Naar zee...

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Dank je, Tony, dat doet me genoegen. Alle andere reageerders eveneens bedankt!
Ik hoop zelf ook nog lang door te mogen gaan, want ik vind het leuk werk.
Het is wel véél werk, net zoveel als wanneer je er een boekje van zou maken. Alleen: waarom zou ik dat doen? Dat is niet alleen minstens zoveel werk, maar bovendien ook nog eens een hoop gedoe en kosten terwijl er geen droog brood aan te verdienen valt. Nou hoeft dat van mij ook niet zo nodig, daar ben ik langzamerhand wel van teruggekomen. Je schrijft vaak, zo niet altijd, in de eerste plaats voor jezelf, gewoon omdat het een plezierige, creatieve bezigheid is om je gedachten en herinneringen zo goed mogelijk onder woorden te brengen, proberen om met woorden beelden te schetsen. Dat neemt niet weg dat je wel graag lezers hebt. Niet omdat die dan allemaal :"Oh wat leuk en wat mooi!" moeten roepen, maar gewoon om anderen een plezier te doen, een paar aangename ogenblikken te bezorgen.
Die lezers hoop ik hier te vinden en dan niet alleen onder de geregistreerde leden, maar ook onder de vele anonieme bezoekers die er toch altijd zijn. Zo nu en dan hoor ik daar via omwegen wel eens iets van en dan blijkt toch dat hier veel gelezen wordt.

Eigenlijk zou ik alle tijd die ik in deze stukkies stop hier aan moeten besteden...

------------------------------------------------Afbeelding
---------------------------------------------------Foto Bob Heikoop

Ik ben me ervan bewust dat er een aantal mensen teleurgesteld zijn dat dit zo lang op zich laat wachten, waaronder de maker van die prachtige foto waarvan je hier maar de helft ziet. De andere helft zit op de achterkant van het omslag. Na deze serie "Naar zee..." - nog drie afleveringen schat ik - zal ik er echt weer eens voor gaan zitten. Ik ben een mooi eind op dreef en ik heb zelfs al een dummy gemaakt, maar ja...
Dat wordt dus wél een boek(je). Toch maar. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en het is toch telkens weer leuk om iets tastbaars in handen te hebben, gewoon van papier en zo. :-D
Maar ik wil het daarnaast toch ook als e-book(je) uitbrengen.
Geloof het of niet, maar ik heb écht geen tijd om dood te gaan. :roll:

Gebruikersavatar
jdbvos
Berichten: 10559
Lid geworden op: 22 apr 2006 16:17
Locatie: Groningen
Contacteer:

Re: Naar zee...

Bericht door jdbvos »

"A man with a mission..."

Gewoon doorgaan, Theo ! Het houdt jou -en ons- van de straat !
En die E-boekies: goed idee !
Oost, west...ook best
v+d
Berichten: 7164
Lid geworden op: 20 jun 2011 19:56

Re: Naar zee...

Bericht door v+d »

Ahoy Theo, géén tijd om dood te gaan :-D Ik vrees dat dat nu juist de enige afspraak is waar we op moeten komen draven :roll:
Tot die tijd vermaken we ons prima, ga zo door :!:
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Ik vrees dat dat nu juist de enige afspraak is waar we op moeten komen draven
"Dat moet eerst nog maar eens bewezen worden," zei Harry Mulisch. :-D
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14382
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Naar zee...

Bericht door Harry G. Hogeboom »

"Dat moet eerst nog maar eens bewezen worden," zei Harry Mulisch.
Veeel over dat soort uitzonderingen gehoord, nog nooooit eentje tegengekomen :lol:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

----------------------------------------------------------------------------------------Naar zee... (7)

--------------------------------------------------------------------Afbeelding
------------------------------------------------------------------------------Tjitske Johanna Kreumer (1892-1955)
-----------------------------------------------------------------------------------------Zomer 1952

Het heeft even geduurd, maar hier is ze dan toch eindelijk: mijn tante op haar eigen potje. Aan het keukengereedschap in haar handen valt af te leiden dat ze even pauzeerde van het visbakken. Dat was in de zomer van 1952, drie jaar voor haar te vroege overlijden en, voor zover ik weet, de eerste keer dat ze een reis meeging. Ze moet toch wel trots zijn geweest op haar scheepje, want zo voelde ze dat waarschijnlijk; de droom van vroeger alsnog vervuld, al had Jan Kreumer dat dan ook niet meer mee mogen maken. Want het was “haar” schip. Jaap was dan wel kapitein en op papier ook de eigenaar en ook op hem zal ze best trots zijn geweest, maar desondanks hield Tjitske de regie strak in handen en aarzelde niet om zoonlief zo nu en dan stevig de les te lezen. Gewoon zoals een eigenaar dat in voorkomende gevallen met iedere willekeurig zetkapitein zou doen. Zo herinner ik me die dag dat we ’s morgens vroeg in de Waalhaven aankwamen, bij Frans Swartouw. We kwamen uit Engeland en of we daar nu kwamen laden of lossen, dat weet ik niet meer, maar ik weet nog wel dat het ’s morgens om een uur of negen was en stralend mooi weer en dat we aan dek bezig waren toen er een taxi stopte waar tante Tjits uitstapte. We hielpen haar aan boord en ze verdween in de salon om kort daarna weer naar buiten te komen. Ze wilde direct weer aan de wal, dus wij hielpen haar opnieuw om veilig op de kade te komen waar de taxi nog stond te wachten. Jaap kwam aan dek en riep: “Hè, moeder, wacht nou toch even!” Maar ze keek niet eens om en reed weg.
Jaren later hoorde ik via via wat er was gebeurd. Jaap had ’s morgens om negen uur al naar de drank geroken en daarom had ze hem op staande voet de zak gegeven. Ze was aan de wal gegaan, had Wagenborg in Delfzijl gebeld, haar oude vriend Lou Vuursteen persoonlijk, en had gezegd: “Lou, ik moet direct een andere kapitein hebben, want deze zuipt!”
Dat werd nog een hele rel, maar Lou Vuursteen suste de zaak, wat lang niet meeviel, want Tjitske was ook geen makkelijke. Maar het liep met een sisser af en Jaap mocht blijven. Wel werd haar uitroep: “Dat gezoep ook altied!” een gevleugelde uitdrukking in onze familie. Mijn zuster spreekt accentloos Gronings en die kon die kreet van tante Tjits ruim dertig jaar later nog precies nadoen. Als die in de namiddag in de keuken bezig was - mijn zuster, bedoel ik - dan had ze steevast een glaasje sherry bij de hand staan en als ik er dan toevallig ook was en mee zou eten, dronk ik een koud borreltje en keuvelden wij samen wat. Als er dan iets misging of ze stootte iets om of zo, dan riep ze, met de stem van tante Tjits: "Dat gezoep ook altied!" Maar ik dwaal af.
Nou viel dat gezoep bij Jaap best mee hoor en dat hij die dag al vroeg naar de drank stonk, was ook goed te verklaren. We kwamen van Engeland, naar ik meen van Great Yarmouth, maar het kan ook Boston zijn geweest en het was in het voorjaar en we hadden de hele oversteek in de mist gevaren. Pas vlak voor de Hoek klaarde het wat op en zonder problemen konden we een loods overnemen. Maar daardoor had hij zo lang op zijn platvoeten gestaan dat het voor hem avond was en daarom had hij, nadat we veilig gemeerd lagen, samen met de loods een neutje genomen en was eindelijk een uurtje gaan liggen. Die was dus meer slaapdronken dan drankdronken toen Tjitske hem porde, maar hij kreeg niet eens de tijd om dat uit te leggen. Maar ik loop op de zaken vooruit.

-------------Afbeelding---Afbeelding

Die vis die tante Tjits aan het bakken was, hadden we tussen Skagen en Vinga overgenomen van een Deense visserman. Op de kont gezien met witte pet: stuurman Pronk. Voor hem, aan de andere kant van de kist met vis, Jaap Kreumer. Links, op de rug gezien met opgerolde mouwen: mijn vader. Naast hem met het eeuwige peukje onder zijn snor: de kok. In het gangboord de lichtmatroos uit Zeeland waarvan ik niet meer op de naam kan komen. Dat was op woensdag 24 juli 1952, 's avonds om halfzeven. Ook dit schud ik na al die jaren niet zomaar uit de mouw; dat haal ik uit het journaal dat mijn vader van die reis bijhield, deze keer niet op losse vellen zoals het jaar daarvoor, maar in een keurig boekje waarvan hierboven een pagina. We kwamen van Goole en waren met een lading kolen onderweg naar Lidköping op het Vänermeer.
Mijn ouders waren op woensdag 16 juli in Delfzijl aan boord gekomen en ook nu vind ik in dat boekje weer precies hoe laat ze van huis gingen – met de trein van 9.19 uur van Eindhoven – en wat dat allemaal kostte. Zo ging hij in Delfzijl voor drie kwartjes naar de kapper en kreeg ik twee gulden van hem. Het is allemaal in de boekhouding te vinden. Ze waren precies drie weken aan boord en deze hele vakantie kostte hem 210 gulden. Dat zou nu 745 euro zijn geweest.

-------------Afbeelding--Afbeelding--Afbeelding

De meest linkse foto hierboven is in Goole genomen. Daar waren we op zatermiddag 19 juli binnnengekomen met 290 ton aardappelmeel van Delfzijl. Die foto moet op maandagmorgen genomen zijn, want ik - links, tegen de railing - ben aan het werk. Tante Tjits is nog voor een deel zichtbaar, zittend op de bolder en mijn moeder in de deur van de kombuis. De kok schilt aardappels, geholpen door een zwager van Jaap, de jongste broer van zijn vrouw, die ook als passagier meeging. Die sliep bij ons in de driepersoons matrozenhut, in de kooi die een jaar eerder speciaal voor mij was bijgebouwd, een taps toelopende doodskist van ruwe planken, zo uit de lading. Hij was hartstikke zeeziek en daar hebben wij, aardige jongens als we waren, hem verschrikkelijk mee gepest.
In het midden een stukje van mijn vaders boekhouding. Wie schrijft die blijft. In Goole gaf hij 6 shilling uit aan aspirine en lavendelwater. Rechts mijn vader zelf. Ook hij had de eerste dagen last van zeeziekte. Hij was daar trouwens in al die jaren dat hij voer nooit helemaal overheen gekomen, dus toen we na vertrek van Delfzijl naar Goole slecht weer kregen, was het gelijk weer raak, maar na een dag was het over..

-------------Afbeelding---Afbeelding

We lagen alleen die maandag maar in Goole, waren 's middags om halfvier leeg, begonnen om halfzeven kolen te laden, waren om kwart over acht beladen met 300 ton kolen en gingen een halfuur later de sluis alweer uit en de River Ouse af. Ook toen was tijd geld en het tij wachtte niet, dus wegwezen en op de rivier zeeklaar maken. Mijn vader liep wacht mee en moest die nacht een uitlaatklep wisselen. Als een van de zeer weinige kleine dieselmotoren uit die tijd had die 4-clinder Deutz van 195 pk zeewatergekoelde uitlaatkleppen wat nog wel eens problemen wilde geven. Ik noemde dat vier jaar geleden hier al eens.

Het is leuk om dat kleine journaal van mijn vader nauwkeurig na te lezen, althans voor mij. Een ander zal het minder zeggen en daarom zal ik er verder alleen nog wat opmerkelijke zaken uit laten zien. Het was de eerste en enige keer dat hij naar de Vänern ging en dus schreef hij precies op hoe dat daar ging met de sluizen. Hij noemt als eerste vanaf Gothenburg de sluis bij Ström. Die naam kwam me wel bekend voor, maar het kost moeite om die plaats op Google Maps te vinden. Ik ken het beter als de sluis van Lilla Edet. Hij tekent aan dat we de sluis om 07.35 uur binnenvoeren en er een kwartier later, om 07.50 uur weer uit, acht meter hoger. Hij had de tijd van stijgen opgenomen: 1 meter per seconde. En hij noemt de waterkrachtcentrale van Lilla Edet…

-------------Afbeelding

Zeker weten dat hij later, thuis, is gaan nazoeken wat dat voor een centrale was, hoeveel power die leverde en wat voor turbines daar instonden en nog steeds staan. In zijn boekje noemt hij het een grote centrale, maar met 40 MW viel dat nogal mee, al weet ik niet wat de normen in 1952 waren. Hij moest dat nazoeken in zijn encyclopedieën in misschien is hij het zelf in de Philips Bibliotheek gaan nakijken, waarbij hij gezien moet hebben dat Lilla Edet in 1925 de eerste centrale was waarin Kaplanturbines werden gebruikt. Voor waterkracht was tot dan toe de Francisturbine algemeen gebruikelijk, maar die was alleen efficiënt bij een valhoogte van minstens tien meter en in Lilla Edet was dat aanvankelijk maar vier meter, later door de bouw van een stuw zes meter. Wie er meer van wil weten, moet hier klikken.
De enorme papierfabriek in Lilla Edet van SCA, de Svensha Cellulose Ahtiebolaget, noemt hij niet. Dat zal komen omdat we toen in Nederland alleen nog maar van dat grauwe toiletpapier gebruiken. Edet kwam pas in 1963.

Ze voeren keurig op de weekends: zaterdag aankomst Goole en nu op vrijdag om kwart voor zeven ’s avonds in Lidköping. Maandag pas lossen, dus dat zal wel stappen zijn geweest, het wilde nachtleven van Lidköping in. Dat was altijd een leuke plaats waar we met enige regelmaat kwamen. Mijn vader merkt in 1952 op dat daar een grote fabriek van gereedschapmachines is, van SKF, de kogellagerfabrikant, een middelgrote rubberfabriek en een grote fabriek van keramische producten. Die fabriek van gereedschapmachines, was LMT, de Lidköping Machine Tools AB, onderdeel van SKF en wereldleider op het gebied van slijpmachines. In 2000 binnen Zweden verkocht aan Karolin Machine Tools die nu verdergaat als KMT Lidköping. Die fabriek van keramische producten was Rörstrand. Ik zag was want die moest in 2009 na 280 jaar(!) de strijd tegen de concurrentie uit Sri Lanka en Hongarije opgeven. Lidköpings Gummifabrik bestaat nog altijd. In zijn journaal lees ik dat ze in de toonzaal van Rörstrand zijn wezen kijken: "Pracht producten, serviesgoed, kunstvoorwerpen, tegels."

Verder valt er over die reis niets bijzonders te vertellen. Het was een reis als alle andere, in de zomer, met mooi weer. Nou ja, mooi... We gingen in Mariestad palen laden voor Zaandam. Mariestad ligt vlak naast Lidköping. Ook dat is een prachtige kleine plaats waar voor de passagiers genoeg te zien was. En tijd hadden ze genoeg, want we lagen daar maandag in de namiddag vast, begonnen op dinsdagmiddag te laden, maar waren pas op zaterdagmorgen, klaar. “Dennenstammen varierend van 10 tot 16 meter lengte ر 40cm” schrijft mijn vader. “Te 11 uur klaar met laden, totaal 372 stammen waarvan ±70 aan dek.”
Om 12.30 uur vertrokken we van Mariestad en lagen exact vierentwintig uur later vast in Gothenburg voor uitklaring. Normaal gesproken zou je dan ook op de terugreis via Skagen gaan, maar vanwewge het weer en de vooruitzichten werd besloten om door het Kielerkanaal te gaan. Hier noemt hij ook de geveegde routes waar Han Vos eerder naar vroeg en die, zoals ik zei, vooral in het Kattegat en de Belten bestonden.


-------------Afbeelding

Op woensdag 6 augustus lagen we ’s middags om kwart over een in het balkengat in Zaandam, tegenover de Ford fabriek en was voor mijn ouwelui de vakantie weer voorbij. Jan Sikkelerus – wie kent hem nog uit de Amsterdamse haven? – loste ons en dat ging met de gebruikelijke snelheid en het bijbehorende geweld. Als Jan de kans kreeg, trok hij bij een schip met een deklast palen met twee laadbomen zoveel stutten in één keer eruit, dat het grootste deel van de deklast overboord donderde. Of dat die keer ook gebeurde, weet ik niet meer, maar we gingen in elk geval de volgende dag alweer naar zee, deze keer naar Antwerpen en van Antwerpen opnieuw naar Lidköping.

Ook die zomer voeren we het water dun. Zo voeren we van Lidköping naar Londen, van Londen naar Antwerpen en daarvandaan naar Alloa. Dat was een haventje dat ik totaal vergeten was tot ik het terugvond in de kranten waarin ik alle reizen uit die tijd kon nagaan: Alloa. En opeens wist ik ook weer wat we daar brachten: zilverzand voor de glasfabriek die daar al sinds de 18de eeuw staat.

Afbeelding--Afbeelding--Afbeelding

Alloa ligt zo'n achttien mijl boven de Forth Bridge. Het was honderden jaren een belangrijke haven, maar vanaf de zestiger jaren van de vorige eeuw kon het de concurrentie met andere havens niet meer aan en zoals veel van de kleine Engelse havens werd ook Alloa in 1970 gesloten. In het midden de oude glasoven uit 1750 en rechts Alloa Glass Works. Het is de oudste glasfabriek ter wereld die nog altijd op dezelfde plaats gevestigd is. Toch vraag je je af hoe dat bedrijf sinds de sluiting van de haven zijn grondstoffen krijgt, want ook al zal er dan minder zilverzand aangevoerd worden dan vroeger en is het meer en meer een kwestie van glas recyclen, ook dat gebruikte glas zal toch aangevoerd moeten worden en hoe kan dat nu makkelijker dan per schip? Alhoewel... een lading gebroken glas is nu ook niet bepaald een genoegen zoals ik uit pijnlijke ervaring weet.

Anyway: ook die zomer verstreek en opnieuw werd het herfst en in Scandinavië vroeg donker en het water van de Ooostzee grauw en koud. We moesten in de tweede week van december nog ver naar “boven”, naar Munksund. Dat is een gat, weinig meer dan een grote zagerij, vlakbij Piteå en dan zit je toch mooi op 65° 19′ Noord oftewel honderd mijl van de poolcirkel. Dat werd een gedenkwaardige reis, in die zin dat we een paar dagen opgegeven waren als vermist. Er werd er een PAN-bericht uitgezonden. “Alle schepen worden verzocht uit te kijken naar…” Wij hoorden dat niet. Ook na die stranding en het moeizaam afschieten van vuurpijlen en bidden dat iemand die opmerkte, had neef Jaap het niet nodig gevonden om een radiotelefonieinstallatie aan boord te nemen. Die had nog steeds geen zin in “al dat geouwehoer van kantoor aan mijn kop.” Dus wij hoorden en wisten van niks. Wij lagen met een leeg schip in de Bothnische Golf dagenlang bijgedraaid in een noorder sneeuwstorm waar geen einde aan kwam. Wel een dag of vier, als ik me goed herinner. Om die tijd van het jaar wordt het op die breedte nog maar nauwelijks licht; de zon komt ’s morgens om tien uur op en gaat ’s middags om één uur alweer onder en in die sneeuwstorm merkte je van die paar uur schemering nauwelijks iets. Met ons was niets aan de hand en zolang we nu maar ruimte hadden, was er geen direct gevaar, maar het was verrekte oncomfortabel en alleen in je nest was het goed toeven. De kombuis was lekker warm en de centrale verwarming – net als de kombuiskachel tijdens die lange reparatie van kolenstook omgebouwd naar olie – werkte eveneens prima, maar het stuurhuis was nog steeds onverwarmd en onder deze omstandigheden een soort grote diepvrieskist, maar dan ingesneeuwd. We namen weinig water over, maar er was genoeg buiswater om het aan dek spekglad te maken en het vergde voorzichtigheid en beleid om met een paar bakken koffie veilig van de kombuis boven te komen. En was je dan heelhuids boven, dan was de koffie koud. Dus steeds een zinken emmer met water achterop het fornuis en daar de koffiepot in als je naar boven ging. Dan had je wel een hand minder om je vast te houden en dus kon het gebeuren dat je voor de deur van het stuurhuis alsnog onderuit ging en emmer en koffiepot over het ijzeren dek kletterden. Ik zei het immers: Vroeger had je lol…

---------------------------------------Afbeelding

We hadden geen idee waar we bleven, dat wil zeggen: neef Jaap en de stuurman niet en ik dus al helemaal niet. Ik wist alleen dat zij niet meer wisten waar we ergens waren. Uitkijk houden was nauwelijks mogelijk, laat staan goede uitkijk en dus konden we alleen maar hopen dat de paar schepen die van boven kwamen en voor het lapje voeren, met de sneeuw in de rug, wél goed uitkeken en misschien zelfs radar hadden. Wij hadden alleen radiopeilingen, maar hoe betrouwbaar waren die met dat gehengst en gedoe? Als roerganger kon je alleen maar scherp naar je zeilstreep turen en uitpraaien wat je voorlag als neef Jaap of de stuurman "Ja!" riep.
Maar elke storm gaat op den duur liggen en gelukkig is daar in de Bothnische Golf de zee dan ook meteen weg. We gingen de wal opzoeken, zoeken naar verkenning en toen er een vuurtje in zicht kwam, ontstond er een discussie welk vuur dat dan wel was, want we hadden werkelijk geen idee waar we met die lege bak allemaal heen waren gewaaid en daarom kon dat vuurtje voor hetzelfde geld een ander vuurtje met hetzelfde karakter zijn, maar veertig mijl zuidelijker. Neef Jaap meende gelijk te hebben en als dat zo was, moest daar ook een loodsstation zijn en dus de aldislamp gepakt en geseind. En ja hoor: hij had gelijk.
Eenmaal in Munksund, was het knalhelder, windstil en zeer koud. Ondanks dat we in ballast waren, zaten we aan dek door het buiswater toch nog dik onder het ijs en het kostte uren om de keggen eruit en de kleden onbeschadigd van de luiken te krijgen. En toen we ze eraf hadden, konden we ze niet oprollen, zo stijf waren ze. Gelukkig zag de factor van de zagerij dat ook en die bood spontaan aan om ze naar de zagerij te laten brengen waar ze eerst konden ontdooien en dan drogen.

In de dagen dat we daar in Munksund lagen te laden, daalde de temperatuur naar -27 graden Celcius en dat is koud. Maar er was geen zuchtje wind meer en dan merk je dat niet. Het laden verliep probleemloos en toen het ruim vol zat maakten we met onze mooie droge en soepele kleden, die keurig langszij werden gebracht, al even probleemloos zeeklaar. De winterdeklast was niet hoog, dus ook dat was vlug gebeurd. We maakten zeeklaar, de loods werd besteld en we maakten alles gereed voor vertrek. Ik kreeg opdracht om de ramen van het stuurhuis zowel van binnen als van buiten goed schoon te maken, eerst met warm water met spirius erin en vervolgens met pure spiritus en toen ik binnen bezig was en toevallig op het stuurkompas keek, zag ik dat het bevroren was. De vloeistof was sneeuw geworden. Er moet iets niet in orde zijn geweest met die vloeistof, want dat mag bij min 25 of min 30 natuurlijk niet gebeuren. Maar ja, het was zo. Kompas uit de behuizing getild en naar de kombuis gebracht. Toen het ontdooid was weer teruggeplaatst en varen maar. Ik zei het immers: Vroeger had je lol…

Op 23 december arriveerden we in Rotterdam en Kerst en Nieuwjaar moet ik dus thuis doorgebracht hebben. Ik herinner me er niets meer van. Het jaar, mijn eerste volle jaar varen, was voorbij, een jaar waarin ik opnieuw veel had geleerd en veel meegemaakt.
Van de eerste drie weken van januari 1953 kan ik in de scheepvaartberichten helemaal niets terugvinden. Ik neem zonder meer aan dat we na nieuwjaar nog lang zijn blijven liggen. Neef Jaap was tenslotte eigen baas en kon dat grotendeels zelf bepalen. Pas op 25 januari vind ik een bericht: aankomst Londen. Op 28 januari waren we terug in Rotterdam en op 30 januari 1953 vertrokken we met een lading kunstmest in zakken van Rotterdam naar Esbjerg. Na die reis kregen we dan toch eindelijk radiotelefonie. Waarom Jaap van gedachten veranderde, is mogelijk bekend uit vroegere postings hier, maar dat komt in de volgende en laatste aflevering ter sprake.

Tekst © 2014 Theo Horsten
Gebruikersavatar
jdbvos
Berichten: 10559
Lid geworden op: 22 apr 2006 16:17
Locatie: Groningen
Contacteer:

Re: Naar zee...

Bericht door jdbvos »

Tsja ! Die tante was geen katje om zonder handschoenen aan te pakken...voor die tijd bijzonder, behalve voor bij de KHV.
De vrouw van het gezag werd soms moe, moeke of moeders genoemd, maar meestal kapiteinske....
Althans: voor zover mij bekend.
Maar in het geval van je tante ligt dat -als reder- wellicht anders.
Weer een mooi vervolg Theo.
Oost, west...ook best
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14382
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Naar zee...

Bericht door Harry G. Hogeboom »

Mooi verhaal Theo en een tik an de pet voor die Tante Tjitske van jou om die droom van dat Potje toch door te zetten nadat haar man niet weer terug kwam na WW2.
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Gebruikersavatar
Janna
Berichten: 120
Lid geworden op: 31 mar 2009 22:41
Locatie: Vreeswijk

Re: Naar zee...

Bericht door Janna »

Mooi verhaal Theo. Ik volg het met veel plezier.

Ik was op de middelbare school ook niet zo'n student, en leerde alleen de dingen die ik leuk vond. Dat werkte niet zo best. Totdat ik eindelijk het licht zag; dat ik wilde gaan varen. Toen was er motivatie en kwam het alsnog goed.
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Naar zee...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Het doet me plezier dat ik weer een aantal lezers een genoegen heb gedaan.
De laastste aflevering volgt spoedig. Hoewel... als hij te lang naar mijn smaak dreigt te worden, komt er mogelijk nog een klein stukkie achteraan. :-D

Ook mijn dank voor de lovende reacties via e-mail. Ik heb vandaag even geen tijd om daar op te antwoorden, dus mijn verontschuldigingen als dat even op zich laat wachten.


Plaats reactie