaats van een dikke wollen sjaal had Stobbe, als hij voor dat open raam stond, onveranderlijk een handdoek om zijn hals geknoopt waarmee hij als het regende of buisde, regelmatig zijn gezicht afveegde.
In 1954, toen ik in Delfzijl op school zat, kocht ik het prachtige boek van de Franse schrijver Roger Vercel, Sleepboot de Cyclone. Wie het niet kent, moet het voor een paar euro toch eens kopen. Het verscheen in 1935 onder de titel Remorques en werd in 1941 onder diezelfde titel verfilmd met Jean Gabin in de hoofdrol. De film is in zijn geheel op You Tube te zien, maar is nog geen schim van het boek. Het verhaal is zelfs volledig verziekt en daarom prefereer ik het boek. Het gaat over een Franse sleepboot onder een zekere kapitein Renaud die tijdens stormweer vanuit Brest naar buiten gaat om een Grieks schip dat roerschade heeft, te helpen. En wat kom ik daar na tien bladzijden tegen...

--------------------------------------------Afbeelding

Daar stond kapitein Stobbe, ten voeten uit, met diezelfde hoed op en een handdoek om zijn hals. Misschien had hij dat boek van Vercel voor de oorlog al gelezen en gedacht: Verrek, dat is een goed idee. Dat is zeer wel mogelijk. Maar zo'n figuur was Stobbe. In die weken dat hij bij ons voer, heb ik hem goed geobserveerd en wat dingen gehoord en gezien die ik nooit vergeten ben. Kleinigheden die je van pas komen bij de navigatie op een klein scheepje met beperkte middelen en onder moeilijke omstandigheden.

We voeren met onze smerig ruikende lading ouwe haring naar Warnemünde waar Stobbe het aan de stok kreeg met de politie of de douane of weet ik veel welke ambtenaren van het gezelschap dat ons inklaarde. Stobbe weigerde koppig om de automatische Colt .45 van het aloude type M1911 die hij altijd in de kontzak droeg achter zegel te laten sluiten. Hij had dat ding de hele oorlog in zijn kontzak gehad en hij had er een volledige vergunning voor en daarom was hij niet van plan om hem nu af te geven en al helemaal niet aan een rotmof met een grote bek, het soort waar hij vijf jaar tegen geknokt had. Dat zei hij gelukkig allemaal niet, maar hij hield voet bij stuk. Het werd nog een heel gedoe, maar Stobbe gaf niet toe en moet toch wel indruk hebben gemaakt, want het eind van het liedje was dat hij hem mooi mocht houden. Ook dat was een bewijs dat Stobbe niet de eerste de beste was en zeker niet over zich liet lopen. Niet door een stelletje moffen en ook niet door Jaap Kreumer. Later kwam er een officier van een Russisch oorlogsscheepje aan boord die een bod wilde doen op Stobbes Colt, maar ook die maakte geen kans.

We deden wat je met zo’n klein bootje in de winter doet. We voeren van hot naar her over de Noordzee, door de Belten de de Zuidelijke Oostzee. Hout varen was er nog niet bij, want in de Finse- en Bothnische Golf was het een en al ijs. We voeren van Warnemünde naar Tønsberg, naar Herøya, Kopenhagen en Stettin. Van Stettin ging het naar Londen en vandaar zouden we naar Rotterdam gaan. Op 7 maart 1952 arriveerden we in Londen. Dat was op een vrijdag. Denk niet dat ik dat allemaal na al die jaren nog altijd zomaar uit het blote hoofd weet. Naar aanleiding van deze stukkies over mijn eerste jaren in de zeevaart, heb ik aan de hand van de kranten uit die tijd alle reizen van de Jan Kreumer teruggezocht. Dat kan tegenwoordig allemaal en ik kan het iedereen aanraden. Niet te geloven wat een herinneringen dat nog steeds oproept, wat er opeens weer bovenkomt bij een bepaalde haven of de volgorde van havens. Dan weet je opeens weer wat de ladingen waren en herinner je je kleinigheden van plaatsen en mensen.
Anyway: we lagen het hele weekend in Londen en zouden naar verwachting op dinsdag weer vertrekken naar Rotterdam. Als we daar aankwamen zou het 12 maart zijn en zou neef Jaap zijn straftijd erop zitten en kapitein Stobbe bedankt worden voor bewezen diensten.

-------------------------------------------------------------- Afbeelding
--------------------------------------------------------------------------Foyles Bookshop, Charing Cross Road, Londen

Ik heb Londen altijd bijzonder gevonden, ook toen al, in die eerste jaren. Dat kwam mede door wat mijn vader me lang daarvoor allemaal over Londen had verteld. Die had daar tijdens de oorlog nogal wat tijd doorgebracht en was er goed bekend. Toen ik ging varen en zo nu en dan in Londen kwam, zei hij waar ik vooral eens moest gaan kijken of moest gaan doen. Zo wist ik jaren voordat ik zelf voor het eerst in Londen kwam al van het bestaan van Foyles, de grootste boekwinkel ter wereld, zoals die een lange reeks van jaren in het Guinness Book of Records heeft gestaan. Ik weet niet meer of die zaterdag in maart 1952 de eerste keer was dat ik by Foyles kwam, maar later, in de tijd dat ik beter bekend was in Londen dan in Amsterdam, kwam ik er vaak. We lagen in Poplar Dock, in het East End, een kleurrijke buurt waar ik menig voetstapje heb liggen en waar voor jongens van de vaart op zaterdag genoeg te doen was, maar ik nam bij neef Jaap een paar centen op en ging op pad naar het centrum. Het pond kostte toen ruim een tientje, dus meer dan vijf pond zal ik vast niet in de zak hebben gehad, maar voor 2'6 kon je al heel wat kopen en mijn verlangens lagen niet hoog. Ik wilde alleen maar kijken en luisteren en ruiken, Londen proeven, zeg maar. Erg bekend met de Londense Underground zal ik toen nog niet zijn geweest, maar dat wees zich vanzelf. Als je buiten Poplar Dock het eerste de beste station binnenging, vond je daar de Piccadilly Line, dus dat was voldoende aanwijzing en als je die nam, stond je voor een paar centen na ruim een halfuur inderdaad op Piccadilly Circus.
Ik ben die middag bij Foyles geweest, heb ergens een hamburger gegeten en twee grote glazen ijskoude melk gedronken - iets wat ik lang niet had geproefd - en ben naar de bioscoop gegaan. Op Leicester Square, een van de grote theaters waar films in première gaan en beroemdheden over rode lopers naar binnen schrijden. Dat moet minstens vier keer zo duur zijn geweest als ik voor dezelfde film in het East End zou hebben betaald, maar dat moest je voor de ervaring over hebben. In Engeland mocht je in elke bioscoop naar hartenlust roken, ik dronk een bekertje Kia-Ora orange crush en at crisps en had al met al een heel geslaagde middag en avond. Na de bioscoop was er ook in het West End geen gewone pub meer open. In Soho was natuurlijk genoeg te doen, maar dat ging mijn financiële middelen ver te boven en daarom wandelde ik van Leicester Square door Coventry Street terug naar Piccadilly Circus om vandaar met de Underground terug te gaan naar Poplar.
Londen is een zeer grote stad met miljoenen mensen, dus hoe groot is de kans dat je daar een bekende tegen het lijf loopt? Zelfs in het West End, in het vierkant Piccadilly Circus, Leicester- en Trafalgar Square en Regent Street is die kans eigenlijk te verwaarlozen. Maar wie kwam ik daar tegen in Coventry Street, vlakbij het Prince of Wales Theater? Kapitein Stobbe. Met zijn oude hoed op en in zijn trenchcoat, maar wel met een keurig kostuum eronder en zonder handdoek om zijn nek, maar een nette stropdas. Aan zijn arm hing een dame die ik niet ga beschrijven, maar die ik later herkende uit het werk van Jan Sanders. Ze leken veel plezier te hebben en waren waarschijnlijk op weg van het ene vermaak naar het volgende. Stobbe keek mij aan en ik keek hem aan en geen van beiden lachten we of zeiden iets of gaven ook maar enige blijk van herkenning. We passeerden elkaar zwijgend en liepen door, ieder op weg naar zijn eigen bestemming.

Op dinsdag ging Stobbe in Rotterdam van boord en ik heb hem nooit meer gezien of iets van hem gehoord. Maar dat beeld van hem met die dame daar in Londen is me altijd bijgebleven. Het is vreemd, maar op de een of andere manier paste ook dit bij Stobbe met zijn hoed en zijn regenjas en zijn handdoek en Colt .45
Jaap was weer gewoon de kapitein alsof er niets was gebeurd en we voeren dat het een lieve lust was. Veel heen en weer naar Boston, maar ook vaak naar Londen. Het voorjaar kwam en het varen werd opnieuw een grote vakantie. Hard werken was het nog steeds, want onder de bezielende leiding en zo nu en dan een kleun of een schop van Rieks Oosterveld, veranderde ons bootje in een jacht. Als je na een korte terechtwijzing van Rieks je blauwe plekken stond te wrijven, zei hij: “Je bent wel een aardige jongen, maar jullie zijn te speels. Het is nu even hard werken, maar als we straks klaar zijn, zijn jullie halve dagen vrij.”
Op een prachtige zonnige en zelfs warme voorjaarsdag lagen we in Aalborg en toen we om één uur, na het eten, aan Rieks vroegen wat we moesten gaan doen, zei hij: “Niks. Nok maar af. Ga maar zwemmen.”
Toen Jaap na zijn siësta aan dek kwam en daar alleen Rieks aantrof die nog ergens een lijntje afzette of een plekje in de lak bijwerkte, vroeg hij waar wij waren en wat we aan het doen waren.
“Weet ik niet,” zei Rieks. “Ze zijn vrij.”
Waarom we dan vrij waren, wilde Jaap weten. "Omdat ik het zeg," zei Rieks.
Jaap zijn pet stond op dat momen een tikkie scheef en dat liep uit op een knallende ruzie tot Rieks riep: “Ach, val om mie ook hartstikke dood, kerel. In Holland ben ik weg.”
Zo kregen we een nieuwe stuurman, een zekere Pronk. Prima vent. Die bofte maar dat hij aan het begin van de zomer op een schip stapte dat echt op een jacht leek, zo mooi en zo goed zat ze in de verf.
De zomer kwam en mijn ouders gingen opnieuw een reis mee, waarmee ik na zes afleveringen dan eindelijk op het punt ben gekomen waar ik eigenlijk had willen beginnen.
Ach, zo gaat dat soms. Volgende keer verder.

-------------------------------------------------------------------------- Afbeelding
--------------------------------------------------------------------------Tekening Jan Sanders
Tekst © 2014 Theo Horsten

Notice: I am doing my utmost to respect and deal with the copyrights of third parties.
Anyone who feels that his or her rights in connection with the images placed in this topic
have been violated or wronged, is invited to contact the webmaster and indicate the
relevant objections so that appropriate action can and may be taken.
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14379
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Naar zee...

Bericht door Harry G. Hogeboom »

maar een nette stropdas. Aan zijn arm hing een dame die ik niet ga beschrijven,
Heel fraai schipper..........ik vraag me af of tie die Colt ook in z'n kontzak had! :lol:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Gebruikersavatar
jdbvos
Berichten: 10557
Lid geworden op: 22 apr 2006 16:17
Locatie: Groningen
Contacteer:

Re: Naar zee...

Bericht door jdbvos »

Harry !
Dat ik jou nou aan een 'All American expression' moet herinneren:
"...Is that a gun in y're pocket or are ya happy to see me...?"
Foei ! :mrgreen:
Oost, west...ook best
Jos Komen (R.I.P)

Re: Naar zee...

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Aan zijn arm hing een dame die ik niet ga beschrijven,
De tekening van Jan Sanders zegt meer dan woorden. :)
Maar ik heb weer zitten genieten van je prachtige verhaal, Theo.
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14379
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Naar zee...

Bericht door Harry G. Hogeboom »

Harry ! Dat ik jou nou aan een
Jan.........ik deed m'n uiterste best om het netjes te houden en nou gooi jij een steen in de vijver EN een roeiboot los :mrgreen:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
TonyfH
Berichten: 533
Lid geworden op: 20 sep 2012 21:10
Locatie: Rosmalen

Re: Naar zee...

Bericht door TonyfH »

Prachtig verhaal Theo, ik lees je bijdragen steeds met veel plezier en steek er nog regelmatig wat van op.

Ik hoop dat wij nog lang van jouw schrijfkunsten en verhalen mogen genieten.

Teun.
Tot een volgende keer, Teun.


Plaats reactie