Leuk kennis te maken, naamloze Visserman en bedankt voor je gewaardeerde bijdrage.
Toen jij op de ouwe ambachtschool zat, waren er voor de hobbyist nog helemaal geen klopboormachines en dus heb je daar niks over geleerd. Dat geeft niks, want ook zonder die kennis kun je een rijk en gezegend leven hebben, maar deze Bosch klopt toch echt, hoor en nu zelfs beter dan hij ooit heeft gedaan.
----
Dat hele klopmnechanisme bestaat uit een stukkie plastic, dat aan de buitenkant de omschakeling is tussen kloppen en niet-kloppen, een niervormig metalen plaatje en een stalen kogeltje. Dat hele spul - plasticje, plaatje, kogeltje - komt in de ruimte die ik op de meest linkse foto met die enkele witte pijl heb aangegeven. Dat kogeltje hamert uiteindelijk op de booras. Nou ja, hameren... Die booras krijgt de ruimte om heen en weer te springen, meer is het niet. Het duurde even voordat ik de werking uitgevogeld had, maar het lukte toch, wat niet slecht is als je alleen maar een soort middenstandsdiploma hebt.
Overigens hoeft die Bosch nu nooit meer te kloppen, maar mag zijn oude dag slijten als kolomboor, in zo'n eigenlijk waardeloos geval waar je elke willekeurige boormachine in kunt klemmen. Maar ja, voor een echte kolomboor heb ik niet echt werk en dus doe ik het er maar mee. Tot ik op een dag een mooie, niet al te grote kolomboor tegenkom en die dan toch maar koop, want zo duur zijn die nou ook weer niet.
En van die toeren - een "eentoer boorkabafje" noem jij het - dat klopt óók al niet!
Hij is keurig te regelen, traploos van heel, heel langzaam tot razendsnel. Ik ben een groot voorstander van heel langzaam boren, want samen met de onvolprezen Lenox Protool spaart dat heel wat boren. Ik koop altijd de beste kwaliteit boren, want dat is een stuk goedkoper dan goedkope boren kopen, als u me nog volgt.
Maar goed, die boormachine, dat is alweer verleden tijd. We zitten nu in de Chinese elektronica en die kleine stekkertjes, een vakgebied dat mij volkomen vreemd is. Mijn laatste serieuze verrichtingen op dat gebied, dateren van ongeveer 1947, toen ik kans zag om werkende radio-ontvangtoestellen te bouwen waarop men moeiteloos naar Hilversum kon luisteren en na het invallen van de duisternis soms Duitsche stations kon horen of zelfs den Engelsen zender te Droitwich! Een kristalontvanger in een lucifersdoosje, wat dacht u daar wel van? Verder dan een eenlamper met een A415 en een Philips Plaatstroomapparaat ben ik echter nooit gekomen. Voor zo'n A415 moesten we van Overschie helemaal naar de markt op het Noordplein lopen en daar betaalden we dan een gulden voor zo'n buis - gebruikt, wel te verstaan. Ik bedoel maar: aan die kennis heb ik nu niet zo erg veel meer. Mijn vrienden uit die tijd, die ook zwaar in de radiotechniek zaten, gingen wel op die weg door en bouwden op den duur in mijn ogen gigantische superheterodyne ontvangers. Ik ging in 1951 naar zee en verloor alle interesse in dat soort zaken.
Ik zal eens een goeie foto van die kleine k.. stekkertjes maken, maar dan moet ik mijn échte camera even inscheren, want met de kleine Nikon Coolpix kan ik niet dicht genoeg bij komen. Het heeft allemaal ook geen haast. Dat Chinese geval is voor een project waar ik pas na Nieuwjaar aan ga beginnen. Maar het zijn leuke dingen, die radio-mp3 spelers wekkers van een tientje uit Hong Kong.
Ik ga mijn camera optuigen.