Toen geluk nog heel gewoon was

Hier kan iedereen alles plaatsen over zaken die actueel en interessant zijn, maar niets met scheepvaart te maken hebben.
Gebruikersavatar
peelander
Berichten: 2420
Lid geworden op: 25 nov 2009 14:43

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door peelander »

Ansjovis: een van de drie A’s van Bergen.
De andere twee zijn ook heerlijk om te eten.
groeten
Jan van der Pluijm

Patru (R.I.P)

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door Patru (R.I.P) »

Piet Bruijns schreef: 07 nov 2020 23:26 Coronatijd. Tijd om een schetsboekje te pakken en al mijmerend het potlood over het papier te laten glijden.
Maar even snel aan m’n boekje toevertrouwd voor dat ik gestoord word door andere gebeurtenissen uit mijn jeugd.
Graag wil ik het jullie delen. Piet Bruijns.
Hallo Piet,
Leuk weer iets van je te lezen en te zien. Inderdaad een mooie tijd om terug te kijken.
Een tijdje terug kwam ik nog een artikel tegen over Jansen in BoZ, jou welbekend.
Wel wat recenter, maar mogelijk toch wel aardig om kennis van te nemen. :D

Jansen BoZ-1.jpg
Jansen BoZ-1.jpg (270.26 KiB) 1455 keer bekeken
Jansen BoZ-2.jpg
Jansen BoZ-2.jpg (232.99 KiB) 1455 keer bekeken
Jansen BoZ-3.jpg
Jansen BoZ-3.jpg (166.99 KiB) 1455 keer bekeken
Groet, Paul G.
Gebruikersavatar
Piet Bruijns
Berichten: 472
Lid geworden op: 14 apr 2013 23:48
Locatie: Oudenbosch

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door Piet Bruijns »

Citeer Jinny:
Mooi plaatje, wij zijn vorig jaar in BoZ geweest met onze boot, en vonden het jammer van het stadje dat je in een industriehaven ligt een end van de stad af.
Dat maakte het een eenmalige aanbieding.
Eind zestiger jaren kwam Bergen op Zoom in een stroomversnelling terecht en voer mee in de vaart der volkeren. Een nieuwe haven; een nieuw elan.
Jachthavens brachten economisch niets op en werd deze verplaatst in een "verdomhoekje" in de zwaaikom van de haven onder de stank van de immense fritesbakkerij aan de kade.
De oude haven werd voor de helft parkeerplaats en de rest werd hardvochtig afgedamd, zodat alleen de ratten er vrijspel hebben.
Wat eens het jubelstadje aan de Schelde was is nu een (financieel) een noodlijdende plaats met een desolate binnenhaven.
Het geluk is ver zoek!
Zie plaatje :
groet
Piet Bruijns
Bijlagen
fullsizeoutput_15a9.jpeg
fullsizeoutput_15a9.jpeg (318.29 KiB) 1395 keer bekeken
ESTE NIX PAX CHRISTE NIX
Gebruikersavatar
Piet Bruijns
Berichten: 472
Lid geworden op: 14 apr 2013 23:48
Locatie: Oudenbosch

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door Piet Bruijns »

Ook wat Jansen betreft is mijn antwoord niet echt positief. Patru.
Het bedrijf heeft nog wel een tijd aangemodderd, maar enig perspectief in de toekomst was ver zoek.
In een tussenfase maakte ik deze foto en daarna namen inheemse planten en struiken bezit van het eens zo glorieuze bedrijf waar in de goede jaren bijna vijfhonderd mensen een fijne baan hadden.
Ook hier ontbrak een zekere dosis geluk.

groet
Piet Bruijns
Bijlagen
fullsizeoutput_15aa.jpeg
fullsizeoutput_15aa.jpeg (344.7 KiB) 1390 keer bekeken
ESTE NIX PAX CHRISTE NIX
jg_charbo
Berichten: 1
Lid geworden op: 01 jan 2024 19:52

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door jg_charbo »

Theo Horsten (R.I.P.) schreef: 08 mei 2013 17:21 Het is zeker een kleine wereld, Ferry. :-D
En, ja: over nummer 93 valt zeker nog iets interessants te melden. Niet over nummer 96, het huis van je oom. Het boek werd in 2004 uitgebracht en bij ieder huis wordt de naam vermeld van de mensen die er toen, in 2004, woonden, gevolgd door de naam van de bewoner toen het huis werd gebouwd en indien bekend diens beroep en als als laatste de architect of bouwer van het huis.
Zo werd nummer 96 in 1926 gebouwd voor ene P. Rodenburg (zonder beroep) door A.F. Klasse. In 2004 werd het bewoond door Rik Storm, Marijke Kinkel en Pim.

Nummer 93 daarentegen is andere koek en roept ook bij mij weer verschillende herinneringen op. De nummers 89, 91, 93 werden namelijk gebouwd door de gemeentearchitect van Overschie, Henk Sutterland Sr., die zelf op 134 woonde. Dat was in 1938 dat hij die drie huizen bouwde. Er moet nog een lapje grond over zijn geweest, want in 1950 zette hij ook nummer 95 nog neer.

Bij nummer 93 wordt in 2004 als bewoner D. van Dijk genoemd. En dan volgt er een aardige bijzonderheid die ik hier integraal neer zal zetten. Het gaat over de bouw aan de Rotterdamse Rijweg in de jaren 1930-1940...

    • In deze periode werd ook veel verbouwd, en lieten enige bewoners hun huis voorzien van een (betonnen) kelder." Het lijkt aannemelijk dat de toenemende oorlogsdreiging in die jaren aanleiding is geweest voor deze voorziening. In de tuin van nummer 78 werd in die tijd zelfs een echte (bovengrondse) schuilkelder gebouwd. Bij de bouw van de panden met de nummers 89 t/m 93 in 1938 maakte de architect een schuilkelder onder het daarachter gelegen garageblok. Via de tuin kon men deze schuilkelder bereiken. De huidige bewoonster van nummer 93, die in 1961 net huis betrok herinnert zich:

      'De bouwer, die de oorlog kennelijk zag aankomen, bouwde een schuilkelder bij het huis, waarvan een ingang achter in de tuin uitkomt en die onder de garagehof doorloopt met een in/uitgang naar de achtertuin van nummer 56 aan de Tweede Hogernbanweg. Wij hebben deze ingang laten dichtmaken, daar de ruimte niet te gebruiken was vanwege een laag van zeker 50 cm grondwater. Het schijnt dat er gedurende de oorlog veel mensen van de kelder gebruik hebben gemaakt.'


Bij dat laatste, cursieve gedeelte hoort een noot: Mevrouw E. van Dijk, brief augustus 2001.

Die architect, Hendrik Sutterland Sr., was op een bepaalde manier een "celebrity" in Overschie. Hij heeft daar erg veel gebouwd, mooie huizen, maar ook utiliteitsbouw. Hij had een zoon die ook Henk heette, vandaar dat "Sr." achter zijn naam. De jonge Henk Sutterland moet een jaar of zes ouder zijn geweest dan ik. Dat schat ik, omdat hij ouder was dan mijn zuster die vier jaar ouder is dan ik. Hij werd ook architect en is, zo zag ik pas toen mijn zuster me de rouwadvertentie van zijn veel te vroege overlijden stuurde, getrouwd met een vriendin van mijn zuster die schuin tegenover nummer 134 woonden. Dat was een Anneke Holzhauer, dochter van een eveneens befaamde Overschiese bouwondernemer C. Holzhauer. Na dat huwelijk zijn de beide ondernemingen van Sutterland en Holzhauer samengevoegd. Maar dit terzijde.
Henk Sutterland Jr., was een reuze aardige kerel met een hoog percentage bandietenbloed in de aderen, wat hem al op jeugdige leeftijd tot een celebrity in eigen kring maakte. Mijn sterkste herinnering aan Henk Sutterland: als je hem een spin bracht, maakte niet uit hoe klein of hoe groot - het mocht een langpotige hooiwagen zijn of zo'n grote harige spin die je in houten schuurtjes kon vinden - dan vrat hij die tegen betaling van een dubbeltje voor je ogen op. Dat was voor ons dus de lol: een spin vinden waarvan we zeiden: "Die vreet Henk vast en zeker niet op!" Maar telkens weer waren we ons dubbeltje kwijt, want Henk aarzelde geen moment en stak de spin in zijn mond, knauwde even en slikte hem door.

Kijk mensen, dát was natuurlijk doodgewoon puur onvervalst simpel geluk uit vroeger tijden. :-D

Ik heb nog een herinnering uit die tijd en aan het huis waar Sutterland woonde. Zo ziet her er nu recht tegenover dat huis uit...

---------------------------------[img]http://img.photobucket.com/albums/v511/Theo-H/Forum%202/Sutterland1_zpsd5ef665f.jpg[/img]

Daar is in de afgelopen zeventig jaar nog niets veranderd, zoals dat met een groot gedeelte van de Rijweg het geval is. Maar dat plekje daar, daar heb ik een onaangename herinnering aan die toch vermelding verdient omdat het in de tijd paste. Ik moet nu even iets anders doen, maar daar kom ik op terug. En op al die andere vermeldenswaardige mensen in Overschie.
Mijn naam is Jeroen Charbo. Mijn ouders zijn in april 1940 komen wonen op de 2e Hogenbanweg 56 (toen heette het daar nog de Josseling de jong straat) ik ben geboren in dec 1945. Het huis op de Rotterdamserijweg 93 werd bewoond door de fam. van Lessen tot begin 1960 en op nr 91 als me goed herinner de fam. 't Hoen. Inderdaad stond in onze tuin de ingang van de schuilkelder die later is dichtgemetseld.
Gebruikersavatar
jdbvos
Berichten: 10599
Lid geworden op: 22 apr 2006 16:17
Locatie: Groningen
Contacteer:

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door jdbvos »

Ik zag op Veesboek een mooi plaatje...
Eronder dan de 1e gedachte die ik heb bij zo'n plaatje....
chef.jpg
chef.jpg (212.95 KiB) 377 keer bekeken
Hé chef ! Weet jij waar de 3e strm is ? "
Oost, west...ook best
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14438
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door Harry G. Hogeboom »

Hé chef ! Weet jij waar de 3e strm is ? "
DIT..doet me dan denken aan de "toch wel" tot nadenken aanmoedigende film:

" Fried Green Tomatoes"

https://en.wikipedia.org/wiki/Fried_Green_Tomatoes
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Gebruikersavatar
A.Kuiper/J.Pessoa/BR
Berichten: 8199
Lid geworden op: 09 okt 2017 03:24

Re: Toen geluk nog heel gewoon was

Bericht door A.Kuiper/J.Pessoa/BR »

goede morgen kapitein.jpg
goede morgen kapitein.jpg (36.78 KiB) 141 keer bekeken
Naar aanleiding van al die problemen met het container schip DALI bij het verlaten van de haven van Baltimore kwam ik dit stukje als opening van het boekje "Goede morgen kapitein, we zitten aan de grond" tegen. In die tijd ging het toch wel anders.

Ook bedoeld voor de vele lezers die wachten op een antwoord op een antwoord van "De avonturen van Kapitein Rob"

Een baantje voor Ouwehoeren


In het rode licht van de vallende avond lag de Nieuwe Waterweg als een bochtig lint te glinsteren tot ver voorbij Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland, waar achter de zon pal west in een bad van goud en stoomwolken in zee wegzonk. Kapitein Haring zag het nauwelijks. De zwaar met stukgoederen beladen “Aldebaran', waarover hij het gezag voerde, schoof de Rotterdamse Lek- haven uit en voegde zich in de ebstroom naar zee. Het silhouet van het diepliggende schip verstoorde het lege beeld van de rivier en drukte zich in de zonneschijf, die onder dat geweld van masten, schoorsteen en tuigage scheen te verschrompelen. Kapitein Haring zuchtte. Zijn gedachten waren bij zijn schip dat zojuist de lange reis naar Zuid-Amerika begonnen was, de sleepboten losgooide, de havenloods aan de kop van de Merwehaven afzette en met toenemende snelheid langs het Schiedamse Hoofd voer, waar een aantal mensen stond te zwaaien. "Hm!" zei Haring met misnoegen in zijn lijzige stem, terwijl hij naar de stuurboordsbrugvleugel liep. Die lui daar zien zeker een paar aandeel- houders van het Edele Schiedamse Vocht voorbij komen.' En daarbij schudde hij zijn hoofd met de weelderig krullende haardos, die hem iets Plechtstatigs gaf. Haring was klein van stuk; een grijzende veertiger, gekleed in een onopvallend blauw battle-dress uniform. Een goed en geliefd kapitein, maar af en toe wat sikkeneurig. Hij was de tegenpool van de lange, broodmagere eerste stuurman Jan Markus, die niet direct antwoordde op de verholen aantijging van zijn kapitein, dat hij het Edele Schiedamse Vocht niet versmaadde. Markus” roodblauwe, dooraderde neus in het door zon en wind verweerde gezicht viel trouwens niet meer te verbergen. Hij was tien jaar ouder dan de kapitein en had de hoop ooit nog kapitein te worden vrijwel opgegeven. Markus stond bekend om zijn rake en humoristische opmerkingen, die hij vaak guitig maar gortdroog van onder zijn slordige wildevaart-petje kon lanceren als de gelegenheid zich voordeed of wanneer hij daartoe werd uitgedaagd, zoals nu het geval was. Derde stuurman Hans Larsen, die bij de telegraaf stond, voelde iets broeien. Voor het moment scheen Markus nog even te wachten, maar ter hoogte van Vlaardingen werd er wéér gezwaaid en Larsen had een vermoeden. Vlaardingers stonden, in tegenstelling tot Schiedammers, niet als jeneverneuzen maar als haringkoppen bekend, maar een directe verwijzing naar die naam werd tot nu toe altijd vermeden als kapitein Willem Haring in de buurt was.
De nietsvermoedende loods, die de wuivende uitzwaaiers ook had gezien, leidde het weerwoord van Markus in door op te merken: Kijk, kapitein,dezelíde lui als in Schiedam. Die rijden per auto van hoofd naar hooíd. Straks zie jo ze wéér in Maassluis en op de pier van den Hoekl". Geloof ik niet, zei Markus, door een kijker loerend. 'Volgens mij zijn het Vlaardingers, kijk maar naar die rare koppen!" Kapitein Haring trok een vies gezicht, liep demonstratief naar het midden van de brug en keek op het kompas. Zeg, Larsen, vroeg stuurman Markus achteloos, nog steeds naar de voorbijdrijvende wal loerend, 'hoe noemen ze Vlaardingers ook weer? Het will me maar niet te binnen schieten!" Larsen reageerde niet, maar matroos Arie Didam achter het roer grinnikte hoorbaar.
Je bedoelt háringkoppen, stuurman?' kwam de loods argeloos, waarna Markus hem langdurig waarderend aankeek en antwoordde: Je zegt het!

Vijf graden stuurboord!' zei de kapitein op dat nautisch en psychologischjuiste moment. Vijf graden stuurboord!" herhaalde de roerganger, en de loods die zich aangesproken en gecorrigeerd voelde, liep snel naar bakboord om de enigszins geladen sfeer op de brug, waarmee hij geen raad wist, te ontwijken. Hij concentreerde zich op een eenzame tegenligger, die van zee uit de bocht bij Maassluis kwam aanvaren. Intussen gleed aan bakboord het industrieterrein van de Botlek voorbij, waar schoorstenen en eeuwige vlammen wedijverden met de Glazen Stad van het Westland aan stuurboord. Haring liet met een zucht zijn blik in de richting van Maasland dwalen, waar hij woonde, en zag de oprukkende flats van Delft en
Den Haag storend voor de slanke kerktorens staan.
Kijk, zei de loods, die de kust veilig achtte en het brughuis binnenstapte. Die tegenligger daar is een Rus, kapitein!' Terug van even weggeweest, antwoordde Haring kuchend: 'Beloods jewel eens Russische schepen, Van Dalen?' Af en toe,'antwoordde de loods. Kijk nou toch eens!' riep Markus uit. 'De bovenhrug staat vol mensen, Ook een paar vrouwen, geloof ik! Vrouwen in uniform met strepen op d'r lui mouwen!
'Hoe weet je dat het vrouwen zijn, Jan?' vroeg de kapiteln, de kijker in derichting van de tegenligger zwaaiend. Tja , antwoordde Markus. 'Ze hebben háár op d’r tanden!’
Ze hebben vrouwelijke officieren,' bevestigde de loods.
"Ik moet er niet aan dénken!' kwam de kapitein.
'Och... probeerde de vijfentwintigjarige Larsen, zich bewust van zijnknappe verschijning, die hij accentueerde door het dragen van een smetteloos uniform. Die korte opmerking leverde hem een even korte, afkeurende blik van de kapitein op.
“Duizend en één wácht..., filosofeerde Markus van onder zijn pet en achter zijn kijker. 'Dat zie ik wel zitten...
De loods begon uitgebreid te lachen, maar kapitein Haring vroeg hem plotseling: 'Hebben ze daar ook vrouwelijke kapiteins, loods Van Dalen?”
'Nee, díe ben ik nog niet tegengekomen, antwoordde deze.
"Ik moet er niet aan dénken!' reageerde Markus met een dunne glimlach om de lippen. Eindelijk zijn kans schoon ziende, voegde hij eraan toe: 'Het lijkt me trouwens een echt baantje voor ouwehoeren!”

Het schaterlachen van de loods ging over in diepe stilte toen Haring eindelijk had opgemerkt: 'Dat mag jíj zeggen, Jan!' en de rest van de reis langs de Nieuwe Waterweg scheen iedereen op eieren te lopen, hoewel er nauwelijks verholen plezier in de lucht hing. Eenmaal buitengaats, zou Van Dalen er wel voor zorgen dat stuurman Markus' onvertaalbare uitdrukking op de loodsboot en op de Nederlandse koopvaardij bekend zou worden.
“Goede reis, kapitein Haring, 'had Van Dalen zo effen mogelijk opgemerkt, toen hij het schip ging verlaten, maar in zijn ogen stonden kaarsjes en opweg omlaag naar de loodsladder, liep hij te grinniken. Larsen begeleidde hem.
Stuurmansleerling Chrissie Maree, negentien jaar oud en de tweede reis aan boord, stond als een paladijn bij de loodsladder, die ter hoogte van luik twee was uitgehangen, en hielp de loods overboord te stappen.
Net boven de reling, scheurde diens gezicht van oor tot oor open en zei:
"Hahal Een echt baantje voor ouwehoeren!! voor hij in de diepte verdween waar de afhaaljol lag te wachten.
Chrissie, die wel het een en ander gewend was, waar het zijn aankomende positie aan boord betrof, keek hem verbouwereerd na, omdat hij dit de zoveelste aantijging op zijn beroep vond.
Larsen zag het. 'Trek het je maar niet aan, leerbeest,' zei hij. 'Het slaat niet
op jou, maar op de kapitein," de jongen daarmee met nog meer vraagtekens op zijn gezicht achterlatend.
Boven op de brug liet Haring er geen zeegras over groeien. Nog vóór de loods in de jol was gestapt, had hij al volle kracht gegeven. De 'Aldebaran' stoof in de richting van Goeree, in een flauwe maar niet serieuze poging het dagrecord voor vrachtschepen naar Buenos Aires te breken.


Plaats reactie