Kombuispraat

Een ton gevuld met haring.

http://www.haagseherinneringen.nl/pagin ... kuipersvak

Heel goed Leo.
Lagen met honderden aan de wal in Vlaardingen.
Hierin werdt de haring in de pekel gelegd.
Mooi plaatje.

Hennie

328 Het begrip kantje en harington
Het kantje is een oude vissersbenaming voor een houten harington. De door een logger gevangen haring werd aan boord gekaakt, gezouten en in een ton geschept. Een dergelijke met haring gevulde ton werd een kantje genoemd. Aangevoerd aan de wal werd de haring vanuit het kantje veelal overgepakt in een nieuwe ton. Vanaf dat moment gold voor een ton niet meer de benaming kantje. Deze aanduiding bleef voorbehouden aan de houten vaten die aan boord van het vissersschip werden meegevoerd en daar werden gevuld met haring.
Vlaardingse vissersschepen vormden hierop een uitzondering. De eerder gevulde tonnen werden nog tijdens de visreis voor zover mogelijk weer bovendeks gehaald. De in de tonnen gepakte haring was inmiddels geslonken waardoor het kantje niet meer geheel was gevuld. Het kantje werd met haring bijgevuld. Daarbij verloor het zijn aanduiding 'kantje' en kreeg de benaming 'gepakte ton'. Tegenover vijf eerdere kantjes stonden in zo'n geval vier gepakte tonnen.
Wanneer de vissers hun dagelijkse vangsten radiografisch aan hun reders meldden, werden deze opgegeven in aantallen kantjes. De totale vangst van een schip aan het eind van een visreis werd uitgedrukt in aantallen lasten. Een last omvatte voor Scheveningen en Katwijk 17 kantjes. Vlaardingen week door het aan boord overpakken daarin af; het ging in dat geval over 14 gepakte tonnen per last. Na het verdwijnen van de logger als vissersschip, en na het einde van de vleetvisserij op haring, golden deze eenheden als 'last' en 'kantje' niet meer.

Ik ben 54, maar de benaming kantje kon ik ook nog...

Mensen bedankt voor tekst en uitleg. Ik heb geen ervaring met de visserij, mijn ervaring lag
meer bij tankers, bulkfietsen en pakjesboten.Maar een nieuwe haring vind ik nog steeds heerlijk
Jacob

Mooie schepen, die stoom- en motorloggers.
Dat moet hard en zwaar werk geweest zijn toen, helemaal in de koude naar het verre noorden.

Hier nog wat oude(re) visserstermen:

afhouwer - jongen die bij het halen van de vleet de reep van de windas naar het reepruim leidt; jongste aan boord

behouden teelt - einde van het haringseizoen

bokkinghang - haringrokerij

bomschuit (bom) - platboomd vissersvaartuig, vroeger in Katwijk algemeen; sinds 1910 vervangen door de logger

dam - werf met aangelegen panden, waar tonnen en netten worden bewaard en voor het gebruik gereed gemaakt, en haring gerookt

dambaas - leider van de werkzaamheden op de dam (tanen, roken, boeten, kuipen)

gaal - dunne plek in de netten

galg - ijzeren boog op boord van trawler, waardoor de sleeplijnen lopen

gatzeil - zeil aan bezaanmast

grom - ingewanden van vis

halen - inhalen van de vleet

hanekammen - zeewier

joon - baken van de vleet

kaakplank - bank waarop de vissers zitten kaken

kaken - verwijdering van de maag, galblaas en lever bij de haring, ter bevordering van duurzaamheid

kantje - vat haring zoals het op zee gevuld wordt (800 à 1000 stuks haring)

kee - platte bak waarin de vis bewaard wordt op trawler

kommaliewant - eetgerei

kreb - hok van schotten op loggerdek waarin de haring wordt gestort

kuil - achterste deel van het trawlnet

last (I) - 17 kantjes

last (II) - grote bak op trawlerdek waarin de vis wordt gestort

logger - Nederlands vissersvaartuig, voor drijfnetvisserij

maatjes - jonge haring waarvan hom en kuit nog niet rijp zijn

pooklijn - het touw waarmee de kuil geopend en gesloten wordt

reep - kabel waaraan de netten worden ingehaald

reepschieter - de jongen die de reep in het reepruim moet opschieten (netjes winden), op één na jongste aan boord

reutel - houten lepel waarmee haring wordt geward

schieten - uitzetten van de vleet

schot - keer dat men vleet in zee zet; de vangst

seizing - verbindingslijn van drijfnet

speten - haring aan twijgje rijgen voor het roken tot bokking

strippen - verwijderen van ingewanden bij alle vis, behalve haring

trawlborden - houten borden die het trawlnet openhouden

trawlen - vissen met het sleepnet

trawler - vissersvaartuig bestemd voor vissen met het sleepnet

trawllogger - logger die behalve de drijfnetvisserij ook de trawlvisserij beoefenen kan

trawlnet - sleepnet

trek - keer dat een trawler zijn net sleept; de vangst

vleet - samenstel van netten voor de drijfnetvisserij (100 à 120 netten)

winterlaag - het stilleggen van de schepen gedurende de winter

zellingtrek - het trekken van een bomschuit, hoog van het strand naar zee

zootje - maaltje vis

.....bakkie is boal!..... - de koffie is klaar! (Katwijks)

met vriendelijke groet,
Robert

Zo bestond er op de vissersschepen de functie prikkebijter.
Op het vissen van kabeljauw en schelvis had hij de taak de kop van de prik af te bijten en aan de haken te slaan.
Kreeg geloof ik een rumboon voor de vieze smaak.
Alle begin is moeilijk.

Hennie

Leuk die vissers benamingen. maar 'Kommaliewant' is op iedere tak van de Nederlandse zeevaart zo.

Hier geen stoomfiets maar een model van een Britse zijtrawler... Het is een sierlijk gelijnd scheepje en staat al vele jaren in de huiskamer. Sparkymul