Naar zee...

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Ja, dat kan zeker, gewoon verder gaan met een vervolg, maar ik wil nu eerst die verhalenbundel afmaken. Je zou het misschien niet denken, maar deze "stukkies" vergen een wild stuk tijd, echt volle dagen schrijven en schrappen en verbeteren. Ik zei het geloof ik al: het is net zoveel werk als een boek of een kort verhaal. Per duizend woorden bedoel ik dan natuurlijk. En omdat je je tijd maar een keer kunt besteden, moet ik kiezen. Als ik die verhalen telkens weer aankondig, maar er gebeurt niks, wordt het op den duur een beetje belachelijk en dus moet ik een keuze maken: verdergaan of verder maar vergeten. Ik kies voor verdergaan. Ik denk dat het er zes worden. Twee zijn er klaar en die zijn goed. Met de derde ben ik al een poosje bezig en daar moet ik nu eindelijk eens mee verder. Als ik er echt voor ga zitten, is het toch nog wel drie maanden werk.
Maar zo zit dat dus. :-D

Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14378
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Naar zee...

Bericht door Harry G. Hogeboom »

Maar zo zit dat dus.
Ik ben NU vergeet'n waar ik dit oppikte, een tijdje terug, maar kennelijk is het allemaal vrij eenvoudig ..............een kwestie van " gaan zitten EN door tikken" :oops: :mrgreen: ..maar jaa, als je dan een lekke band krijgt :roll:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Daar zeg je het precies zoals het is, Harry: een kwestie van gaan zitten en doortikken.
Niks anders.
Als je ooit in de gelegenheid bent en even de tijd hebt, zou je prachtige film Finding Forrester eens moeten bekijken. Daarin zegt Forrester (Sean Connery) tegen de jongen die schrijftalent lijkt te hebben en die hij op weg wil helpen: "Now we sit and write!" Gewoon achter de schrijfmachine gaan zitten en tikken maar. De rest komt later. Het weglaten en aanvullen, het schrappen en verbeteren en omzetten. Het weggooien en opnieuw beginnen. Een andere manier is er niet. Je hoeft alleen maar een idee te hebben wat je wilt gaan schrijven. Als je dan gaat zitten en je begint te tikken, dan moet het komen. Komt het niet, dan was het sowieso niks.
En dus moet ik weer gaan zitten en zien of het komt. De eerste twee zijn klaar en zijn goed, dat zei ik al. Met de derde heb ik wat moeite, dus misschien is dat niks, alleen kan ik me dat niet voorstellen. Alle ingrediënten voor een goed verhaal zijn aanwezig. Sex And Drugs And Country Music. Succes verzekerd, maar ik geloof verdomd dat ik me in zit te houden. En dat mag niet.

Nou ja, we zullen zien. Het is altijd nog gelukt, dus deze keer lukt het hopelijk ook weer. :-D

Nog even een indruk van hoeveel werk een en ander is: die stukkies "Naar zee" omvatten tot en met deze laatste aflevering in totaal 38.000 woorden. Daar komen nog wel 4000 bij, maar zeg nu voor een rond getal maar even dat het in totaal 40.000 woorden zullen zijn. Dat is een half boek. Okay, niet zo'n dik boek, maar met 80.000 woorden toch een boek van 200 pagina's. "De kim..." omvat 83.000 woorden. Ik overdrijf dus niet als ik zeg dat het net zoveel werk is als een boek schrijven.

---------------------------------------------------------Afbeelding
Harry Bernd (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Harry Bernd (R.I.P.) »

Ik vind het sowieso een prestatie om een verhaal te schrijven.
Een paar regeltjes lukt me nog wel maar vervolgens verdwaal ik geheid in mijn eigen tekst.
Harry
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Maar er zijn vast en zeker andere dingen waar jij dan weer goed in bent, Harry.
Je moet woekeren met je talenten. (Matteüs 25:14-30) :wink:
Gebruikersavatar
Piet Bruijns
Berichten: 472
Lid geworden op: 14 apr 2013 23:48
Locatie: Oudenbosch

Re: Naar zee...

Bericht door Piet Bruijns »

Over talenten gesproken........ Ook de illustratie van het lichtschip mag er zijn.
Je hebt zo van die "omnivoren" die een prachtig verhaal ook nog kunnen voorzien van een sfeerbepalend plaatje.
Respect!

Groet
Piet bruijns
ESTE NIX PAX CHRISTE NIX
Harry Bernd (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Harry Bernd (R.I.P.) »

Matheus 25:14:30.
Oei,hier begeven we ons op glad ijs.De meester in de parabel gaf zijn dienaren talenten in geld.En we weten nu wel wat woekeren met geld teweeg brengt.
Harry
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

----------------------------------------------------------------------------------------------------Naar zee... (9)

---------------------------------------------------------------- Afbeelding

-----------------------------------------------------------------------------------------------------Slot

De zeevaartschool in Delfzijl was in 1953 - en ook vele jaren later, in 1980, toen ik alsnog mijn 1ste rang ging halen - een ouderwetse, degelijke school, waar ouderwets degelijk onderwijs werd gegeven. Het was in 1953 nog geen "Hogere Zeevaartschool", laat staan een "Maritieme Academie". Je kon er een AS en BS opleiding volgen en je kon er je rangen halen. De leraren waren allemaal mensen die zelf gevaren hadden, ook de wiskundeleraar en de Engelse leraar en de leraar aardrijkskunde. Er werd aandacht aan je geschonken en er werd scherp op je vorderingen gelet. Voor de "kouwegronders" was er een uitstekend voorbereidend jaar en je ging na een jaar pas naar de volgende klas als alle leraren van mening waren dat je daar aan toe was. In die volgende klas werd je echt klaargestoomd voor het examen in Den Haag en je ging pas examen doen als je een paraaf van alle leraren had dat je er klaar voor was.
Dat was een groot verschil met de zeevaartschool in Rotterdam waar ik in 1959/1960 naartoe ging voor mijn 2de rang. Daar lette niemand op iemand. Toen ik een maand tevoren belde om me op te geven voor de cursus, zei ik dat ik hoopte dat ze niet al vol zaten, want er gingen in die jaren heel wat mensen naar school voor hun rangen. "Meneer, wij zitten nooit vol," was het antwoord. Hoe dat kon, zag ik direct de eerste dag dat ik op school kwam, veertien dagen nadat de cursus begonnen was, maar dat kon niet anders omdat ik niet eerder binnen was. Ik kwam in een grote klas met veel tafels en stoelen, maar lang niet genoeg plaats voor iedereen en dus waren er losse stoelen bij gezet terwijl ze achterin de klas zelfs in de vensterbanken zaten. Doordat ik laat was, had ik geen enkele kans op een plaatsje voorin en dus kwam ik achterin terecht, op een stoel, op een hoekje van een tafel. Daar zaten ze de krant te lezen en te kaarten en brood te eten en te slapen en zware shag te roken en over voetballen te praten, terwijl voorin een heel goede leraar in zeer hoog tempo les gaf. Want ook Rotterdam had goede leraren, zoals Bram van Weele en J. Smith, om er twee te noemen die me zo te binnen schieten. Bovendien zaten ze lekker dicht bij Den Haag en waren de meeste leraren tevens "bijzitter" oftewel rijksgecommitteerde. Je bleef zodoende van dag tot dag op de hoogte wat er werd gevraagd en, wat minstens zo belangrijk was, welk antwoord bepaalde examinatoren wilden horen. Voor Engels hadden we Piet Schoenmaker, de man die in 1954 het boek English for Ship's Officers publiceerde en later het Nieuw Nautisch-Technisch Woordenboek. In Den Haag aan de Frankenslag werd Engels in dezelfde kamer geëxamineerd als die waar de dokters onderzochten of jij wist hoe je een elleboogverband aanlegde en hoe je een druiper en acute buik herkende. Piet Schoenmaker was vroeger journalist geweest en had steno geleerd en terwijl hij Engels examineerde schreef hij elke vraag op die de dokters stelden met daarbij het juiste antwoord. Dat wil zeggen: na enige tijd hoefde hij alleen maar nieuwe vragen en vragen die anders gesteld werden, op te schrijven. Die vragen en antwoorden had hij in een stencil verzameld en die verkocht hij. Niemand van Rotterdam kreeg ooit een onvoldoende voor EHBO.

Delfzijl ligt 300 kilometer van Rotterdam, dus de leraren van de Abel Tasman kwamen daar niet dagelijks. Die konden alleen maar iedereen die examen had gedaan "debriefen" en daarnaast goed en degelijk onderwijs geven en dat deden ze. Ook de directeur, Posthumus, was er eentje van de oude stempel die geen gesodemieter en lapzwanserij tolereerde. Die stond 's morgens als de school begon ofwel op de stoep of middenin de hal en keek wie er binnenkwam en vooral wie er ontbrak. Zo kon het gebeuren dat hij op een morgen - ik zat toen al vele maanden op school - onderaan de trap van mijn kosthuis stond te schreeuwen: "Horsten! Waar ben je? Waarom ben jij niet op school?"
Kijk, dat was effectieve studiebegeleiding. Ik zat vlakbij de school in de kost bij een nicht van hem en werd dus goed in de gaten gehouden.
Nou hoefde dat niet, want vanaf dag één, studeerde ik keihard, vooral omdat ik er plezier in had. Het interesseerde me. De mannen van Philips die me in 1947 hadden getest, bleken toch gelijk te hebben gehad toen ze beweerden dat ik een zeer goede aanleg voor de mathematrische vakken had, want die hele hap wiskunde die er in relatief korte tijd ingestampt moest worden, kostte me geen enkele moeite. Van dat niksnutten en die lijdensweg op de middelbare school bleek toch nog heel wat in het onderbewustzijn te zijn opgeslagen, want dat kwam nu allemaal omhoog borrelen. De bolgoniometrie waar de hele zeevaartkunde op gebaseerd is, was nieuw voor me, maar ik kon zelfs de schoonheid van de analogieën van Neper zien en waarderen, terwijl de formule van Euler me zelfs nu nog bekend voorkomt. Het kan verkeren.

---------------------------------------------------------------- Afbeelding

Dat ik zo hard studeerde, kwam mede omdat er verder weinig anders te doen was, want opnieuw had ik niet meer dan 25 gulden in de maand te besteden. Elke maand kwam er een postwissel uit Eindhoven met het geld dat ik mijn kostjuffrouw verschuldigd was en vijfentwintig gulden voor mezelf. Genoeg voor shag en af en toe een potje bier. Ik was vaste klant bij café "Stad en Lande", een heel oude zaak die nog steeds bestaat, gevestigd in het pand waar vroeger de Franse commandant van de vesting Delfzijl woonde. Waar nu het biljart stond, was vroeger het koetshuis geweest. Uitbater was Eimert de Vries, een beste kerel die op zijn beurt goed op me lette. Ik had krediet bij hem en dat was heel prettig, want mijn vijfentwintig gulden reikte nooit van postwissel tot postwissel. Een paar keer veegde hij de lei schoon als ik hem op drukke dagen had meegeholpen met een nieuw vat aanslaan of leeg fust en flessen naar achteren brengen en sorteren. Zo kwam Jan Splinter door de winter. Ondertussen leerde ik ook nog biljarten al ben ik daar nooit echt een meester in geworden. Net zomin als in klaverjassen. Maar je kunt niet overal goed in zijn en daar kwam ik tenslotte ook niet voor. Ik moest klaargestoomd worden voor die grote dag waarop ik naar Den Haag zou afreizen om me daar aan de Frankenslag aan de genade van de examencommissie over te leveren. Sommigen gingen naar Den Haag om te "luisteren", om een indruk te krijgen hoe het er daar toeging, maar daar had ik tijd noch centen voor. Ik moest afgaan op de verhalen van anderen die daar al waren geweest, hetzij om examen te doen of alleen maar om te luisteren.

De laatste maanden studeerde ik samen met Jaap Tjalma. Jaap had zijn Kleine Vaart en voer al als kapitein toen hij besloot om alsnog voor 3de rang te gaan. Na zeventien maanden gingen we als eersten van de groep waarmee we in september 1953 begonnen waren, examen doen. Jaap moest als eerste, ik een week later. Jaap kwam geslaagd terug terwijl ik nog zat te zweten. "Schei maar uit," zei Jaap. "Jij slaagt met gemak. Kom, we zetten het op een zuipen."
En dat deden we. De week daarop leverde ik me drie dagen lang over aan het oordeel en de genade van de mannen aan de Frankenslag en slaagde op 10 februari 1955 met een mooie regelmatige cijferlijst: alleen maar zevens en achten. De vergeelde bewijzen zijn er nogナ

---------------------------------------Afbeelding

Drie weken later was ik terug op de Jan Kreumer, maar nu als stuurman. Oene Venema was daar nog altijd hoofdwerktuigkundige en mijn vriend Rinus van den Broek was nog steeds matroos. Hoe we ons dat allemaal hadden voorgesteld, ikzelf, neef Jaap, mijn vader, tante Tjits, dat weet ik werkelijk niet meer. Was ik bestemd of werd ik geacht mee te helpen het familiebedrijf op te stoten in de vaart der volkeren? Echt, ik weet het niet. Ik weet wel dat ik al spoedig wist dat dit niet was wat ik wilde. Het schip voer inmiddels in weekdienst van Rotterdam naar Londen, vanuit de Rijnhaven naar Horseferry Wharf. Zaterdagmiddag of uiterlijk zondagmorgen vertrekken, maandag en dinsdag, soms ook nog de woensdag in Londen, donderdag en vrijdag in Rotterdam. Alleen maar stukgoed waar ik weinig omkijken naar had, want alles werd door de wal verzorgd, ook het stuwplan. Wij hoefden alleen maar open- en dicht te gooien, zeeklaar te maken en te varen. Van de Hoek naar Tongue vuurschip en langs de forten naar binnen. Zonder loods, want hij was op de Thames intussen loodsvrij.

---------------------------------------Afbeelding

Horseferry Wharf is, net als al die wharves langs de Thames, lang geleden al gesloopt om plaats te maken voor luxe appartementen en dat is maar goed ook, want het was toen al een puinhoop. Hetzelfde gold voor de achtergelegen Rotherhithe Street. Vrijwel recht tegenover Horseferry Wharf - aan de landzijde, wel te verstaan - was een drukke pub waar we elke week kwamen, maar waar het ook elke week hetzelfde was. Dezelfde klanten en dezelfde sing-song bij de piano en: "It's not over till the landlady sings" I'm saving the last waltz for you. Nadat ik dat een keer of zes had gehoord, vond ik het eigenlijk wel genoeg en na drie maanden vond ik álles wel genoeg: de Thames en Tongue vuurschip en Horsferry Wharf en de Rijnhaven met de Hillelaan en café Rijndam en café De Bel en de Kaap op loopafstand.

----------------Afbeelding

----------------Afbeelding-------------Afbeelding

Ik bekeek mijn mooie, nieuwe diploma nog eens goed en zag dat daar toch echt stond dat ik In Naam der Koningin als Derde Stuurman Grote Handelsvaart mocht optreden en besloot de zak te nemen en op de grote vaart te gaan kijken. Ik was twintig jaar oud en de wereld was groot en dankzij dat diploma dat me in naam van Hare Majesteit was uitgereikt, kon ik dat allemaal gaan bekijken.
Neef Jaap nam me dat aanvankelijk niet in dank af. Die deed net of ik achter de club wegliep, maar mijn vader gaf me groot gelijk. "Oom" Lammert Oosting, ook alweer afkomstig uit de Groninger scheepvaartkringen en oude vriend van de familie, deed sinds jaar en dag in Rotterdam iets met bemanningen voor allerlei rederijen. Ik zou alsnog graag willen weten wat dat precies was, want dat is me nooit recht duidelijk geworden, maar hij werd ingeschakeld om een geschikt schip voor me te zoeken. Hij kwam vrijwel direct op de proppen met de toen gloednieuwe tanker DORESTAD die een vierde stuurman moest hebben. Om mij onbekende redenen veranderde dat na een paar dagen in de LETO van Hudig & Veder waar ik als derde stuurman heen kon. Ik vond simpelweg alles goed en zou met plezier als 4de naar de Dorestad zijn gegaan, maar het werd dus als 3de naar de Leto en met de wetenschap achteraf was dat eigenlijk maar beter ook.
De rest is geschiedenis en al zo vaak verteld. Mijn ouders gaven me het sextant dat hier nu nog aan de wand hangt en op maandag 11 juli monsterde ik op de Leto voor de reis van Rotterdam naar Wabana en weer terug.
Opnieuw had ik het gevoel dat ik voor het eerst naar zee ging en omdat ik daar ook mee begon, is de cirkel hiermee rond. De cirkel is rond omdat die eerste vier jaar, van 1 juni 1951 in Maassluis tot 11 juli 1955 in Rotterdam, een duidelijk geheel vormden. Het waren vier belangrijke jaren die een heel hechte basis vormden voor wat daarna kwam: nog eens 38 jaar scheepvaart en minstens 40 verschillende schepen van allerlei types en tonnages. Van 300 tot 300.000 ton deadweight. Kusters en passagiersschepen. Veeboten, bulkers, tankers, sleepboten, hoppers en splijtbakken met roomkloppers erachter. Ook nog een paar jachten, maar die tellen niet mee.

Ik heb mezelf altijd gelukkig geprezen dat ik het zó heb gedaan en niet anders. Dat ik goede leermeesters heb gehad en nooit in een bepaalde hoek of sector van wat men dan de "shipping industry" noemt, ben blijven hangen. Dat ik altijd ben blijven leren en bijscholen en proberen iets van anderen op te steken, maakt niet uit of dat een koksmaat, een bootsman of een scheepsbouwkundig ingenieur was. Dat ik het meer dan veertig jaar heb volgehouden, komt omdat ik het altijd met veel plezier heb gedaan en altijd het gevoel heb gehad dat dit in feite het enige was dat ik echt kón, dat ik in de vingers had. Ik heb daarnaast door de jaren heen nog allerlei andere dingen gedaan zoals het leiden van een transportbedrijf, personeelschef, freelance journalist, fotograaf en leraar zeevaartkunde. Ook dat ging me allemaal goed af omdat de meeste zeelui nu eenmaal flexibel en daardoor breed inzetbaar zijn. Maar schepen, varen, shiphandling, dat was toch mijn vak.
Natuurlijk heb ik nog ruim voldoende stof voor veel meer van dit soort stukkies en uiteraard kan ik de draad op elk moment weer oppakken, maar voor dit moment wil ik het hier toch maar bij laten.

Tot zover dan maar.


Tekst © 2014 Theo Horsten
Gebruikersavatar
jdbvos
Berichten: 10556
Lid geworden op: 22 apr 2006 16:17
Locatie: Groningen
Contacteer:

Re: Naar zee...

Bericht door jdbvos »

Zo !
Mooi gezegd, Theo !
Bedankt voor het fraaie inzicht in je levensloop !
Oost, west...ook best
Jos Komen (R.I.P)

Re: Naar zee...

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

café "Stad en Lande", een heel oude zaak die nog steeds bestaat
Het heet tegenwoordig café "Centrum" en er is weinig veranderd aan het interieur. :wink:
paardestal.jpg
paardestal.jpg (99.32 KiB) 3266 keer bekeken


Plaats reactie