De "Pendrecht"

[Jolly Sailor]

[Harry G. Hogeboom]

Hallo Kombuis,

Het hiervoor met de foto's ( niet de krant!) besproken model van de " Pendrecht" is inmiddels "in rustiger vaarwater" aangekomen. Ze ligt "bij de werf" en er worden voorbereidingen gemaakt voor een " Atlantische Oversteek" binnenkort.

Haar nieuwe thuishaven wordt de Oostkust van Canada, waar ze weer in haar "oude Glorie" zal worden hersteld. De nieuwe eigenaar is nog niet zeker of haar originele Doxford d'r ook in blijft staan of zal worden vervangen door een " ECHTE Sulzer" ( GEEN licentie kar maar eentje uit Wintherthur Zwitzerland) e.e.a. hangt een beetje af van het toekomstige charter EN of we voldoende kunnen besparen op de onkosten door met een " meer efficiente bemanning uit Verweggistan te gaan varen"
Ze wordt uitgevlagd naar " Afghanistan" want daar hebben ze geen vakbekwame Maritieme figuren bij de Scheepvaart inspectie die het een goedwillende eigenaar zo donders lastig kunnen maken. De nieuwe Classificatie wordt " Class Inner Mongolie" , DAT lost gelijk ook een hoop op

Ik zal jullie op de hoogte houden van verdere ontwikkelingen.
Mochten er lezers zijn die verdere informatie kunnen verstrekken over de " Pendrecht" dan is dit een bijzonder welkome bijdrage aan het Nieuwe Scheepsmanagement .

[Jolly Sailor]

23-04-1960

[Harry G. Hogeboom]

Jolly S,

Bedankt voor dit artikeltje

In mijn tijd deed het trieste verhaal van de " Pendrecht" de ronde, als een verschrikkelijke Karterexplosie, waar een ieder die iets met Grote Scheepskarren had te maken maar leiver niet al te lang bij stilstond
Al met al toch intrigerend dat zo'n onderwerp 40+ jaar later toch weer de kop opsteekt.

Ik zou zeggen " In Memoriam" voor onze collega's die niet meer terug kwamen

Ik zal eens proberen om een kopie van het verslag van de Raad voor de Scheepvaart op te duikelen.

[Jolly Sailor]

23-08-1962

Hoi Harry

Ik heb het over de Pendrecht pas gehoord sinds er forums zijn.

Maar hier het laatste wat ik er over gevonden heb.

[Bram]

hoi Harry en all

(Hoeft er niet gezocht te worden)

hier al vast een stukje van het ouwe getrouwe kolen gestookte kombuis van :

Rob van Leeuwen

08/6/2005
20:05:09

het verhaal:
UITSPRAAK RAAD VOOR DE SCHEEPVAART:

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van dinsdag 27 november 1962 (nr. 231).

Nr. 54:

UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de ontploffing in de machinekamer van het motortankschip �Pendrecht�, terwijl dit schip varende was in de Straat van Gibraltar, waarbij vijf opvarenden het leven verloor.

O
p 18 april 1960 heeft aan boord van het Ms. �Pendrecht�, dat op reis was van Bremen naar Napels varende in de Straat van Gibraltar, een ontploffing voorgedaan ten gevolge waarvan vijf opvarenden het leven verloor. In overeenstemming met het voorstel van de inspecteur-generaal voor de scheepvaart, besliste een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij artikel 29 der Schepenwet, dat de raad een onderzoek zou instellen naar de oorzaak van de ontploffing. Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 21 augustus 1962 in tegenwoordigheid van de inspecteur voor de scheepvaart T. Veerman. De raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek der scheepvaart inspectie, waarbij een proces-verbaal van de verhoren van de Kapitein, de 2e, 3e en de ass. WTK. en van 2 stokers-olielieden, zomede van de te Gibraltar afgelegde voorlopige en definitieve scheepsverklaringen, een proces-verbaal van de door de consul der Nederlanden te Gibraltar afgenomen verhoren van de Kapitein, enige officieren en bemanningsleden, een bevinding van de expert bij de scheepvaartinspectie C.H. Boermeester, een rapport van een deskundigencommissie onder leiding van Prof. J.J. Broeze en een map met door deze commissie gebruikte stukken, een aantal tekeningen, een verslag van een lezing van ir. A. Meyer over de nieuwste ontwikkelingen van de Doxford motor, benevens de scheeps- en machinedagboeken, het manoeuvreerboekje, een bemanningsstaat en correspondentie van de inspecteur-generaal voor de scheepvaart en de rederij over het breken van de manoeuvreernokkenas van het Ms. �Scherpendrecht�.
De raad hoorde ter zitting als getuigen de 2e WTK J.H. Abbink, 3e WTK J.J. Colvoort en de stoker-olieman A.M. de Wolff.
Bovengenoemde stukken houden zakelijk het volgende in:
Het Ms. �Pendrecht� is een Nederlands schip, toebehorende aan Phs. Van ommeren NV. te Rotterdam. Het schip is gebouwd in 1953, meet 13150 bruto registerton en wordt voortbewogen door een 6- cilinder enkelwerkend direct omkeerbare Doxford motor van 7500 pk. Het schip is uitgerust met radiorichting zoeker, radar, echolood, automatische stuurinrichting en gyrokompas. Op 13 april 1960 om 00.38 uur vertrok het schip van Bremen met bestemming Napels. Het schip had 10000 ton schone ballast aan boord. De diepgang voor en achter was 10�07�. De bemanning bestond, inclusief de kapitein, uit 42 personen.
Kapitein Verbiest verklaarde bij het vooronderzoek het volgende:
Op 17 april 1960 om 23.44 uur werd Europapunt gepasseerd op 8 mijl afstand en vandaar werd gestuurd naar een punt 6 mijl buiten Kaap de Gata. Om 24.00 uur werd de 3e stuurman afgelost door de 2e stuurman. De kapitein is daarna naar zijn hut gegaan. Op 18 april 1960 om 00.10 uur hoorde men enige knallen uit de machinekamer en daarna werd beneden de machine gestopt. De 2e stuurman waarschuwde de kapitein; deze kwam direct op de brug. Even later belde de 3e WTK uit de machinekamer naar de brug en zei, dat men moest stoppen om dezelfde reden als op 5 april nl. voor een ontlastklep. De kapitein voer sinds 11 december 1959 op de �Pendrecht� en men had, voor zover hij wist, nooit ernstige moeilijkheden met de motor gehad. Op 5 april heeft het schip op zee gestopt gelegen gedurende iets minder dan 1 uur om een ontlastklep te vervangen en op 16 april is gestopt moeten worden om een koelwaterpijp, die lek was geworden, te lassen.
Toen de kapitein, na het bericht van de 3e machinist, de MK opbelde en naar de HWTK vroeg deelde men hem mede dat de HWTK bezig was en nog niet kon zeggen hoe lang het oponthoud zou duren. Er was geen onmiddellijk gevaar voor het schip nu de motor was gestopt. De voorgeschreven rode lantaarns werden geplaatst. De kapitein heeft geen enkele pressie uitgeoefend om haast te maken met de werkzaamheden beneden om de reis voort te zetten. Tegen 00.30 uur, toen de vaart geheel uit het schip was, ging de kapitein naar zijn hut. Om 00.35 uur van 18 april 1960 klonk een hevige ontploffing die het hele schip deed dreunen en waardoor alles uitviel. Toen de kapitein weer op de brug kwam vertelde de 2e eb 3e stuurman hem dat zij zware rookwolken uit de MK en uit de schoorsteen hadden zien komen. De 2e WTK heeft verklaard dat hij op 18 april 1960 wacht te kooi had toen hij werd gewekt door een ontploffing. Het licht brandde toen nog; op de klok in zijn hut was het toen 01.07 uur. Hij kon zijn hut slechts verlaten door de deur tussen slaap- en zithut in te trappen. Daarv��r viel het licht uit. In de dienstgang trof hij de 5e WTK die een staaflamp had. Getuige haalde eerst zijn staaflamp uit zijn hut. Bij onderzoek bleken de andere WTK �s niet in hun hut te zijn. De 2e en 5e WTK begaven zich door de wasplaats naar de MK en zagen dat deze in brand stond. De 2e WTK gaf de 5e WTK order de brandbluspomp in het droge ruim bij te zetten en sloot zelf alle snelafsluiters. Hierna ging hij naar het sloependek om het nood aggregaat bij te zetten.. Maar ofschoon dit enige dagen tevoren bij beproeving goed had gewerkt was het nu niet mogelijk geweest dit bij te zetten. De brandbluspomp gaf nu water. De 2e WTK gaf een handlanger order brandslangen uit te rollen en andere toegesnelde bemanningsleden brandblussers op te halen. De 3e WTK Colvoort en daarna de 5e WTK Balkema kwamen bedekt met brandwonden uit de MK. Nadat hij weer had getracht de nooddynamo bij te zetten is de 2e WTK weer naar de MK gegaan; de brand was toen vrijwel geblust en was het mogelijk naar het tussenrooster te gaan. Samen met de 5e WTK en enige bemanningsleden gelukte het de zwaargewonde 4e WTK Everaerts aan dek te brengen. Beneden vonden zij de inmiddels overleden HWTK Corbeel , de 3e WTK van Wieringen en de 5e WTK Meyer. Alle buitenboord afsluiters werden dichtgedraaid. De ass. WTK Lukkien verklaarde dat hij om 00.10 uur werd gewekt door knallen die hij toeschreef aan het lichten van ontlastkleppen van de hoofdmotor. Daarna vond er een hevige ontploffing plaats.
Uit de scheepsverklaring blijkt dat er om 01.03 uur een spoedbericht is uitgezonden om onmiddellijke assistentie. Met behulp van een staaflamp kon men een passerende Franse tanker, de �Purfina Angleterre�, nabij roepen. Gibraltar deelde mede dat er een sleepboot zou komen en een dokter. De brand was geblust om 03.30 uur. Om 04.40 uur kwam er een RAF motorboot langszij met de dokter. De gewonden werden op deze boot overgebracht en met spoed naar Gibraltar gebracht. De dokter had de dood vastgesteld van de heren Corbeel, van Wieringen, Everaerts en Meyer. Later vernam men dat onderweg naar het hospitaal de 5e WTK Balkema was overleden. Om 05.00 uur kwam de Noorse sleepboot �Herkules� nabij en werd de Franse tanker bedankt. Om 05.35 uur begon de sleepreis en om 08.20 uur arriveerde de �Pendrecht� in de baai van Gibraltar.
De expert van de Scheepvaartinspectie, C.H. Boermeester, heeft een onderzoek aan boord ingesteld en het volgende bevonden:
01:De zuigers 6 stonden in het buitenste dode punt.
02:De topzuiger 6 was geheel droog, er was geen spoor van smeerolie.
03:De stuurnokkenas was gebroken achter de nokken van cilinder 6 en in de vooruitstand.
04:Van de bakboord nokkenas was het eindlager gebroken.
05:De krukkast deuren waren weggeblazen.
06:Het einddeksel van de uitlaatgassenleiding was weggerukt.
07:De bovenste helft van de kettingkast deksel was afgerukt.
08:Het deksel van het kraagblok was opgebold.
09:De deksels van de spoellucht receivers waren intact.
10:De onderste deksels van de spoellucht pompen waren weggedrukt.
11:De perskanalen van de spoellucht pompen waren ontzet.
12:Een der brandstof manometers werd in stand 430kg/cm-2 aangetroffen.
13:Het manometerframe met handels en stangen was geheel ontzet.
14:Er werd brandstof op zuiger 1 aangetroffen.
15:Alle brandstof kleppenhuizen met hun naalden waren in goed gangbare staat.
16:Alle metalen waren in goede staat, een warmloper werd uitgesloten.

Deze expert meent, dat het ongeval is ontstaan door het breken van de stuurboordnokkenas op het moment, dat kruk 6 zich 8 graden voor het binnenste dode punt bevond en dus brandstof inspuiting plaatshad. Bij vooruitdraaien is de volgorde van verbrandingen: 1-4-2-6-3-5.De bakboord brandstofklep van cilinder 6 be�indigde de brandstof inspuiting op het moment dat kruk 6 zich 22 graden door het binnenste dode punt had bewogen. Als verondersteld wordt dat de nokkenas was gebroken bleef de stuurboord brandstofklep inspuiten ook gedurende de verbranding de expansie en de uitlaat in cilinder 6. De hoge druk hierdoor ontstaan kon zich voortplanten in de uitlaatgassen- en spoelleiding, daar de reeds bekende beschadigingen aanrichten en zich vervolgens via de voorste spoelluchtpompen een weg banen naar de krukkast. De hoge druk, gepaard gaande met een hoge temperatuur en de aanwezig lucht in de spoelluchtreceiver deden, naar de mening van de expert, in de krukkast een of meerdere ontploffingen ontstaan met het noodlottige gevolg. Waarschijnlijk is het spontane verloop in cilinder 6 bevorderd door het lage vlampunt van de brandstof.
Door de ontploffing zijn omgekomen:



I.D. Corbeel,HWTK A.G.v. Wieringen,3e WTK



C.P. J.M. Everaerts,4e WTK L.H. Meyer,ass.WTK G. Balkema, ass.WTK

Gewond zijn geraakt:

J.J. Colvoort 3e WTK
A. de Wolff olieman
J.v.Heusden olieman

De raad besluit met zijn waardering uit te spreken voor het daadkrachtig optreden van de kapitein, etat major en de verdere bemanning na de ramp. De raad betuigt haar medeleven met het lot van de getroffenen en van hun nabestaanden.

Aldus gedaan door de voorzitter van de raad op 6 november 1962.
Foto's slachtoffers in mijn bezit.
Rob

pendrecht3



pendrecht4



Deze foto`s zijn van:Amanda
21/12/2003
00:13:12

Hetgeen hierboven staat kan ik me nog goed herinneren. Ik was als matroos og aan boord.
Dat schuren over de bodem hadden we op eerdere reizen ook al meegemaakt. Ik was op het schip vanaf januari 1964. Van de voornoemde klinknagels heb ik nog steeds eentje in mijn bezit. Aan een kant uitgetrokken tot spagettie. Inderdaad een spannende belevenis. De dekken moesten continu gekoeld worden met de dekwasslang. Op een zondagmorgen een aantal uren met zijn allen achter het dekhuis op de poop gezeten omdat er opeens een hele sterke benzinelucht was. Geen reddingsboten en de Argentijnse sleepboot wilde ons niet oppikken. Vond hij zeker te link. Olie op het water. Wat mij byzonder bijstaat is dat het schip al heel lang lichte scheurvorming vertoonde in de bodem van de crossover waar het destijds gebroken was. Daar waren al heel wat cementkistjes geplaatst met varkensspek. Tijdens een dokperiode in Marseille kon je ook zo door de tussenschotten heensteken met een roestkrabber. Een van die dingen die er misschien ook toe hebben bijgedragen dat het schip niet meer al te stevig was is misschien het feit dat we in de reis, voordat we van Aruba vertrokken, behoorlijk wat ijsgang hebben gehad op een reisje van Curacao naar Montreal. Die Doxfordmoter heeft ons ook destijds nog wel vaker de schrik op het lijf gejaagd doordat met behoorlijke knallen de veiligheden eruit vlogen. Met name tijdens het manoevreren.
Toon Gordebeke
14/2/2006
19:38:07


Groets Bram

[Harry G. Hogeboom]

Hallo Jolly S en Bram,

bedankt voor de informatie, bij nader inzien had ik dit verslag van de Raad van Scheepvaart al eerder gekopie-eerd, maar wat het gewoon vergeten toen ik het bovenstaande begon te lezen kwam het me erg bekend voor, hoe dan ook bedankt.

Deze hele affaire was verschillende malen onderwerp van gesprek vroeger, sterker nog de collega wtk. DW, waar ik dit o.a. in de 1960tiger jaren verschillende malen mee heb besproken, heb ik nu nog kontakt mee.
Toch intrigerend dat ik nu de bezitter ben van een model van dit "roemruchte schip"

[Vaerderij]

Bestaat toeval?
Met Loek Klingenhever en Harry C. Hogeboom spraken wij aan boord van de Caroline over Van Ommeren. Ook de Pendrecht kwam aan de orde. Prompt kreeg ik deze week van Nico Meinsma het verslag van de ramp toegestuurd zoals het indertijd is gepubliceerd in NTT. Eén van de verongelukten was een ex. klas/schoolgenoot van Nico.
Ik dacht niet dat bespreking van deze ramp op Kombuispraat op deze wijze eerder is geplaatst.
Anne

[jacko]

Hallo

De "Pendrecht" is verkocht aan een Griekse reder en later in de golf van Biscaye vergaan als "Spyros Lemos" (in drie stukken gebroken) een deel van de bemanning is gered door de "Eemland" van de KHL ik was toen matroos aan boord van de "Eemland" .

Hans Keetlaer (Jacko)

[Rob van Leeuwen]

In juli 1965 verkocht aan Spyros Lemos Marcosta Cia. Nav. SA., Liberia Monrovia.
In oktober 1965 omgedoopt tot "Spyros Lemos"