Kombuispraat

Klaas,
Volgens mij heeft Wil het over een patent (in 1940) op de langsspoeling.
De bijdrage die je plaatst, ook de dwarsdoorsnede, heeft denk ik betrekking op lus-/dwarsspoeling. Te zien aan de schuingerichte poorten.
Groet. Paul G.

Op de tekening is niet te zien of hier sprake is van een trunkmotor. De motor op de tekening van Piek is er een met dwarsspoeling.

@ Wil en Paul.

Paul heeft gelijk, die motor uit het boek van Piek heeft dwarsspoeling en komt dus niet met jouw beschrijving overeen. Ik had niet goed opgelet. Die database die ik gebruik heb ik gehad van iemand gehad en werkt niet zo goed meer.

De Charis had ik in query over het hoofd gezien. De overige gegevens heb ik nog wel gecheckt op www.marhisdata.nl .

Ik weet niet of het je alleen om de Hotl(o) gaat of om alle motoren die door Stork zijn gebouwd.

Ik kom in een KNSM boek ook nog tegen de Hahtor (1952-08-20) gebouwd bij Van der Giessen en de Amor (1952-09-16) met Stork 2.SA.7 (540 x 900) gebouwd bij Pot beide ca 2200 pk.

Prachtig waar je mee bezig bent. Helaas heb ik nooit met motoren van Stork gevaren.

Grt.
Klaas

Dag Klaas,
Het eerste deel van mijn boek 'Heel Hengelo trilt' gaat over de ontwikkeling van de dieselmotor bij Stork vanaf het prille begin in 1929/30 tot met WO II/1945. Alle type motoren die ze gebouwd hebben komen er in voor inclusief een sociaal economisch beeld en toepassingen. 240 pagina's, met hires foto's en originele tekeningen.
Deel twee, waar ik nu mee bezig ben, gaat van 1945 tot en met het einde van de grote motoren bij Stork in 1969 met een uitloop voor Stork-Zwolle.
Ik heb de eerste ver hoofdstukken in de grondverf staan. De Hotl en Hotlo zitten in hoofdstuk 4. Er is nog genoeg archief werk te doen en ik kan een jaar lang (of meer) niet achter de geraniums.

Wil,

Bedankt voor de info. Een geweldige klus, maar ik vind het geweldig dat je dit doet. Veel succes en sterkte bij de werkzaamheden.

Grt.

Klaas

Ik heb altijd het idee gehad dat B&W de eerste waren met een diesel met langs-spoeling met 1 uitlaatklep per cilinder en turbo opgeladen.
De anderen o.a. Stork deden toen nog wat vingeroefeningen en waarschijnlijk waren er ook patentproblemen die omzeild moesten worden.
Uiteindelijk resulteerde dat in de B&W met 1 klep in de kop, de Jappen met 3 kleppen in de kop, Werkspoor met 4 kleppen in de kop en een afwijkende bediening van de kleppen en Stork met 4 kleppen in de kop, de andere belangrijke fabrikanten tobden nog met in- en uitlaatpoorten en lange hemden aan de zuigers. o.a. M.A.N.

Meneer Dragsted heeft dat alles prachtig verwoord en van platen voorzien genoteerd in zijn boek: " The first 50 years of turbocharged 2-stroke marine dieselengines "

In het Engels gratis te downloaden op: www.scribd.com/doc/315556031/Dragsted-H ... oklet-2013
Ooit heeft Jan Vos mij op dat spoor gezet en het is een prachtig stuk werk dat je met plezier leest.
Het wordt dan ook wel duidelijk dat de SW-Hotlo het helemal niet slecht deed maar eenvoudig de middelen ontbraken om in de markt mee te kunnen komen en voraan te blijven.

Jan, dat is inderdaad een interessant boek. Lange tijd was het boek "Pounders Marine Diesel Engines and Gasturbines" versie 8, vrij downloadbaar. Ik heb net nog gezocht, maar zie dat er nu een (koop) versie 9 verschenen is.

Wat je schrijft over de B&W motor is correct (denk ik). Na WO2 was er een enorme vraag naar voortstuwingsinstallaties om de oorlogsverliezen aan te vullen, maar ook de vervanging van de "standaardschepen" speelde een rol. De vele motorfabrikanten allemaal een graantje mee te pikken.

Grt. Klaas

Heren, Inderdaad,

Inderdaad is Dragsted een uitstekende bron. Zijn schema van de grote bouwers geeft een mooi overzicht. Hij gaat begrijpelijkerwijs uit van de in gebruik name van de motor met turbocharging en dan is er natuurlijk niets af te dingen op de datumvolgorde. Het verhaal van de spoelingsvorm wordt bij hem ook mooi beschreven en getekend en gaat vooraf aan de turbo. Daar kan en wil ik alleen met enige algemene informatie, zoals de bijzonder MAN-spoeling, werken en specifiek natuurlijk Stork. Piek brengt dat overigens met de strakke tekeningen ook mooi in beeld.